info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.

(Klik op de foto's om het fotoalbum te openen)

 

Dinsdag 3 mei 2011: Rivergate marina, Brisbane

Het werk gaat gestaag door. Hebben wij zoveel mogelijk blauwe verf verwijderd daar waar het niet hoort,

 Joe gaat door met het onderwater schip en andere kleine herstelwerkzaamheden aan de verf. Het

onderwater schip is helemaal glad gemaakt, alle oneffenheden zijn opgevuld met epoxy en twee lagen

primer zitten op de huid. De lady wordt elke dag mooier. Veel mensen vragen naar de verf (awl grip dus)

die wij hebben gebruikt en de kleur (oyster white en flag blue). En de volgende vraag is "Are you going to

sell her?" Nou nee, na alle werk die we eraan gehad hebben, gaan we er heerlijk van genieten. De

windvaan is ondertusen gemonteerd, en eindelijk is Kirk begonnen met de herstelwerkzaamheden aan het

 hout binnen in het doghouse. Maar dat lijkt er ook prima uit te gaan zien.

Het einde komt in zicht, de belettering moet nog, de primer voor antifouling en de antifouling zelf. En Joe

moet nog even kritisch kijken naar de overgangen tussen het witte en blauwe verf. En dan......ja dan kunnen

we in het water.

 

Vrijdag 6 mei 2011: Rivergate marina, Brisbane

Het is zover, vandaag gaan we het water in. Na ruim 3 maanden op de kant zijn de werkzaamheden klaar. Om 7 uur scharrelt Joe al rond op het dek. De waterslang is uitgerold, de stoflaag wordt eraf gespoten. Even later komt de kraan aanrijden. We worden een stukje opgetild. Joe krijgt zo de gelegenheid om de laatste stukjes te schuren, te primeren en van antifouling te voorzien. En om elf uur rijden we dan richting water!

Alles gaat goed, Frans start de motor, en......daar varen we. We maken een rondje op de rivier. Vreemd gevoel om na zo lang op het droge gestaan te hebben, de beweging van het water weer onder je voeten te voelen.

Een half uurtje later liggen we keuring in de box, A4. Ons plekje voor het komende jaar.

 

Zondag 8 mei 2011: Rivergate marina, Brisbane

We zijn het weekend druk, alles wordt schoon gepoetst. Net zo lang tot alles weer glimt. Frans repareert de waterleiding, tijdens de laswerkzaamheden is een leiding gesmolten, vakkundig wordt deze hersteld. De wasmachine moet daarvoor wel uit de kast, maar de zware spierballen van ons beiden brengen uitkomst. De watertank is gevuld, we kunnen onze wc weer gebruiken en er komt weer water uit de kraan. Heerlijk. Tweetie wordt 'gevuld', en morgen gaan we dan echt toeren. Eerst richting Westen. We hebben er zin in.

 

                                                                           Maandag 9 mei 2011: Bowenville, Oakey Creek Reserve, afgelegd 216 km

                                                                           (positie 27.19S 151.27E)

                                                                           Het is zover, half elf, we sluiten de boot af en vertrekken met Tweetie. Onze Australië toer

                                                                           begint. Het regent pijpenstelen in Brisbane, maar hoeveel westelijker we komen, hoe meer

                                                                           de zon begint te schijnen. Het duurt eventjes maar dan raken we uit de drukte, via Ipswich

                                                                           gaat het richting Toowoomba. We rijden met een gangetje van 90km per uur over de A2, de

                                                                           Warrego Highway. Harder dan 90 km per uur kan Tweetie niet, een beetje misschien, maar

                                                                           dan is het wel op. We komen roadtrains tegen, grote hele grote vrachtwagens, met 2 of 3

                                                                           wagens. Maximale lengte 50 meter. Ze rijden vervaarlijk snel. Je gaat wel aan de kant als een

                                                                           road train je tegemoet dendert. We vinden een leuke campingplek vlak bij Bowenville. Een

                                                                           eindje van de grote weg af. En we zijn niet de enige, de grijze plaag heeft zich gesettled op

                                                                           deze camping. De grijze plaag zijn de gepensioneerden van Australië die rondtrekken in

                                                                           motorhomes of auto met caravan. Het zonnetje schijnt, maar zodra de zon onder is, wordt het

                                                                           behoorlijk koud. Lange broeken en truien moeten aan, dat zijn we lang niet gewend deze kou.

                                                                           We kruipen lekker naar binnen, ramen dicht, en een extra dekentje bieden uitkomst.

 

Dinsdag 10 mei 2011: Chinchilla, Archers Crossing,afgelegd 168 km (pos 26.47S 150.40E)

Het zonnetje schijnt weer, maar afgelopen nacht heeft het behoorlijk geregend en gewaaid. De temperatuur daalt 's nachts naar 10 graden! Brrr. En dan te bedenken dat hoeveel zuidelijker je rijdt, hoe kouder het wordt. We blijven voorlopig maar in het noordelijk deel.

We ontmoeten de grijze plaag. Naast ons staat een ouder stel, aardige lui. Hij ziet ons kijken in de gidsen, en voordat we het weten raken we aan de praat. Ze komen uit Brisbane en toeren al jaren door Australië. We krijgen behoorlijk wat tips, eigenlijk teveel om te onthouden. Maar ja ze bedoelen het goed. O ja één tip "Nothing is close  in Australië". Overal moet je een eind voor rijden om er te komen. Nou we hebben alle tijd, dus we zullen wel zien waar Tweetie ons brengt. Na de koffie gaan we een eindje terug, de weg wordt slechter en we rijden door enorme katoen velden. Er is net geoogst, en grote balen katoen staan langs de velden. We komen terecht bij Jondaryan Woodshed, een openlucht museum, met de historie van de schapenscheerders en wolindustrie. Oude historie en veel oude troep, vind ik (Frans zit naast me als ik dit schrijf, en protesteert. Hij vindt Jondaryan erg leuk. Tja, smaken verschillen). We eten er een typische Australische damper en een spotted dog. Brood gebakken in een oven op open vuur, en spotted dog is hetzelfde brood maar dan gevuld met krenten en rozijnen. Een beetje droog, maar de boter en jam maken het lekker. Engelse invloeden?

We rijden terug naar de Highway, en gaan richting Roma. Maar de wordt de halte voor morgen. We stoppen nu eerst vlakbij bij Chinchilla, een paar achteraf weggetjes en we parkeren bij een Creek. Midden in de bush. Er komt nog een busje aan, houthakkers. Zij vertellen ons dat dit gebied tijdens de recente flood volledig onder water staat. Maar voor vannacht is het een uitstekend plekje.

 

Woensdag 11 mei 2011: Roma, Aussie Tourists Park, afgelegd 217 km  

Helemaal stil, bijna het gevoel alleen op de wereld te zijn. 's Ochtends vroeg horen we de houthakkers weggaan, en dan zijn we echt alleen op de wereld. We verkassen Tweetie van de schaduw in de zon, zo dat scheelt. Het is toch behoorlijk koud 's nachts. Voor de komende nacht verwisselen we de slaapzak maar voor ons lekker dikke dekbed. Lang geleden dat we daar onze hebben geslapen.

Na het ontbijt gaan we verder, langzaam rijden het eerst stuk. De weg is verhard maar daarmee is het dan ook gezegd. Na 4 km komen we op de verharde weg en dan kan de snelheid weer omhoog.  De koffie stop is Miles. We raken aan de praat met iemand van het VVV, ze hebben een historisch musem, maar alles wat hier ouder is dan 50 jaar wordt historisch genomen. Even omschakelen dus. Jammer voor de VVV-medewerker, maar we happen niet. Ons doel vandaag is Roma. Het landschap wordt steeds vlakker, de wegen zijn kilometers achter elkaar kaars recht. Regelmatig wordt dan ook gewaarschuwd voor drivers fatigue. Door de eentonigheid kun je gemakkelijk in slaap sukkelen tijdens het rijden. Maar voor ons is het helemaal niet eentonig, we genieten van de omgeving. Rondom velden vol katoen en graan. En veel vee, we zien onze eerste dromedarissen. Deze zijn lang geleden tijdens de kolonisatie door de kolonisten gebracht. Dromedarissen als transportmiddel, makkelijk in de woestijn waar weinig of geen water is. Langzaam raken we steeds verder weg, op weg naar de Australian outback.

Roma is een dorpje van ruim 6000 inwoners op het kruispunt tussen warragon highway en carnarvon highway. Een logische plek om te stoppen onderweg naar Carnarvan Gorge, een (naar we gelezen hebben) erg mooi natuurpark. De straten zijn opgedeeld in blokken. Saai en eentonig. Ruimte in overvloed, dus alles is ruim opgezet. Hoogbouw kennen ze hier niet, de meeste huizen zijn van hout. Roma is sinds kerstmis vorig jaar drie keer overstroomt geweest, bij de rivier kun je het nog zien, maar in het dorp zelf is alles opgeruimd.

Vlak na de middag komen we aan in Roma, we gunnen ons de luxe van een caravan park, douche en heet water!

 

Donderdag 12 mei 2011: Roma, Aussie Tourists Park

Pff, wat is het koud geweest vannacht. De temperatuur daalt naar 5 graden. We kruipen 's avonds zodra het donker wordt naar binnen, en na het avondeten maakt Frans van de pannen een kacheltje op het vuur. Zo houden we het lekker aangenaam binnen. Als we 's ochtends om 7 uur opstaan en wandelen naar de Salesyard, een veemarkt, zien we dat het nog maar 7 graden is! Salesyard is de veemarkt, één van de grootste in Australië. Elke dinsdag en donderdag wordt in vee gehandeld, alleen in koeien en stieren. Op topdagen wordt er 12000 stuks verhandeld, vandaag zijn het er 1300. Maar we zien voldoende. Bieden, handjeklap, wegen, de stieren worden in de vakken gedreven en uiteindelijk geladen op roadtrains. Op één roadtrain kunnen ongeveer 100 stuks vee. Eén stier wil niet, onwillig, de hoeven schrapen over de grond, hij briest, slijm komt uit de neusgaten. Hij harden de veedrijvers schreeuwen, hoe onwilliger de stier wordt. Het is niet ongevaarlijk. Drie veedrijvers komen er aan te pas, maar ze staan klaar om in een oogwenk over de hekken te springen. Voor ons een geweldig spektakel, uiteindelijk trekt het beest aan het kortste eind, en moet toch de veewagen in, op weg naar de slager.

 

Vrijdag 13 mei 2011: Takarakka Resort, Carnavon Gorge, afgelegd 249 km (pos 25.04S 148.16E)

Een reisdag vandaag, ons doel is Carnarvon National Park. We doen eerst boodschappen, want in het park is niets te krijgen en daarna gaan we op weg. Onderweg stoppen we in Injune, de laatste benzine stop voor het park. Injune is een plaatsje van niets, een paar honderd inwoners, maar alles gebeurt rondom de benzine pomp. Als de koffie op is, rijden we gauw verder. We zien de eerste dode kangaroo's. Erg jammer, erg liggen er veel langs de kant van de weg. Het schijnt dat een kangaroo als-ie door het licht van je koplamp gevangen wordt stokstijf blijft staan en niet weg rent. Logischerwijs dat er 's nachts dus veel kangaroo's overreden worden.

Vlak na de middag komen we bij de afslag van het park, nu nog 25 kilometer verharde weg en dan 15 kilometer onderverharde weg. We zijn benieuwd wat we aantreffen. Het landschap is prachtig, bomen afgewisseld met weide grond en hier en daar een meertje. We zien nog veel plassen water staan op het land, het is erg nat geweest. Regelmatig moeten we een klein watertje oversteken en krijgt Tweetie natte voeten. Vee graast om ons heen, en steekt met regelmatig over de weg. En dan opeens rent er een kangaroo vlak voor ons langs de weg over, Frans ziet zelfs een kleine kangaroo in de buidel zitten, "daar nog één!" roepen we tegen elkaar. Het blijft een prachtig gezicht. De kangaroo's die we hier zien, zijn iets kleiner, grijs van kleur en hebben een witte streep over hun snuit, deze hetenwhiptai  Wallabies.

De weg wordt slechter maar goed begaanbaar, verhard met kuilen. We rijden rustig met onze oude dame. Even later draaien we het campeerterrein op, we krijgen een plaatsje tussen de bomen. Prachtig vinden, hier blijven we twee dagen.

 

Zaterdag 14 mei 2011: Takarakka Resort, Carnavon Gorge

Het lijkt wel de film Birds van Hitchcock. De vogels hier zijn vreselijk aggressief. Je kunt niets op tafel laten staan of het is verdwenen. Als we ontbijten moeten we het ontbijt en ons vege lijf redden. Voordat je het weten, eten de vogels mee. We zetten het pak cornflakes binnen in de auto, maar ook dat helpt niet. De brutale vogels gaan gewoon de auto in en het karton te lijf. De deuren moeten dus dicht!

Vandaag gaan we wandelen in het natuurpark. Carnarvon Gorige bestaat voornamelijk uit zandsteen, zachte steen dus. Water heeft de prachtige vormen van de ravijnen doen ontstaan.

 Even voor achten zitten we in de auto. We moeten nog een kilometer of 5 rijden naar de ingang. Daar zijn de 'boswachters' en daar krijgen we een plattegrond met de mogelijke routes. Australië is overgeorganiseerd, je moet melden waar je naar toe gaat, een adres en telefoonnummer achterlaten dat voor het geval je niet terugkeert er een zoekactie op touw gezet wordt. Nou zo ver wilden we het niet laten komen.

We wandelen eerst naar het verste punt, naar de Art Gallery, een ravijn met een overhangend stuk zandsteen waar dat Aborginials 2000 jaar geleden beschilderd hebben. Vanaf deArt Gallery wandelen we terug, langs de rivier en af en toe duiken we een zijtak in. We zien de Ward's Canyon met prachtige grote varens, het Amphitheatre, binnen in de rotsen is een ruimte van 60 meter doorsnede ontstaan en Moss Gardens en continue natte plek. De rotsen houden het water vast, en de onderste zandstenen laag laat het water weer los waardoor er continue water drupt over de rotsen. Deze rotsen zijn begroeid met een laag mos. Uiteindelijk wandelen we weer terug naar de ingang, we hebben er 14 kilometer opzitten. De beentje zijn zwaar en moe. Tijd om te ontspannen.

 

Zondag 15 mei 2011: Emerald, Botanical Gardens, afgelegd 245 km (pos 23.31S 148.09E)

We hobbelen vandaag weer het park uit, we werpen nog een laatste blik op de kangaroo's die op de camping rondhuppelen en een laatste blik op de mooie omgeving voordat we weer de Carnarvon Highway opdraaien. Ons doel vandaag is Emerald. Emerald is de grootste stad midden op de Central  Highlands en het centrum van de Gem fields. Hier wordt gezocht naar saffieren. Gemfields is ongeveer 900 km2 groot. Emerald is opgericht in 1879, en de belangrijkste activiteiten van nu zijn veeteelt en koolmijn industrie. Maar tijdens de dagen dat er naar goud gezocht wordt, is hier per ongeluk een rode saffier gevonden en toen begonnen de koorts naar saffieren. Vandaag de dag wordt er nog steeds gegraven en dat willen we zien.

In de loop van de middag komen we aan in Emerald, we overnachten bij de Botanical Gardens, maar het plaatsje Emerald valt ons tegen. Een beetje saai, zoals veel Australische plaatsen. Lange rechte straten, rechthoekig en brede wegen. Dat hebben we gauw gezien. Morgen maar eens naar de echte vindplaatsen van de Gemfields.

 

Maandag 16 mei 2011: Sapphire, afgelegd 78 km (pos 23.27S 147.43E)

De belangrijkste plaatsen waar nog steeds gegraven wordt naar saffieren en waar je nu nog een

licentie kunt kopen liggen een kilometer of 50 westwaarts van Emerald, we zetten koers naar het

plaatsje Sapphire waar we gaan overnachten. Vlak naast Sapphire ligt Rubyvale, hier werd in 1875

tijdens de goudkoorts een rode saffier gevonden. Men dacht het is een robijn dus vandaar dat de

nederzetting Rubyvale is gedoopt. We raken aan de praat met een 'miner',  in de ochtend heeft

hij gegraven in zijn mijn en nu haalt hij de rotsen, steen en ander gruis naar boven en dat wordt

gezeefd. Het is een hard bestaan en de 'miner' geeft aan dat hij er nauwelijks van kan leven. Wat

een werk, wij vinden het maar niets. Even verder is de Miners Heritage, we krijgen een rondleiding

van Lynn, we gaan de gangen in. Het is fascinerend, je moet ongeveer één ton aan materiaal naar

boven halen en dan heb je 1 goede saffier. Het kan ook op de makkelijk manier, je koopt een zak

vol met gruis, betaalt 10 dollar en zeven maar. Nou wij zijn ervan overtuigd dat de goede stenen al lang uit de gruis verwijderd zijn, maar Lynn ontkent dat ten zeerste.Natuurlijk horen we alle mooie verhalen, maar we houden het toch maar bij de rondleiding, en dat moet gezegd die is erg leuk.

 

Dinsdag 17 mei 2011: Alpha Showgrounds, afgelegd 139 km (pos  23.38.69S 146.38.23E)

Vandaag is een reisdag, we gaan weer een stuk westelijker. In één van de folders die we krijgen bij een VVV kantoor zien we dat in Alpha een Alpha Show is. Alpha is een zeer klein plaatsje, aantal inwoners 400.Geen idee wat de Alpha Show inhoudt, maar we gaan kijken. Het is tien uur als we anakomen in Alpha. Aan de rand van het plaatsje zijn de Showgrounds, een grote stuk weide grond waar activiteiten gehouden kunnen worden. Later horen we dat dit gebied tijdens de flood in januaru onder anderhalve meter water heeft gestaan. Eens kijken en vragen. Het blijkt dat de Show een agrarische show is. Morgen is de belangrijkste dag, maar vandaag is er ook al van alles te doen. Ze zijn bezig met het opbouwen als we aankomen. We vragen aan een aardige dame of we mogen kamperen op het terrein "if you give enough space to the horse. no problem", is het antwoord. We parkeren Tweetie tussen paarden en koeien. Landelijker kunnen we niet staan.

 

Woensdag 18 mei 2011: Alpha Showgrounds

Hebben we gisteren cattle judging gezien, pig racing en dog handling cows gezien, vandaag gaat het programma gewoon verder. Ik wandel in een rooie broek tussen de vele stieren. Je kunt wel raden welke opmerkingen er gemaakt worden. Vandaag kijken we naar de sterke mannen, er wordt hout gehakt. Pfff, wat een klus.  In 68 seconden heeft de snelste een enorm blok doormidden gehakt. Een spektakel om te zien, helaas slaat één van de mannen met een bijl in zijn dikke teen. Het lijkt gelukkig mee te vallen, hij moet wel naar het ziekenhuis, maar 5 hechtingen later komt-ie weer terug. 's Avonds is er weer de pig racing, je weet wel vergelijkbaar met de marmotten race van Fred Oster. We doen vrolijk mee, en moedigen de varkentjes aan. De avond wordt afgesloten met een working dog handlers. Je kunt een hond 'kopen' en de hond met vee drijven door een parcours. De snelste hond wint. Een gedeelte van de opbrengst gaat naar het kinder ziekenhuis. Het wordt een moeilijke avond voor de honden, er zit een onwillige stier bij, de honden moeten aan de bak.

Wij raken aan de praat met Russell, de gastheer. Hij praat de shows aan elkaar. En voordat we het weten roept hij om dat er een nice Dutch couple rondloopt hier op de Show. We sluiten de avond met Russell en een Bundaburg rum en cola aan de bar.

 

Donderdag 19 mei 2011: Longreach Waterhole, afgelegd 260km (pos 23.24.30S 144.13.45E)

Volgende halte is Longreach. Longreach staat bekend om zijn  Stockman's Hall of Fame. Een groot eerbetoon aan de veedrijvers en pioniers van vroeger. En dit museum willen we bezoeken.

De weg naar Longreach is één lange rechte weg naar het Westen. Hoe wordt steeds droger en droger. De bossen en bomen verdwijnen langzaam en maken plaats voor een savanne achtige omgeving. Hoog dor gras, met daartussen hier en daar en lage struik. We zien wilde emoe's grazen in het struikgewas en helaas tientallen dode kangeroes langs de kant van de weg. We zijn nu echt in de Australische outback. Plaatsjes, gehuchten zeg maar, liggen meer dan 100 kilometer bij elkaar vandaan. Alleen in de plaatsen kun je brandstof tanken, dus we houden onze brandstof voorraad goed in de gaten. Tot aan een plaatsje is er niets, maar dan ook helemaal niets, dan een gehucht met een paar inwoners, en als je geluk hebt wat winkels. Zodra je het gehucht weer uit rijdt is er wederom niets dan leegte en eenzaamheid. Dit is het echte Australië.

We stoppen onderweg in Barcaldine. De naam Barcaldine komt uit Schotland uit de Oban region. Donald Charles Cameron was een van de eerste pioniers in dit gebied en hij was een afstammeling van de Cambells van Barcaldine Castle. Hij noemde zijn grond Barcaldine Downs. Als in 1886 de spoorlijn hierkomt ontstaan het plaatsje Barcaldine. Wij houden er een koffie stop, het is een leuke plaats. Eén van de grote hier in de omgeving. Barcaldine is beroemd om zijn  Tree of Knowledge, hier is in 1891 de grote staking van schaapsscheerders geweest, dat van plaats onder deze grote boom. Dat resulteerde uiteindelijk in het ontstaan van de Labour Party. Australië maakt van niets wel iets, elke boom, huis of gehucht waar ook maar iets heeft plaatsgevonden wordt genoemd in de folders. Oude machineriën vinden in elk dorp een plekje in hun eigen heritage museum. Heb je een heritage museum gezien dan heb je alle gezien. 

In de loop van de middag komen we aan in Longreach, even boodschappen doen, VVV bezoeken en dan ons kampeer plekje opzoeken voor de nacht. Als we aankomen schrikken we van de drukte, het is een gratis camping, dus de grijze plaag is hier neer gestreken. 

 

Vrijdag 20 mei 2011: Longreach Waterhole

Vandaag bezoeken we de Stockman's Hall of Fame, het is de moeite waard. Het ontstaan van Australië, de eerste pioniers, het leven op het land, de veedrijvers alles wordt uitgebreid getoond. Ongelooflijk wat de mensen hebben moeten doorstaan, een hard leven, veel werken van de vroege ochtend tot de late avond. Sommige hebben geluk, hebben een goede handelsgeest en worden rijk. Anderen beginnen met niets en eindigen met niets. Maar de outback trekt, en nog steeds.

 

Zaterdag 21 mei 2011: Longreach Waterhole

Een rustdag vandaag, we kamperen 4 km ten noorden van Longreach. We pakken de campervan en gaan eerst terug naar het stadje. Ruim 3000 inwoners, niet zo groot, maar alle noodzakelijke winkels zijn aanwezig. Vandaag wordt onze wasdag, we zoeken een wasserette en draaien de was. Daarna de boodschappen, kopen wat olie voor Tweetie en rijden weer terug naar de camping. We relaxen vandaag, en gaan lekker BBQ-en. We beginnen vlak na de middag, en onze BBQ duurt de hele middag. Charles onze buurman komt gezellig bij ons zitten, hij drinkt wel een biertje mee. We keuvelen wat af, voordat we weten wordt het donker.

 

Zondag 22 mei 2011: Winton, Long Waterhole, afgelegd 185 km (pos 22.24.44S 143.03.31E)

Het is even na zevenen als we opstaan. De zon is allang op. Het is nog rustig op de camping, wij pakken onze spulletjes in, ontbijten buiten in het zonnetje, zeggen Charles gedag en vertrekken. Volgende halte wordt Winton. Winton is bekend vanwege zijn museum over Waltzing Matilda. We vragen ons af hoe het mogelijk is een musuem helemaal te vullen met alleen maar spulletjes over een lied. Maar hier in Australië lukt dat makkelijk. Toch bezoeken we het museum niet.

De weg naar Winton is één lange kaarsrechte weg, dwars door droog savanne land. Links en rechts van ons enorme grasvelden met hier en daar een boom. Rechts is de spoorweg, we zien vee en schapen en af en toe een emoe. Na drie uur rijden komen we aan in Winton, een klein gehucht, 900 inwoners. Maar groot opgezet, elke huis heeft een behoorlijk stuk grond. Zoals de meeste dorpen is, zijn de wegen recht en in vierkante blokken. Als je het gaspedaal iets te diep indrukt, ben je Winton voorbij voordat je het beseft. Zoals Frans zegt "ik wil hier nog niet dood liggen".

We vinden een prachtige camping plek aan het riviertje Wistake, nu een kalm stroompje maar tijdens het regenseizoen heel wat groter.

 

Maandag 23 mei 2011: Middleton, Hilton Hotel, afgelegd 183 km (pos 22.21.11S 141.32.59E)

Wel eens gehoord van etalage maken? Nou Winton maakt etalage. Ik zit op een bankje en lift mee op iemand zijn toegang tot het internet. Frans maakt een ommetje. Als hij terugkomt zegt-ie Winton is op sterven na dood. Het gehucht bestaat uit een aantal vierkante blokken en één winkelstraat. Maar ongeveer 80% van de winkels is opgehouden te bestaan. De andere 20% heeft de lege etalages overgenomen en gevuld met allerlei spullen, van dynosaurus tot andere goed bedoelde oude spullen gebruikt door veedrijvers. Zo lijkt het nog heel wat, maar eigenlijk is het heel triest.

Vandaag gaan we van de highway af, we nemen een echt stuk outback, volgende halte is 180 km verder en daar is ook de eerst volgende benzine pomp. Het landschap wordt wijds, erg wijds. Af en toe vee, maar heel veel spinifex gras. En we zien emoe's. De weg is smal, we komen regelmatig road trains tegen, veewagens vol met vee, we gaan de berm in en laten de road train passeren. Door de komst van de road trains zijn de veedrijvers niet echt meer nodig, geen veedrijvers dus ook geen pubs en daarmee verdwijnt een hoop van de lokale middenstand in de dorpjes.

Wij gaan naar Middleton, Middelton kent 3 inwoners en één kroeg. Dus daar moeten we zijn. Het is nog het restant van een Cobb & Co station. Er waren er 9 tussen Winton en Boulia. Over een traject van ongeveer 390 km. Met koets en paard  werden mensen vervoerd, de paarden moesten regelmatig ververst worden en dus onstonden er station. En daar ontstond dan ook een hotel en een klein dorpje. Het enige van de 9 stations dat overgebleven is, is de kroeg in Middleton.

Lester is de kroegbaas in Middleton. We drinken een biertje bij hem. Het is een bijzondere man. In 2001 is, uit nostalgie, nog een keer het traject tussen Winton en Boulia afgelegd met koetsen. Lester nam ook zijn deel, en mende zijn koets met kamelen. Het is nu een oud mannetje, loopt tegen de 80 en altijd blootvoets. Maar heeft praatjes voor tien. Als we 's avonds aan de bar zitten, bevestigd Lester, het verhaal over de uitstervende gehuchten.

 

world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
website_dalwhinnie_01012011022004.jpg website_dalwhinnie_01012011022003.jpg website_dalwhinnie_01012011022002.jpg
Lees verder
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
Logboe 2016
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -