info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.

(Klik op de foto's om het fotoalbum te openen)

 

Maandag 20 juni 2011: Daly Waters, afgelegd 348 km (pos 16.15.66S 133.22.80E)

Het landschap verandert, het droge maar toch groene centrum van Norther Territory wordt meer en meer bosrijk. We zijn erg veel termieten heuvels, de creekjes staan niet meer leeg maar zitten redelijk vol met water. Af en toe zien we een kangaroo over de weg springen, maar de meeste kangaroo´s die we zien, zijn de dode kangaroo´s langs de kant van de weg.

Er is weinig te zien en te doen onderweg, maar de Australiers zijn meesters in het opkrikken van hun geschiedenis. We komen door gehuchten, met slechts een paar huizen of alleen een benzinepomp, maar over veel valt iets te vertellen. Een voorbeeld, Elliott, met een paar tientallen inwoners was ooit een grote plaats bekend als handelsroute voor de cattle. In 1917 werden er 13 waterputten geboord om de noord zuid cattle route te ondersteunen. Tijdens de WWII is een kamp opgericht bij boor nummer 8 en zo ontstond Newcastle Waters Station. Nu helemaal verlaten en een ´spookstad´. Als we daar aankomen zien we het oude verlaten hotel, de kerk, en een shop. Allemaal gebouwtjes gemaakt door golfplaten. Maar helemaal verlaten is Newcastle Waters toch niet, er wonen nog een aantal mensen, private road en properties waar we niet mogen komen. De folders zeggen toch vooral te genieten van Elliott en zijn omgeving. De stenen hier gevonden zien de oudste van Australie, meer dan 1900 miljoen jaar oud. Een ander voorbeeld, we rijden door Dunmarra, nou ik geloof één of twee huizen stana hier. Deze plek is genoemd naar een man Dan O´Mara, die hier verdwenen is. De aboriginals hielpen mee in de zoektocht, zij konden zijn naam niet goed uitspreek en noemden hem Dunmarra en nu heet het gehucht dus Dunmarra. Er is werkelijk niets te zien of te doen in Dunmarra.

We stoppen bij Daly Waters, bij de Aerodrome. Volgens de folders is Daly Waters rijk aan geschiedenis. Het was het eerste internationale vliegveld van Australie. In het begin werd het vliegveld gebruikt voor post verkeer tussen Northern Territory en Queensland, later werd het een commercieel vliegvled. Quantas gebruikt deze stop om te tanken voor hun internationale vluchten naar Singapore. In tijdens de WWII kreeg het vliegveld een militaire bestemming. In 1965 is het officieel gesloten, nu is het een museum, en overnachten we er op de landingsbaan.

 

Dinsdag 21 juni 2011: Mataranka, afgelegd 206 km (pos 14.56.27S 133.04.39E)

We staan vroeg op, eerste stop is DE pub van Daly Waters, het is 5 km verderop dan waar wij overnacht hebben. Tjongejonge, wat is het hier druk. De camping is helemaal vol, er is een ´overloop´ veldje voor wanneer de camping vol is. Maar ook dit veldje staat helemaal vol. Niet echt leuk meer. De pub is bekend, wordt in elke gids aangeprezen, maar gaat tenonder aan zijn eigen roem. De barbie hier schijnt uitstekend te zien, misschien iets voor op de terugweg.

Vandaag toeren we naar Mataranka, het wordt steeds warmer, we hebben nu ´s ochtends de korte broek al aan als we vertrekken. Het is om acht uur een graad of 11 en dan zon maakt het al gauw warmer. Overdag loopt de temperatuur lekker ver op in de twintig graden. Maar ja met de warmte komen de muggen en vliegen ook weer terug. Tja een mens is niet gauw tevreden.

Rond de middag komen we aan bij Mataranka, bekend van Elsie Homestad en het land van "We of de Never Never". Wij hebben er nog nooit van gehoord, maar er wordt gezegd dat als je eenmaal hier bent, je zo onder de indruk bent van de omgeving dat je hier nooit maar dan ook nooit meer weg wilt. Ooit heeft hier ene Jeannie Gunn gewoond op de cattle station Elsie Homestead. Jeannie was getrouwd met Aenaes Gunn. Zij kwam uit Melbourne. In 1902 heeft ze zich samen met haar man op Elsie Homestead gevestigd. Ze woont daar een jaar en dan bezwijkt Aenaes aan malaria. Na zijn dood gaat ze terug naar Melbourne, waar ze overlijdt in 1961. Over dat jaar op Elsie Homestead heeft Jeannie een autobiografische roman geschreven "We of the Never Never". Als er een weg aangelegd wordt voor WWII wordt Elsie Homestead is afgebroken, even verderop ligt de begraafplaats en deze wordt gespaard. De roman wordt later verfilmd en er wordt een replica gebouwd van Elsie Homestead. We zien de film en de replica en bezoeken de begraafplaats, je krijgt een goed beeld hoe het leven eruit ziet in 1902. Hard, vechten om te overleven en voor een vrouw is er helemaal geen ruimte. Een harde mannen wereld.

Mataranka en deze omgeving is ook bekend vanwege zijn warm waterpoelen, daar gaan we morgen een duik in nemen! Nu zoeken we eerst een plekje om te overnachten.

 

Woensdag 22 juni 2011: Mathison Rest Area, afgelegd 231 km (pos 15.08.23S 131.41.01E)

Acht uur en we lopen al in onze badkleding, op weg naar de Thermo Pool. Het water is helder en 34 graden! Heerlijk, we blijven lekker lang in het wateren dobberen, als we er moeten is het toch nog behoorlijk fris. In deze omgeving heb je verschillende van deze warme waterpoelen. Er is hier een limestone laag in de aarde, die zo hard is dat het regenwater tegengehouden wordt. Het water wordt opgewarmd door de aarde en door de warmte ´stijgt´ het op en komt het weer terug in de creekjes en rivieren. En zo kunnen wij dus genieten van een lekker warm badje.

Deze streek is ook bekend van de Barramundi vis, een zoetwater vis. Alle vissen worden geboren als mannetje, als ze eenmaal de zee op gaan worden een aantal van hen vrouwtjes. En zo planten ze zich voort. Het worden enorme grote vissen, van meer dan één meter lang. In Mataranka kun je zien hoe ze gevoerd worden, wij gaan kijken. Maar het is het bekende Australische verhaal, het wordt behoorlijk opgeklopt, dus wij zijn gauw uitgekeken. Tijd voor een bakkie koffie.

Volgende stop is Katherine, de tweede grote stad in Northern Territory, we doen inkopen, bezoeken informatie centrum en vullen de diesel tank. Op de terugweg gaan we deze plek wel eens uitgebreid verkennen, Katherine heeft een aantal leuke natuurparken, die je met de kano goed kunt verkennen. En uitstekende wandelmogelijkheden. Leuk om te doen. Dan slaan we af, we gaan richting westen, de Victoria Highway. We komen nu in het land van de zoet- en zout water krokodillen. Oppassen dus. Het schijnt dat de zout waterkrokodillen gewoon bijt op alles wat beweegt en alles opeet, de zoet water krokodillen neemt eerst een hap en kijkt of ´je´ eetbaar bent. Nou we vermijden de krokodillen maar.

 

Donderdag 23 juni 2011: Timber Creek, Big Horse Creek, afgelegd 196 km (pos 15.36.44S 130.24.09E)

Ons doel vandaag is Timber Creek, we gaan op 'krokodillen jacht'. We boeken de

Victoria River Cruise, om vier uur prikken ze ons op, bij de camping. We stappen

op een boot en dan gaan we de Victoria River op, 800 km lang is deze rivier, maar

wij doen een stukje van 40 km. We gaan richting de zee en al gauw wijst Neville

ons de eerste krokodillen. Tjongejonge, wat een grote jongens. Armen en benen

binnen boord houden, als we te dicht bij komen, begint er één bliksemsnel te

bewegen en met een plons verdwijnt-ie in het water. Brrr, ik schrik er toch even van.

Blij dat ik in het bootje zit, en de krokodil erbuiten. Neville laat ons de mooiste plekjes

zien. We zien veel zout waterkrokodillen en ook zoetwaterkrokodillen. Je ziet duidelijk

verschil, de laatste zijn veel kleiner en hebben een spitse kop, de zout waterkrokodillen

zijn grijzer van kleur, hebben een platte kop en zijn veel groter. We zien erg veel wildlife,

kangaroo's huppelen langs de oever, heel veel vogels, kakatoo's, brolga's, pelikanen en

haviken en visarenden. We genieten volop. Tegen zonsondergang zijn we weer terug.

We gaan langs het kampvuur zitten en genieten nog lang na van deze mooie tocht.

 

Vrijdag 24 juni 2011: Timber Creek, Big Horse Creek, afgelegd 29 km

We besluiten lekker nog een dagje te blijven, het is een heerlijk plekje. We luieren, we hangen de waterzak op in de zon, Frans bouwt een tentje en zo kunnen we heerlijk douchen.

Rond vier uur gaan we naar Timber Creek, het gehucht ligt 10 km terug, we halen brood en melk en benzine. We willen eigenlijk ook een wijntje hebbenn, maar een fles wijn kost hier 25 dollar dat we daar maar van afzien. Om vijf uur begint het voeren van de krokodillen bij de camping, dus half vijf zijn wij present. Er hangt een brug over het het kreekje. En daar staan wij op. Het zijn zoetwater krokodillen, veel kleiner dan wat wij gisteren zagen, maar ik blijf toch maar op de brug staan. Frans denkt dat ze niets doen en banger voor ons zijn dan wij voor hen.

Naast de krokodil  zwemt een schildpad, kleine visjes zwemmen rondom de krokodil, maar de krokodil verroert niets. Doodstil drijft-ie in het water. Als om vijf uur het voeren begint, een stukje vlees aan een haakje komen de drie krokodillen traag in beweging. Volgens ons zijn ze te goed gevoed, ronde buiken van elke dag voederen. Daar worden ze lui van.

 

Zaterdag 25 juni 2011: Keep River National Park, Gurrandalng, afgelegd 201km (pos15.52.31S 129.03.05E)

We gaan richting Western Australia. Er is een heuse grens tussen Northern Territory en Western Australia. En een hele lijst aan etenswaren en andere spullen wat je niet mee mag nemen. We blijven twee dagen in Keep River National Park, op slechts 2 km afstand van de grens en daar eten we onze laatste verse spullen op. We stoppen eerst nog even bij Gregory's Tree, een grote baobab boom, waarin de data staan gekerft van Gregory's expeditie ergens in de tweede helft van 1800. We begraven hier ons zand dat we meegenomen hebben van Uluru, dat mogen we niet invoeren in Western Australia. Op de terugweg naar Darwin graven we het gewoon weer op.

Volgens de boekjes is het Keep River National Park één van de best bewaarde geheimen van Northern Territory, het is inderdaad erg mooi en heerlijk rustig. We moeten wel ons best doen om er te komen, eenmaal van de victoria highway af, gaat de route over een gravel weg. Ongeveer 20 km lang, wat een stof, we hotsen en klotsen. Als we later een ranger tegenkomen, geeft die ons de tip dat we de bandenspanning veel lager moet hebben, dat rijdt comfortabeler. Maar we hebben niet zoveel zin, om het lucht uit de banden te laten lopen en dan later weer te moeten oppompen. Dus we klotsen lekker verder.

Na een uurtje klotsen komen we aan op de kampeerplek. Pfff, we zijn er moe van. En dit keer geen muizen in de campervan, maar alle kastjes zijn rood van het stof. De pannen zijn rood, de kleding is rood, de slaapspullen zijn rood, kortom alles zit onder een dikke laag stof. Nou we weten wat we te doen hebben de komende dagen.

Eerst tijd voor een wandeling,

 

Zondag 26 juni 2011:Keep River National Park, Jinumum, afgelegd 12km (pos 15.50.00S129.06.59E)

We gaan een klein stukje verder het park in. Het wordt nog rustiger. En hier vinden we langs de beek, aboriginal art. De art verschilt hier behoorlijk van de art die we zagen rondom Alice Spring, hier worden meer mensen en beesten afgebeeld. Er is hier ook een plek met ruim 2500 tekeningen, maar helaas doordat het natte regenseizoen erg lang geduurd heeft is dat deel van het park niet bereikbaar. Jammer, jammer. Maar ook hier in Jinumum is het prachtig. We wachten tot het wat minder warm wordt (overdag haalt de temperatuur gemakkelijk de 30 graden) en aan het eind van de middag gaan we de creek verkennen en de oude plaatsen waar de aboriginals 'woonden' in het regenseizoen.

 

Maandag 27 juni 2011:  Wyndham, Grotto Creek, afgelegd 155 km (pos15.43.18S 128.16.13E) 

Na weer een uur klotsen en klussen, bereiken we de verharde victoria highway. Twee kilometer later "welcom in Western Australia", maar wel eerst even stoppen en een auto check. We hebben geen 'verboden' spullen en mogen doorrijden. We krijgen er gelijk anderhalf uur bij, de klok moet anderhalf uur terug. Idioot vinden wij, het gevolg is dat het om half zes begint te schemeren, zes uur 's middags is het pikkedonker en om vijf uur 's ochtends is het licht. Nou wij houden voorlopig gewoon onze Northern Terrirtory tijd aan.

Het landschap is bergachtig, groen, maar toch droog vind ik. Op een of andere manier voelt het droger dan in de red centre, terwijl je hier in elke creek toch wel water ziet staan. De bomen zijn lager en staan verder uit elkaar, veel baobab bomen, maar weinig schaduw. En het is hier warm, erg warm. Dertig graden of meer, en nu is het winter, kun je nagaan hoe het hier in de zomer moet zijn. Een hard klimaat.

De eerste grote plaats is Kununurra. ongeveer 6000 inwoners en vlakbij Lake Argyle. Hier kunnen we inkopen doen, er is een grote supermarkt, en we slaan onze slag. Vers fruit en verse groente! Alles was leeg aan boord van Tweetie.

We hebben nog even het plan om een 4WD te huren, om ze de Kimberly's te bezoeken, maar als we horen wat de prijzen zijn, dan laten we dat plan gauw schieten. We gaan gewoon daarheen waar Tweetie ons kan brengen. Vandaag zetten we koers richting Wyndham. Één van de oudste stadjes, gesticht in 1885, een havenstadje. En de haven is nog steeds operationeel.

Maar het is warm, erg warm.  De ramen staan helemaal open, we hebben onze ventilator draaien, maar om twee uur houden we het voor gezien. We zoeken een plek voor de overnachting. Wyndham moet maar even wachten tot morgen.

 

Dinsdag 28 juni 2011: Dunham River, afgelegd 160 km (pos 16.07.54S 128.22.52E)

We gaan eerst naar de Grotto Creek, we staan de 'normale' tijd op, 7 uur, maar dan is het hier in Western Australia half zes in de ochtend. We zijn dus de eersten bij Grotto Creek. We dalen 140 treden af en staan bij de pool. De diepte wordt geschat op 100 meter, het water is donker en koel. Frans is een echte held en neemt een frisse ochtend duik. Ik ben niet zo heldhaftig, ik poedel wat aan de rond van het water en zo neem ik de ochtenddouche. We zijn in ieder geval lekker opgefrist. Dan zetten we koers naar Wyndham, Wyndham meer een gehucht dan een dorp, is in 1886 ontstaan aan de monding van de Cambridge Gulf. We bezoeken de 'bezienswaardigheden' zoals in de folder gebschrevne, we gaan naar de 'pioneer begraafplaats, de oude baobab boom, we gaan naar de 'afghan cemetery waar de afghanen begraven liggen die hier met hun kamelen kwamen om voor vervoer te zorgen, we bezoeken het haventje en gaan naar het uitzichtspunt. Maar Wyndham is klein en er is weinig te zien, het valt een beetje tegen. Het uitzichtspunt is eigenlijk nog het mooiste.

Het is tijd om koers te zetten naar het westen. We hebben besloten om te gaan tot aan Fitzroy Crossing, en dan keren we en zetten we koers richting Darwin waar we Ton en Bineke zullen oppikken. Dus nu zo snel mogelijk richting Fitzroy Crossing en dan op de 'terugreis' de bezienswaardigheden bekijken. Maar als dat is zoals Wyndham, dan zijn we snel klaar.

 

Woensdag 29 juni 2011: Mary Pool, afgelegd 399 km (pos 18.43.37S 126.52.19E)

Vandaag is een rijdag. Halverwege stoppen we in Halls Creek, en redelijk dorp met ruim 1500 inwoners. Volgens de folder, dezelfde die ook Wyndham beschrijft, is er veel te doen en te zien. Halls Creek is ooit ontstaan ten tijde van de goudkoorts, er is uiteindelijk een vliegveld gekomen en toen heeft het dorp zich ontwikkeld richting het vliegveldje. Daarna kwam de Great Northern Highway en heeft het dorp zich verplaatst richting de Highway. Er ontstond een Halls Creek en een old Halls Creek. In de vijftiger jaren is old Halls Creek helemaal verlaten en nu resten daar nog wat oude gebouwen. We besluiten om Halls Creek ook maar op de terugweg aan te doen. We overnachten bij de Mary Pool river, onze campinggids geeft aan dat dit een mooie plek is, nou dat weten we ook.  Wat is het hier druk zeg. De plek wordt er daardoor iets minder mooi door.

 

Donderdag 30 juni 2011: Fitzroy Crossing, afgelegd 226 km (pos 18.10.00S 125.34.35E)

We staan weer vroeg op en vertrekken richting Fitzroy. Na vier uurtjes rijden komen we daar aan, is het toeristen informatie dicht. Het is het einde van het financiele jaar hier, dus is men aan het balancen!

Eerst maar eventjes een broodje halen, er is hier een erg grote supermarkt, en het gehucht kent slechts 1100 zielen. En wat zien we op het informatie bord, er is hier een campdraft en rodeo dit weekend. Onze plannen wijzigen direct, we hadden het plan een toertje naar de mimba caves te doen met aboriginals maar dat wordt nu een bezoek aan de rodeo.

Vandaag hebben we nog tijd voor een tripje over de Fitzroy river, en varen door de Geiki Gorge.  Een prachtige indrukwekkende kloof waar de Fitzroy river doorheen stroomt, prachtige natuur. En wat een boel krokodillen (zoetwater dit keer). Helaas na een uur is de pret voorbij, we rijden terug naar Fitzory en vinden een leuke overnachtingsplek bij de Creek. Het is tegen schemeren, dus eerst maar goed hout sprokkelen voor het kampvuur. Als we het vuurtje opgestookt hebben komt daar Neal aan, een aboriginal. "Welcome in Fitzroy", zegt Neal. Hij rookt, of we een sigaretje kunnen missen. Jammer voor Neal maar we roken niet. Na een praatje en een paar moppen tappen vertrekt Neal.

 

world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Terug
website_dalwhinnie_01012011025002.jpg
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
Logboek 2016
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -