info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.

(Klik op de foto om het fotoalbum van de maand juli te openen)

 

Vrijdag 1 juli 2011: Fitzroy Crossing, rodeo ground (pos 20.34.05S 134.15.51E)

Het is nog vroeg als we het rodeo terrein oprijden. Geloof het of niet, maar in de gehucht met 1100 inwoners, kunnen we het terrein niet vinden. Neal weest gisterenavond al 'daar'. Maar ja dat was wel een erg breed begrip. We moeten de weg vragen en zo tuffen we het terrein op. Vandaag wordt er de campdraft gehouden, geen idee wat we ons daarbij voor moeten stellen, maar dat merken we snel genoeg.

Overal paarden en nog eens paarden om ons heen. We parkeren Tweetie daar gewoon tussen in. Hier blijven we de komende nachtjes staan.

We lopen naar de 'arena'. Hier vindt de campdraft plaats. Een ruiter moet uit een koppel van 7 stieren er eentje uit pikken en deze naar buiten drijven. Vervolgens krijgt de ruiter 40 seconden de tijd om de stier volgens een bepaald parcours te drijven, en dat valt nog niet meer. Het lijkt heel gemakkelijk, maar schijnt bedriegt. Er zijn verschillende klassen, jong en oud. Maar allemaal heel fanatiek.

 

Zaterdag 2 juli 2011: Fitzroy Crossing, rodeo ground (pos 20.34.05S 134.15.51E)

Het is vandaag lekker bewolkt, fijn dat maakt het kijken wel zo prettig. Verbranden we niet, maar tjongejonge zeg wat een stof. Hele stofwolken wordt door ruiter en paard en vee opgegooid. Soms zo erg dat je ze bijna niet meer kunt zien. Na een dag stof zijn we blij dat we 's avonds een douche te kunnen nemen, we lijken wel grijze muizen aan het einde van de dag. Als we zeggen heerlijk een douche na alle stof, kijken ze ons hier vreemd aan. Hier in Wester Australia op alle ranges, soms wel 1.5 miljoen acre groot (volgens ons is dat groter dan Nederland), is stof een onderdeel van het dagelijks leven.

We maken kennis met Helen en Daniel, Nieuw Zeelanders, die hier werken op een de farm Go Go. Twee gezellige dikkerds, ze komen naar Australië om geld te verdienen en gaan dan af en toe terug naar Nieuw Zeeland. Helen heeft een Nederlandse vader. De cattle wordt met behulp van een helicopter en motor bikes gedreven. Als de cattle train komt en moet rijden van de ene plek naar de andere is ie drie dagen op de farm en heeft dan 1000 km afgelegd. Wat een afstanden en wat een grootte. We kunnen ons er haast niets bij voorstellen. 

In de loop van de middag begint de voorrondes van de rodeo, volgens Daniel vinden de stieren het leuk en willen graag allemaal meedoen. Wij hebben hier toch wel onze vraagtekens bij, de stieren worden geprikkeld zodat ze lekker wild worden. Of ze dit nou wel zo fijn vinden? Als we een stier uit de box over het hek zien klimmen en duikelen, breekt hij zijn poot. Hoezo leuk vinden? Een uurtje later horen we twee geweerschoten de stier wordt afgemaakt.

 

Zondag 3 juli 2011: Fitzroy Crossing, rodeo ground (pos 20.34.05S 134.15.51E)

Het publiek komt vandaag in grote getale, en veel aboriginals. Ze hebben de lokale kledingzaak bezocht, de meesten in nieuwe spijkerbroek en blouse. Ze zijn dressed-up. Vandaag is de grote finale van de rodeo, zowel de stieren als de paarden. We krijgen eerst nog wat voorrondes, en er is een heuse junior rodeo. Wat moeten we ons daar bij voorstellen? Wat blijkt Er worden hele jonge koekalfen 'gebruikt', de kleuters worden op het beest getild, vader en moeder lopen er naast, de koekalf bokt en uiteindelijk 'duikelt' de kleuter eraf. Tja of de kleuters dit nou leuk vinden, of is het meer de wil van de ouders? Het is een beetje een lachwekkend gezicht.

En dan begint het grote werk, de horses en bulls. Er doen veel jonge aboriginals mee. Een heel spektakel, als de paarden bokken staan er drie 'makke' paarden in de ring. De ruiters zijn ware stuntmannen, om de hevig bokkende paarden weer in het gareel te krijgen. Zo gauw mogelijk wordt de riem die om de kont van het paard zit losgetrokken. De riem zorgt er namelijk voor dat het paard wild wordt.

Wanneer de stieren in de arena komen, zijn er een drietal clowns in de arena. Zij proberen de stier zoveel mogelijk af te leiden. De stier heeft ook een riem om zijn kont, en een touw met een bel eraan om zijn middel. Dat maakt het beest lekker gek en wild.

We moeten weer denken aan het verhaald van Daniel, dat de beesten dit leuk vinden. In één van de boxen gaat een paard zo te keer dat hij zichzelf bezeerd, hij breekt zijn achterpoot. Een uurtje later horen we, net als gisteren, een geweerschot.

Wanneer even later een ruiter van de zijn paard gegooid wordt en in de hekken terecht komt, wordt de ruiter bewusteloos afgevoerd (het geweerschot blijft dit keer uit) naar het ziekenhuis. Later blijkt het mee te vallen, een flinke hoofdwond (en waarschijnlijk hoofdpijn) en wat hechtingen.

We krijgen wel spektakel te zien.

 

Maandag 4 juli: Caroline Pool, vlakbij Halls Creek, afgelegd 316 km (pos 18.13.36S 127.45.35E)

We staan lekker op tijd op, maar de locals zijn toch nog eerder wakker dan wij. Hoe is het mogelijk, we hebben ze gisteravond tot laat gehoord, zingend aan het kampvuur en toch weer vroeg op. De laatste paarden worden ingeladen, de boel wordt gepakt en iedereen keert huiswaarts. Over twee weken is het hele circus weer present in Halls Creek, daar wordt de volgende rodeo gehouden. Wij pakken ook ons boeltje in, halen boodschappen en diesel en gaan vandaag naar Halss Creek. Het is voor ons een rijdag. In het begin van de middag komen we aan in Halls Creek, we melden ons bij het informatie centrum. We gaan een vlucht boeken over de Bungle Bungles, een natuurpark. We mogen er niet met onze eigen auto in, alleen 4wd is toegestaan. En onze Tweetie is dat niet. Dus trakteren we onszelf op een rondvlucht. Alleen alle vluchten vanuit Halls Creek zijn volgeboekt, we doen dus de rondvlucht vanuit Kununurra, donderdag gaat het gebeuren. Spannend.

We zoeken de overnachtingsplek bij Caroline Pool op, 15 km dirt road volgens onze camping gids. Nou het is echt dirt road, we klotsen weer lekker. En kunnen niet harder rijden dan 15 km per uur. Als we na een uurtje aan komen op onze plek voor de nacht, zit alles weer lekker onder de stof. De kastjes die net schoon zijn van de stof van Keep River National Park, zijn (helaas) weer opnieuw aan een poetsbeurt toe! Grrr %&#@!

 

Dinsdag 5 juli 2011: Great Northern Highway, ongeveer 160 km ten zuiden van Kununurra, afgelegd 243 km (pos 16.39.54S 128.12.32E)

Als we opstaan gaan we eerst nog een stukje verder de dirt road op, nog meer stof. We willen naar Old Halls Creek. Halls Creek is ontstaan in 1885 toen Charlie Hall goud vond op eerste kerstdag 1885. De goudzoekers komen in grote getale, 15000 goudzoekers komen op zoek naar hun geluk. Drie maanden blijkt dat het geluk een grotere kans krijgt op de goudvelden van Coolgardie en Kalgoorlie, en trekken de goudzoekers en mass weer weg. Halls Creek wordt uiteindelijk een stadje voor de cattle stations, handel wordt er gedreven. In 1948 komt er een vliegveld en het stadje verplaatst zich richting het vliegveld, 15 km naar het westen. Als later de Great Northern Highway aangelegd wordt verplaatst het stadje zich richting deze weg, Halls Creek is afhankelijk van de trainroads en de reizigers. Oud Halls Creek ontstaat, maar uiteindelijk wordt dit in 1954 helemaal verlaten. Volgens de folder is Old Halls Creek een bezienswaardigheid. Dus wij klotsen nog een 5 km over de dirt road. Wanneer leren we het nou? Australië kent geen historie en alles ouder dan 50 jaar wordt enorm gekoesterd. Van Old Halls Creek is eigenlijk helemaal niets meer over, er staan wat gedenktekens en dat is het. Van het oude postkantoor staan nog wat restanten, het lijken meer termietenheuvels. De wanden waren ook gemaakt van grond en water, dus vandaar dat het redelijk snel is afgebroken. Nostalgie, meer is het niet.

We klotsen en schudden terug richting Halls Creek, onderweg stoppen we nog even bij de China Wall. China Wall is een muur van kwarts gesteente, omdat het kwarts veel minder snel erodeert als het zachtere zandsteen is er een heuse muur tevoorschijn gekomen.  De muur is ongeveer 6 meter hoog, We drinken er een bakkie en dan is het terug naar Halls Creek.

Eindelijk weer een geasfalteerde weg onder de voeten van Tweetie, voorlopig geen klotsen en schudden en rammelen meer. De dieseltank wordt weer volgegooid en we zetten koers richting Kununurra. In de loop van de middag houden we het voor gezien, we gaan een klein weggetje in, en vinden een plekje in een droge rivier bedding. Als we om ons heen kijken zien we overal afgebroken bomen en liggen bomen of grote takken. De bomen die overeind staan zitten vol met wier en gras, wel op 2 tot 3 meter hoogte. Restanten van het water in het regenseizoen. Dat moet toch wel een indrukwekkend gezicht zijn als de rivieren zich vullen in het regenseizoen. Voorlopig is het nu alleen maar stof, stof en nog eens stof....

 

Woensdag 6 juli 2011: Kununurra, Alligator Airways, afgelegd 169 km (pos 15.47.08S 128.42.85E)

Als we 's ochtends opstaan en wegrijden zien we sporen van allerlei dieren, gisteravond hoorden we al de paarden hinniken, vanochtend zien we dat ook wilde honden bij ons geweest zijn. Maar daar hebben we niets van gemerkt, we hebben geslapen als roosjes.

Het is nog een klein eindje rijden naar Kununurra. Omdat we daar in de loop van de ochtend aankomen, maken we er een klus- en onderhoudsdag van. Frans kruipt onder de campervan, de olie van de versnellingsbak moet vervangen worden, nog een hele klus omdat de moeren behoorlijk vast zijn aangedraaid. Uiteindelijk lukt het. Ook het luchtfilter wordt schoongeblazen en omdat Frans toch lekker bezig is, wordt de olie aangevuld.

Ik houd me ondertussen bezig met de was. Ons bedje wordt weer lekker verschoon. Daarna zijn onze lijven aan de beurt, we nemen een lekkere douche. Boodschappen worden gehaald. En wij blijven net zo lang in het centrum rondhangen totdat het vijf uur is. Na vijf uur mag de alcohol boven de 3.7% wettelijk verkocht worden. Maximaal 2 flessen wijn per persoon. We gaan dus wijn halen, we zijn met z'n tweeën, vier flessen dus. Er staat een enorme rij voor de kassa. Als we aan de beurt zijn, vraagt de dame achter de balie wie wat koopt. We moeten twee keer afrekenen. "You have an interesting way of selling alcohol", zegt Frans. De dame slaakt een diepe zucht, "tell me about it". En dat allemaal om het drankmisbruik onder de aboriginals tegen te gaan. Er wordt echter niets geregistreerd. Eens even kijken of we in de andere alcoholshop hier in het stadje nog wijn kunnen halen. En ja hoor geen probleem, ook daar koop ik weer 2 flessen wijn. Het systeem is dus te omzeilen, maar pas na vijf uur. Wat een gedoe! 

We rijden naar het vliegveld, eigenlijk mogen we hier niet overnachten, maar we doen het gewoon. Lekker gemakkelijk, want morgenochtend om 6 uur hebben we een rondvlucht. Staan we gelijk voor de deur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

Donderdag 7 juli 2011: Victoria River Scenic Lookout, afgelegd 238 km (pos 15.38.06S 130.27.09E)

De wekker gaat af, het is vijf uur lokale tijd. We hebben nog tijd voor een ontbijtje en dan wandelen we naar de balie. De eerste toeristen zitten er al. Het is hoog seizoen, er gaan tegelijkertijd 4 vliegtuigjes de lucht in, elke met 7 passagiers. De vlucht duurt 2 uur, het is een prachtig gezicht. Gisteren zijn we door dit landschap gereden, nu vliegen we erover heen. We Lake Argyle, het grootste aangelegde zoetwater meer, de dam en over twee cattle stations (Texas Downs en Lissadell) vliegen we naar de Bungle Bungles. Een prachtig natuurgebied, 45000 hectare groot. De Bungle Bungles maakt onderdeel uit van het Purnululu National Park (240000 hectare groot), het bestaan van de Bungle Bungles is eigenlijk pas rond 1980 'ontdekt' toen daar een documentaire opgenomen werd over de cattle industrie. Nadat die getoond werd, is het gebied bekend geworden bij het grote publiek.

De rotsen zijn van zandsteen, geërodeerd door zand, wind en regen en zien er nu uit als bijenkorven. Tussen de rotsen zijn enorme grote kloven ontstaan. Omdat je er alleen met een 4WD kunt komen, trakteren we ons zelf op deze rondvlucht. Via de Argyle Diamond Mine vliegen we weer terug naar Kununurra. Twee uur later stappen we uit het vliegtuig. Wat een geweldige ervaring. We sluiten af met een ontbijtje.

En dan gaan we over in Tweetie, we rijden verder naar het oosten, we passeren de grens met Northern Territory, de klok gaat anderhalf uur vooruit en de dag wordt anderhalf korter en we graven ons 'Uluru zand' weer op bij Gregory's Tree.

 

Vrijdag 8 juli 2011: Mathison Rest Area, afgelegd 200 km (pos 15.08.23S 131.41.01E)

We tuffen vandaag over de Victoria Highway richting Katherine. Onderweg komen we door het Gregory National Park, en daar zijn een aantal mooie wandelingen uitgezet. De eerste is bij Joe Creek, eerst is het tijd voor een bakkie leut en dan gaan we wandelen. Het is niet zover, ongeveer 2 km, maar het is een mooie route. We komen langs aboriginal art. De volgende wandeling is iets verderop en vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht over de Victoria river. Dit is het land van de Aboriginals, van de Wardaman en Nungali-Ngaliwurru mensen.Zij geloven in de dreamtime stories "Hoe regenboog het water levert"en "hoe python, sprinkhaan en bliksem de rivieren creëren en vullen met water". 

 

Zaterdag 9 juli 2011: Iets ten noorden van Katherine, afgelegd 132 km (14.21.46S 132.08.34E)

Na onze overnachting zetten we nu definitief koers naar Katherine. Katherina is één van de grotere steden hier. Katherine is vernoemd naar een dochter (die dus Katherine heet) van één van de ontdekkingsreizigers die hier kwamen.

We doen inkopen, internetten en vullen onze brandstoftank met diesel. En dan gaan we naar de hot springs. In dit gebied zijn veel warm waterbronnen, en hier in Katherine is er ook één. Het is een zijtak van de Katherine river. Lekker warm, poedelen. Het is druk, veel mensen hebben de hot spring ontdekt. Na de poedel aktie gaan we via de Stuart Highway richting Darwin. Vlak buiten Katherine vinden we een leuk plekje in de vrije natuur om te overnachten.

 

Zondag 10 juli 2011: Fenton Airfield, afgelegd 222 km (pos 13.37.24S 131.20.336E)

Doel van vandaag is Douglas Hot Springs. Een 150 km ten noorden van Katherine. Eerst stoppen we in Pine Creek, zo genoemd vanwege de vele pines (een palmsoort die je hier veel ziet). Tijdens de goudkoorts van 1871 is Pine Creek otnstaan, Pine Creek werd een mijnstadje en in 1885 waren er ongeveer 200 Europeanen en 4000 Chinezen werkzaam op de goudvelden. Nu is het een gehucht van nog geen honderd inwoners. We rijden naar de Mine Lookout, hier heb je een mooi uitzicht over de in 1995 gesloten goud mijn. Het is nu vol met water, het heeft 14 maanden geduurd om de afgegraven mijn vol te laten lopen. Na onze koffie zetten we koers richting Douglas Hot Springs, als we er bijna zijn, nog 7 km te gaan op een onverharde weg, staat er "road cloased". Eigenwijs als we zijn, rijden we toch door. 3 km verder is er een hek, dicht met een hangslot. Helaas we moeten terug.  Dan maar naar de Douglas river even verderop. Een commerciele camping, maar er is ook dagreactie. We poedelen lekker in de rivier, opletten voor krokodillen! Maar volgens de eigenaar hebben ze al 5 weken een krokodillen-val (geen idee hoe dat er uit moet zien) staan en nog steeds niets gevangen. Of nu de conclusie is dat er geen krokodillen zijn klopt?

Nou ja wij zien in ieder geval niets. Van dezelfde eigenaar horen we de Douglas Hot Spring op Aboriginal Land ligt, de weg is gereed om er te komen en camping plaats is gereed maar de Aboriginals zijn er nog niet aan toe. "They first want to do their own thing", zegt de eigenaar als ik vraag wanneer je er wel naar toekunt.

We zetten koers naar Fenton Airfield, een vliegveld helemaal verlaten, maar in gebruik tijdens de WWII. En hier vinden we een leuke plek om te overnachten.

 

Maandag 11 juli 2011: Wangi Falls, Litchfield National Park, afgelegd 214 km (pos 13.09.44S 130.40.50E)

We denken "we zijn vlakbij Litchfield National Park, dus we het is maar een klein stukkie rijden". Nou dat valt ons vies tegen, het park alleen al is meer dan 100 km breed, dus het is behoorlijk verder dan we denken. Tja Australië nietwaar, alles is hier ver rijden, daar zijn we nog steeds niet aan gewend.

We verkennen eerst maar eens het verlaten vliegveld, er is eigenlijk weinig meer te zien, de landingsbaan en er moet een kerkhof zijn van wrakstukken. Na lang zoeken vinden we dat, maar de hobbyist heeft alles wat interessant is allang geleden weg gehaald.

We gaan verder, onderweg nog een stop in Adelaide river, daar bezoeken we een oorlogs begraafplaats. Er is hier in het noorden van Australie behoorlijk gebombardeerd door de Jappen, de Amerikanen hebben hier erg veel soldaten gestationeerd gehad, dus overal vindt je restanten van herinneringen aan de WWII. Soms een vliegveld, soms een kamp, en natuurlijk ook de begraafplaatsen. Het is indrukwekkend.

Na Aidelade zetten we koers naar het Nationaal Park. Het ligt vrij dicht bij Darwin en dat kun je merken ook. Het is er ontzettend druk, de campingplaatsen zijn vroeg bezet en overal waar je kunt zwemmen zie je grote groepen toeristen. Litchfield bestaat uit watervallen, rivieren en bijzondere zandstenen rotsformaties. We gaan dat eens even de komende dagen verkennen, Wangi Falls wordt ons uitvalsbasis. Helaas kunnen we hier niet zwemmen, de pool is afgesloten vanwege mogelijke aanwezigheid van krokodillen.

 

Dinsdag 12 juli 2011: Wangi Falls, Litchfield National Park

Vandaag blijven we de hele dag rondom de camper hangen. Een relax dag? Niets is minder waar, we gaan de rode stof te lijf, alle kastjes worden uitgemest, en Frans geeft de motor een onderhoudsbeurt. Olie aanvullen, remvloeistof en koelvloeistof check, en onze claxon hapert. Dus ook hier moet aangesleuteld worden.

 

Woensdag 13 juli 2011: Wangi Falls, Litchfield National Park, afgelegd 44 km

In Litchfield National Park is ooit gedaan aan mijnbouw, er is tin gevonden. Dus dat moeten we eens bekijken. Bij Bamboo Creek (geen bamboe te zien) zijn nog restanten van de tin mijn. Tin was redelijk gemakkelijk te winnen, het lag redelijk aan de oppervlakte. Het steen moest vervolgens vergruist worden, door het via het water te zeven was het tin redelijk gemakkelijk te verkrijgen. Helaas waren de arbeidsomstandigheden zwaar. De mijnwerkers kregen al gauw een ernstige longziekte en velen bezweken. Als in 1951 door wateroverlast de mijn volloopt is het gedaan met de mijnbouw.

We maken een heerlijke wandeling langs de walker creek, gisteren is hier nog een jongetje gebeten door een slang. Dus ik let goed op, maar er gebeurt gelukkig niets. Gisteren tijdens onze wandeling langs wangi falls hebben we zelf een kleine slang gezien, wegritselend in het hoge gras.

In de walker creek zijn vele poelen waar je kunt zwemmen, we hebben onze lunch en zwemkleding meegenomen en al gauw zitten we lekker te poedelen in de waterval.

 

Donderdag 14 juli 2011: Stuart Highway, 45 km ten zuiden van Darwin, afgelegd 115 km (pos 12.50.04S 131.08.06E)

 We gaan het nationaal park verlaten, jammer het is een mooi gebied. Als we het park uitrijden stoppen we bij elke leuke plek. Kangaroes huppen over de weg, eerst maken we een wandeling bij Tolmer Falls, daarna een koffie stop bij Tabletop swamp, dan een stop bij Buley Rockhole. Hier kun je heerlijk zwemmen, maar het is ons te druk. Volgende stop is Florence Falls, je moet hier wat verder lopen naar de waterval, dus is het minder druk. We doen onze zwemkleding in de rugzak en hup daar gaan we. Nog geen uurtje later liggen we in een grote poel, je kunt tot onder de waterval zwemmen, maar de waterval is erg krachtig en het maakt een reuze herrie. Dus lang blijf je daar niet. We vragen ons af als er nu al grote watervallen zijn, hoe ziet het er hier uit in het regenseizoen? Als ik even later een slangetje zie (Frans kijkt ook eens en zegt "het is niet meer dan een flinke paling") ben ik gauw uit het water.  Genoeg gezwommen voor vandaag.

De volgende stop is Magnetic Termite Mounds, de grootste termietenheuvel die we zijn is 5 meter hoog en bijna 50 jaar oud. Dit is onze lunchstop. Het is vandaag erg warm, we zijn moe en loom. Het is ver in de 30 graden. De puf is er uit.

Als we het park uitrijden en weer op de Stuart Highway terecht komen, zoeken we gauw een plekje "in the wild" om te overnachten. Morgen is vroeg genoeg om aan te komen in Darwin.

 

Vrijdag 15 juli 2011: Darwin, Gecko Lodge, afgelegd 70 km (pos12.26.91S 130.49.89E)

Rond de koffie tijd komen we aan in Darwin, waar zullen we overnachten? De lonely planet biedt uitkomst, we zouden bij de Gecko Lodge onze campervan moeten kunnen stallen tegen een redelijke prijs. Zo gezegd, zo gedaan. Yn helpt daar waar hij kan. We hebben een mooi plekkie, bijna in het centrum van Darwin. Douce, toilet, wasmaschine en keuken bij de hand. Wat wil een mens nog meer. We maken gelijk overal gebruik van, de wasmaschine draait op volle toeren en we kunnen onszelf ook weer eens lekker poedelen.

Om zes uur hebben we afgesproken met Jeremy en Kathy, we verheugen ons er op om hen weer te zien. Het is meer dan een jaar geleden dat we elkaar gezien hebben in Panama. En nu treffen we elkaar hier in Darwin. Het weerzien is allerhartelijkst, we ploffen neer aan het strand met een biertje en babbelen honderduit. Zij vertrekken volgende week met de Darwin - Ambon rally,  dus waar we elkaar weer zullen treffen, wie weet? Morgen schuiven we nog even aan bij de BBQ van de rally en dan is het helaas weer afscheid nemen.

 

Zaterdag 16 juli 2011: Darwin, Gecko Lodge

Darwin is een grote stad, 78.000 inwoners, dus hier is alles te krijgen, nou ja te koop. Ons boodschappenlijstje was ondertussen behoorlijk gegroeid dus we slaan onze slag. Een nieuw horloge bandje, onze zwemkleding begon behoorlijk te lebberen dus we trakteren onszelf op een nieuwe bikini en zwembroek.  De thermoskan was gesneuveld in Western Australia, dus ook hier kopen we een nieuwe.

Er zijn verschillende leuke markten in Darwin, en op zaterdag ochtend is er in Parap een leuke markt, veel groente en eetkraampjes. In Darwin leven een heleboel verschillende nationaliteiten (Indonesië is erg dichtbij) en dus is het eten ook divers. Natuurlijk moeten we verschillende hapjes proeven. Het is allemaal erg lekker.

Om zes uur zijn we weer bij de Darwin Sailing Club, de BBQ begint. We ontmoeten nieuw en oude bekenden. Door alle enthousiaste verhalen en het weerzien met bootjes en water doet bij mij het bloed te kriebelen, ik wil wel weer terug naar onze lady en weer zeilen.

 

world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
website_dalwhinnie_01012011027003.jpg website_dalwhinnie_01012011027002.jpg
Lees verder
GTX172137
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
Logboek 2016
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -