info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.

(Klik op de foto om het fotoalbum van de maand november te openen)

 

Vrijdag 28 oktober 2011: Tiaro Memorial Park,  afgelegd 247 km (pos 25.43.43S 152.35.02E)

Zondag 23 oktober, onze mobiel gaat, we zijn net een paar dagen weer terug in Australië. Het is Gerjan van de Spirit, wat een leuke verrassing. De Spirit is net overgestoken van de Vanuatu´s en zijn gearriveerd in Australië. Onze plannen zijn gauw gemaakt, we vertrekken vrijdag voor onze tweede Australië toer. Eerste stop wordt Bundaberg waar de Spirit ligt.

Het is koffietijd als we de motor van Tweetie starten, we zetten koers naar het noorden. We zijn even vergeten dat Australië toch wel erg groot is, de afstand Brisbane Bundaberg is bijna 400 km, te ver vinden we voor één dag. Als we bij Tiaro komen, waar we eerder hebben gekampeerd, is de beslissing snel gekomen. We blijven hier een nachtje overnachten. 

 

Zaterdag 29 oktober 2011: Bundaberg Port Marina, afgelegd 159 km (pos 24.46.28S 152.23.30E)

Ja, daar zien we Ans lopen op de steiger. We geven een schreeuw, Ans hoort ons en komt naar ons toe. De poort gaat open. Het weerzien is hartelijk, het is 10 maanden geleden dat we elkaar voor het laatst troffen. Wij en natuurlijk ook Ans en Gerjan hebben een hoop te vertellen. Koffie en verhalen en dat gaat uren zo door. Gezellig. Voordat we het weten is het laat, we hebben Tweetie hier op de kampeerplaats staan. We blijven een nachtje overnachten. Want ja we zijn natuurlijk nog lang niet uitgepraat. 

 

Zondag 30 oktober 2011: Ban Ban Springs , afgelegd 165 km (pos 25.40.54S 151.48.57E)

We gaan verder waar we gisteren gestopt zijn. Koffie en verhalen utiwisselen. De Spirit heeft een stevige overtocht gehad, de laatste dagen zijn ze in een heuse storm terecht gekomen, het was slapen op de grond in de kajuit, in bed was niet meer mogelijk. En tot drie keer toe hebben ze het roer van hun windvaan verloren. Dezelfde windvaan als onze Gerrit. Dus ook de kluslijst van de Spirit is nog niet leeg. En ik maar denken dat wij de enige zijn die veel te klussen te hebben.

Als het tegen twaalf uur loopt, besluiten we om toch maar afscheid te nemen. Maar het wordt dit keer een afscheid voor korter duur, we maken vage plannen om volgend jaar bij het begin van het vaarseizoen een stuk gezamenlijk op te zeilen. Gezellig lijkt ons. Nog een zwaai en een dikke zoen en daar rijden we dan.

We zetten nu dan echt koers naar het zuiden. We gaan van de kust af en trekken weer naar de outback, tot nu toe favoriet van ons in Australië.

Onze eerste voorlopige verste eindbestemming is Cooper Pedy, in het rode hart van Australië, waar de temperatuur zo hoog oploopt dat de mensen er onder de grond leven in de koelte. Dat willen we wel eens zien.

 

Maandag 31 oktober 2011: Cecil plains, afgelegd 279 km (pos 27.31.56S 151.12.16E)

Het is warm vandaag, erg warm, is het de laatste dagen bewolkt geweest, maar nu schijnt de zon ongenadig. We hebben de bergketen (great dividing range) achter ons gelaten en komen in vlak land. Groen en bomen, maar vlak. Langzamerhand komen we in de graanschuut van Australië terecht. We zien steeds meer velden vol met graan, goudgele velden kilometers achter elkaar. De boeren hebben het druk, hoewel het nu hier voorjaar is, is het volop oogsttijd. Zou men hier twee oogsten kennen? Over de weg komen we veel oogstmachines tegen, ze rijden langzaam, zijn breed en worden altijd voorafgegaan door een auto die vermeld dat er oversized verkeer aankomt. Aan de kant dus.

En zo tuffen de kilometers weg onder de wielen van Tweetie.

 

Dinsdag 1 november 2011: Nord Star Road rest area, afgelegd 235 km (pos 28.50.26S 150.13.34E)

Vandaag wederom een reisdag, we reizen door de velden vol met graan, we trekken verder naar het zuiden, we komen aan in Goondawindi, een redelijke grote plaats op de grens van Queensland en New South Wales. Als we de grens passeren leveren we een uur in. New South Wales kent wel zomertijd, Queensland niet. Alle staten kennen deels hun eigen wetgeving, en dit is er een voorbeeld van. Wij vinden het wel fijn de zomertijd, het is nu tot een uur of zeven / half acht ´s avonds licht. Heerlijk.

Helaas houdt dat in dat we ook langer last hebben van de vele vliegen. Je staat nog niet stil en stapt uit de auto of de vliegen komen in grote getale op je af. Vervelend en vies, maar zodra de zon onder gaat zijn de vliegen verdwenen, daarvoor in de plaats krijg je natuurlijk wel iets terug.....de muggen!

 

Woensdag 2 november 2011: Bark Hut, Mount Kaputar National Park, afgelegd 239 km (pos 30.17.25S 150.08.35E)

Via de newell highway zakken we steeds verder af naar het zuiden. In Narrabri stappen we bij de Tourist Information, we willen informatie over Mount Kaputar National Park. De weg naar het park is niet helemaal geasfalteerd maar goed te doen. Dus we gaan naar het nationaal park. Ik ben Narrabri nog niet uit en krijg een grote leguaan onder de wielen. Jammer, ik schrik ervan maar kan het arme beest helaas niet meer ontwijken. Het is ruim 50 km rijden het park in, een vlak stuk. De weg gaat steil omhoog, slingert en af en toe zitten er behoorlijke kuilen in de weg. Tegenliggers verwacht je niet, het is hier stil, maar dan opeens komt er toch een tegenligger aan. Pff, allebei boven op de rem, we kunnen elkaar net ontwijken. De adreline giert door onze lijven. Daat gaat gelukkig niet goed.

Een uurtje later parkeren we op de camp ground, Bark Hut. Wat een weldadige rust. Midden in de bomen en bergen. Het is hier bijna 1500 meter hoog, één van de hoogste delen van Australië. De bergen zijn ontstaan als gevolg van vulkanische activiteit 13 miljoen jaar geleden. Nadat de vulkaan was 'gestorven', heeft erosie de rest gedaan. Zie hier het ontstaan van warrumbungle national park.

Als we op de campground staan krijgen we 's avonds bezoek van twee kangaroos, een moeder met een joey in haar buidel en een groter jong dat met haar meehuppelt. Af en toe grommen ze naar elkaar. Ze zijn absoluut niet schuw en komen heel dicht bij op een twee meters afstand. We kunnen ze goed bekijken, maar wie bekijkt nu wie? Het worden onze huisgenoten, elke avond en ochtend scharrelen ze op de campground rond onze Tweetie.

 

Donderdag 3 november 2011: Bark Hut  (pos 30.17.25S 150.08.35E)

Vandaag is het een wandeldag, maar natuurlijk eerst wordt er gezongen "lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria hieperdepiep hoera!!!" ik ben jarig. Je mag een dame natuurlijk niet naar haar leeftijd vragen.

We kiezen een lange wandeling uit, 8 km! De eerste twee kilometer gaat het lekker bergafwaarts, maar dan wordt het vier kilometer lang klimmen. Pfff, dat valt niet mee. Gelukkig lopen we in de bossen, dus lekker veel schaduw. We worden beloond voor al onze inspanningen met prachtige vergezichten. In de verte zien we de Warrumbungles liggen, onze volgende stop.

Als we weer terugkomen bij onze camping plek zitten onze trouwe huisdieren al keurig op ons te wachten.

 

Vrijdag 4 november 2011: Camp Blackman, Warrumbungle National Park, afgelegd  207 km (pos 31.16.43S 148.59.30E)

Vandaag toeren we weer een stukje verder. Naar het volgende nationaal park, Warrumbungle. 

Ook onstaan door dezelfde vulkanische activiteiten 13 miljoen jaar geleden. Warrumbungle

ligt vlakbij het stadje Goonabarabran. Het is een leuke route door heuvelachtig landschap.

Maar we beginnen de dag met het verjaardagstaartje dat we nog te goed hebben. In Narrabri

doen we boodschappen en eindigen op een terrasje met een lekker gebakje. Naast ons zit

een ouder echtpaar, Frans raakt ermee aan de praat als ik de taartjes uitzoek. Volgens de

oudere dame hebben ze erg veel problemen met slangen op dit moment. Gevaarlijke giftige

slangen, in Queensland is een dame vier keer gebeten door dezelfde slang! Hulp mocht niet

meer baten. Oppassen dus als we wandelen.

We komen laat in de middag aan op camp blackman, een mooie camping. We zoeken het

tentgedeelte op, er is altijd wel een plekje voor onze bescheiden Tweetie. Je struikelt hier

letterlijk over de kangaroes. In grote getale huppelen ze rond en grazen op het sappige gras.

Kaketoes, papegaaien en af en toe zien we emoes, kortom het lijkt wel een openbare dieren-

tuin waar we ons bevinden. We klagen niet.

 

Zaterdag 5 november 2011: Camp Blackman (pos 31.16.43S 148.59.30E)

Een nieuwe wandeldag vandaag, we staan vroeg op. Het is warm overdag en we willen de hitte een beetje vermijden. Om acht uur gaan de wandelschoenen aan, en hup daar gaan we dan. Vandaag hebben we een route van 12,5 km uitgekozen! De eerste kilometers zijn redelijk vlak, een beetje vals plat. Het is nog vroeg, en redelijk koel. We zien weer veel kangaroes om ons heen.  Ons doel is Breadknife en de Grand High Tops, vandaar hebben we een fantastisch uitzicht over de mooie pieken. Maar wat een klim, de laatste kilometer is het trappen klimmen en dat valt niet mee. "Ik ga dood",  roept Frans halverwege. Maar we zetten door, en uiteindelijk bereiken we de top. En daar blijven we een tijdje zitten, uitrusten en genieten van het uitzicht.

We moeten verder, we zijn op het eindpunt, nog 6 kilometer te gaan. Halverwege dus. Onderweg komen we een klein slangetje tegen. Ik heb het verhaal van de oudere dame op het terrasje nog vers in mijn geheugen. Zijn de kleine slangetjes niet het meest gevaarlijk en giftig? Frans vindt het spannend, ik vind het maar eng. En behoedzaam loop ik om de slang heen. Even verderop horen we geritsel in het gras. Eerst zien we niets. Dan toch weer geritsel, nog maar eens goed kijken en ja hoor daar op de boom, een meer dan één meter lange varaan. Een prachtig beest. Hij zit doodstil, maar zijn oogjes houden ons scherp in de gaten. Mijn zijn scherpe klauwen klemt hij zich vast aan de boom. Prachtig, mooi voor ons poserend, we kunnen mooie foto's maken.

Om één uur zijn we terug bij de Tweetie, we tuffen de paar kilometer terug naar de camping, en je begrijpt het al, de middag is om te relaxen en bij te komen. Wat een spierpijn zullen we morgen hebben.

 

Zondag 6 november 2011:  Florida Rest Area ten westen van Cobar, afgelegd 343 km (pos 31.31.56S 146.21.05E)

Als we opstaan is het bewolkt, het regent zelfs een paar druppels. Nou na alle warmte vinden we dat niet erg. Een koele dag vandaag, een reisdag wederom. We zetten koers richting Broken Hill, via Mitchel Highway komen we op de Barrier Highway. Vlak voor Cobar, een mijnstadje, no mining no town no work, vinden we het welletjes. We overnachten hier, temidden van de vliegen en miertjes. $%^&*@!# 

 

Maandag 7 november 2011: MacCulloughs Range Rest Area, afgelegd 268 km (pos 31.41.42S 143.48.53E)

Wat horen we toch steeds? Loopt er iemand rond de campervan? Als we kijken zien we apostel birds (ze heten zo omdat ze meestal in groepjes van twaalf leven, in familie verband en de hele familie zorgt voor het jonge grut) zitten op onze antenne en op de spiegel. Ze kijken in de spiegel en tikken verwoed met hun snaveltjes op het glas. Boos de indringer verjagen, maar ja dat lijkt natuurlijk niet. 

Het is nog te vroeg vinden wij om op te staan, dus we draaien ons maar eens lekker om.

Het is uiteindelijk tien uur als we vertrekken en het belooft een hete dag te worden. De zon schijnt ongenaakbaar. De temperatuur loopt uiteindelijk op tot 39 graden! We smelten bijna in de auto. De belooft wat, we spreken met een stel dat ons weet te vertellen dat het hier koel is vergeleken bij Cooper Pedy!

Het blijft tot laat in de avond warm, als we om tien uur 's avonds naar ons bedje gaan is het nog steeds 30 graden.

 

Dinsdag 8 november 2011: Round Hill Rest Area, Broken Hill, afgelegd 252 km (pos 31.56.15S 141.31.06E)

Vandaag tuffen we verder richting Broken Hill, voordat we vertrekken barst er is een heuse regenbui boven onze hoofden los. Gelukkig zijn we op tijd naar het geasfalteerde deel gegaan op de overnachtingsplek. Geen zorgen dat we vast komen te zitten in de grond. Als het regent wordt de grond hier net vette klei, heel dik en erg plakkerig. Je weet wel, liep je vroeger als kind door de sneeuw op klompen om zoveel mogelijk sneeuw geplakt te krijgen onder je klompen, lekker wiebelen, spannend. Nou zo gaat het ook met de grond hier als het regent, het plakt lekker en voordat je weet zeul je kilo´s grond onder je voeten mee of aan de banden van je auto.

Maar goed niets van dat alles, de koffie is, het is weer droog, tijd om verder te trekken.

Net voordat we bij Broken Hill aankomen passeren we de fruit fly zone, ze zijn bang voor fruitvliegjes en andere ziekten. Geen fruit, geen groente mag je meenemen. Gelukkig is bij ons alles op. Dus we hoeven niets weg te gooien. We overnachten 7 km voor Broken Hill en dat is een grote stad, dus daar kunnen we vast inkopen doen.

 

Woensdag 9 november 2011: Round Hill Rest Area. Broken Hill, afgelegd 54 km

Broken Hill, een grote stad van ongeveer 21000 inwoners. Een stad onstaan door de mijnbouw hier onder andere zilvermijnen, 25 kilometer ten noorden van hier ligt dan ook een ghosttown genaamd Silverton. Dat willen we morgen bezoeken.

Vandaag is het een beetje een klusdag. We douchen, we doen de was, internetten en dat soort dingetjes. We zijn de hele ochtend ermee zoet.

Broken Hill is een aardig stadje, je ziet nog veel van de oude gebouwen. Maar het ligt werkelijk in de middle of nowhere. Het wordt ook wel de hoofdstad van de outback van New South Wales genoemd.

Eén van de aardige dingen die aanbevolen wordt in de folders is de living desert. Eventjes buiten de stad, nou wij tuffen erheen, boven op de heuvel staan een aantal sculptures, maar niets zo bijzonder. Het uitzicht is mooier dan de beelden. Er zijn ook twee wandelingen uitgezet, cultural tracks. Maar we hebben geen puf meer. De hitte zuigt alle energie op. We vinden het wel goed.

Als we ´s avonds weer naar onze overnachtingsplaats rijden, breekt de onweer, net als gisteravond, weer in alle hevigheid los. De lucht wordt prachtig verlicht door alle weerlichten.

 

Donderdag 10 november 2011:  Thackaringu Rest Area, Broken Hill, afgelegd 105 km (pos 32.02.44S 141.07.39E)

Vandaag bezoeken we Silverton. Silverton, vlakbij de mundi mundi plains, waar we een prachtig uitzicht over hebben. Je kijkt in de verre verte en ziet ....leegte, vlakte en heel veel ruimte. De outback, het blijft een fascinerend wereld.

Silverton is ontstaan in 1883, in september van dat jaar kende het stadje een paar honderd inwoners, in december waren het er 3000. Zilver, een booming business. Op het hoogtepunt woonden er 5000 mensen in Silverton. Maar met de opkomst van Broken Hill, ging Silverton ten onder. In 1896 was het gebeurd met Silverton. Nu wonen er nog ongeveer 60 mensen en zie je de relikwieën van vroeger. De oude gebouwen, woonhuizen, gevangenis, hotel silverton, een school (ooit had deze 140 leerlingen) en van de 10 kerken die er ooit stonden zijn er nu nog twee over. Het gehuchtje ademt de sfeer van vroeger, van nostalgie. We lopen door Silverton, over de onverharde paden. We wanen ons 100 jaar terug in de tijd. Het leven was hier hard, weinig verse groente en fruit, tyfus, de kindersterfte is er hoog. Ook gebeuren er veel mijn ongelukken met veel slachtoffers. Als we het kerkhof bezoeken zijn we de graven van die tijd. 

Silverton wordt nu veel gebruikt door de filmindustrie, en in commercials. De film Mad Max 2 is hier opgenomen, natuurlijk is er nu een Mad Max 2 museum, de auto´s uit de film staan voor hotel Silverton.

Met weemoed nemen we afscheid van Silverton, een leuke verrassing in deze uitgestrekte en weidse omgeving.

 

Vrijdag 11 november 2011:  Nackara, afgelegd 208 km (pos 32.46.03S 139.17.13E)

Die bloody Australiërs ook, overal hebben ze rules en regulations, do's en don't. Vlak voordat we aankomen in Broken Hill zijn we de fruit fly zone gepasseerd, dus wij zorgen braaf dat alle verse groente en fruit op is. Broken is één van de weinige grote plaatsen hier, waar je tegen niet al te dure prijzen verse groente en fruit kunt kopen, de volgende grote plaats is Port Augusta een paar honderd kilometer naar het westen. Dus wij hebben lekkere verse spullen gekocht. Vandaag passeren we de grens met South Australia en wat denk je, ook hier mag je geen verse groente en fruit invoeren! Belachelijk, Broken Hill ligt bijna op de grens met South Australia, maar daar wordt nog niets gezegd.

Wij horen deze regeling van een ander stel kampeerders. Gelukkig is de checkpoint bijna 250 km verderop, dus we kunnen nog een dag vooruit. Maar we besluiten om toch maar aan deze kant van de grens te overnachten, maken we zoveel mogelijk verse groente en fruit op, de rest kook ik wel, en dat mag dan wel weer ingevoerd worden. Om gek van te worden, al die regels !@#$%

 

Zaterdag 12 november 2011: Nooltana Creek, Hawker, afgelegd 216 km (pos 31.48.33S 138.22.01E)

Ons doel is Flinders range, een national park iets ten noordoosten van Port Augusta, maar het is nog wel een eindje rijden. De afstanden zijn weer groot en we merken dat het hier zomer wordt. De temperaturen zijn hoog, erg hoog, 's nachts komt de temperatuur niet meer onder de 20 graden, overdag halen we de 40 graden. Wat een verschil toen we hier in mei aan het toeren waren, af en toe was het rillen van de kou en nu lopen de zweetdruppeltjes over onze rug. En niet alleen daar.....

In Peterborough, een leuk oudstadje waar de spoorwegen ooit een belangrijke rol hebben gespeeld en meer dan 100 jaar de grootste werkgever was, houden we een koffie stop. In een oud treinwagon is het lokale VVV ingericht. Natuurlijk even kijken, en een praatje maken met de vriendelijke oude dame. Ze babbelt aan één stuk door en ik kom bijna niet meer weg. Frans zit buiten al te wachten met de koffie, als ik haar vertel dat mijn man met de koffie zit te wachten, maant zij mij om gauw naar buiten te gaan. Manlief mag niet boos worden natuurlijk en de koffie moet heet gedronken worden.

Na de koffie gaat het verder richting Hawker, even buiten het dorpje vinden we aan een riviertje een leuk plekje om te overnachten. Het is rustig en we staan er alleen zoals de laatste paar nachten ook al het geval is.

 

Zondag 13 november 2011: Flinders range, afgelegd 102 km (pos 31.21.08S 138.42.07E)

                                                                    Vandaag komen we aan in het nationaal park, helaas is een deel van het park niet toegankelijk. Ook

                                                                    hier is vorige week veel regen gevallen, en daardoor zijn er wegen weggespoeld, jammer. We kunnen

                                                                    de gorges niet bezoeken, maar niet getreurd er is nog volop moois te bewonderen.

                                                                    We stoppen eerst in Wilpena Pound, een natuurlijk dal omgeving daar een bergketen, het lijkt een

                                                                    beetje op een krater maar dat is het niet. Door de natuurlijk bescherming was dit een ideale plek om je

                                                                    vee te laten grazen. En dat gebeurde dus ook, in de tweede helft van 1800 vestigden de Europese

                                                                    boeren zich hier. Vele bomen werden gekapt, schapen grazen op het vele ontstane grasland, er wordt

                                                                    voortdurend strijd geleverd tegen de droogte. Als er dan na een paar jaar regen valt, wordt de weg die

                                                                    met veel moeite in de loop van de jaren is aangelegd in één keer weggespoeld. Wat een hard leven!

Uiteindelijk heeft de mens zich teruggetrokken en is het nu een prachtig natuur gebied. Wel redelijk kaal, waardoor de wind vrij spel heeft. En het waait hier hard. Maar er zijn veel heuvels met prachtige vergezichten. Je struikelt hier bijna over de kangoeroes en de emoes. Vlak voor ons steekt een moeder emoe met acht jongen de weg over. Wij stoppen en laten haar rustig passeren, ondertussen genieten we van al het moois om ons heen.

 

Maandag 14 november 2011: Flinders Range, Dingly Den Campground

De enige bush camping die nog open is is de Dingly Den Campground, halverwege het park. Het park is erg groot, als je een rondrit wilt maken met de auto ben je 200 km onderweg, dus oppassen met de benzine. Want benzinepomps zijn er niet in het park.

Wij besluiten om lekker nog een dagje hier te blijven kamperen, genieten van de rust en de omgeving.

 

Dinsdag 15 november 2011:  Warren Gorge, Quorn, afgelegd  176 km (pos 32.10.57S 138.00.26E)

Flinders Range is groot, je hebt een noordelijk deel, centraal deel en een zuidelijk deel. Vandaag toeren we richting het zuiden, vlakbij het dorpje Quorn, meer een gehucht eigenlijk met 1000 inwoners. Maar goed alle voorzieningen zijn aanwezig.

Onze eerste stop is bij Kanyaka, onderweg zien we veel restanten van vroegere huizen en boerderijen, die werden vroeger van steen gebouwd en daar zijn nog ruines van overgebleven. Eén ervan is Kanyaka, een boerderij met veel bijgebouwen waar meerdere gezinnen woorden. Hierdoor ontstond er eigenlijk een dorpje. Het was tevens een belangrijk postkoets plaat, want de route van noord naar zuid liep via Kanyaka.Kanyaka is in de tweede helft van 1800, door John Randall Philips gebouwd, een schapenboer. Op het hoogtepunt lopen er meer dan 41000 schapen rond. Uiteindelijk door droogte moest Philips in 1881 de strijd opgeven en verliet hij zijn boerderij.

Tijd om verder te trekken, in Quorn proberen we een douche te vinden, maar geen geluk. We tuffen naar Warren Gorge midden in de wildernis en daar maken we ons eigen douche. Tussen de kaketoes, kookaburra en de kangoeroes koelen we heerlijk af.

 

Woensdag 16 november 2011: Warren Gorge

We blijven nog een dag in Warren Gorge, de wandeling moet tenminste volgens ons gelopen worden. Ruim 5 km, maar hoe later het wordt, hoe meer de moed in onze schoenen zinkt. Het is warm. we kijken elkaar aan "aan het eind van de middag dan? ja goed aan het eind van de middag doen we de wandeling".

We zitten lekker in de schaduw, met een boekje erbij, rondom ons lachende geluiden van de vele kookaburra's, kangoeroes huppen over het grasland, de moed keert niet weer terug. We blijven lekker zitten, waar we zitten. In de schaduw, met een biertje.

 

Donderdag 17 november 2011: Pimba, afgelegd 242 km (pos 31.15.23S 136.48.16E)

Tijd om verder te gaan, eerste stop is Port Augusta. Wij zien de zee, een bootjes. Dat trekt altijd, natuurlijk lunchen we op de boulevard met uitzicht op de bootjes. Het is heel heet, de kaas smelt, boter smelt, en je kunt van het water thee zetten zonder het te hoeven koken. De temperatuur loopt op tot 40 graden! Pfff, we zweten peentjes.

Na de lunch is het tijd om verder te gaan. We gaan de Stuart Highway op, richting Coober Pedy. Eén lange rechte weg, hier en daar een flauwe bocht, met uitzicht over het oneindige. De Stuart Highway is 3000 km lang en loopt van Adelaide naar Darwin. Dwars door het centrum van Australië. We zitten in het hartje van de outback. Goed opletten dus op onze diesel- en water voorraad.

We zien de eerste zoutpannen, opgedroogde zeeën, soms staat er nog een beetje water in, maar het merendeel is zout. De natuur is hier onbarmhartig, elk foutje wordt genadeloos afgestraft. Er is weinig ruimte voor mens en dier.

De Stuart Highway is pas in 1987 aangelegd, daarvoor was het een onverharde weg. Wat een reis moet dat in de vroegere dagen geweest zijn.

Als we bij Pimba aankomen houden we het voorgezien, het is warm. We stoppen bij een roadhouse, douche bij de hand, water bij de hand en we kunnen Tweetie parkeren onder een afdakje in de schaduw. Wat wil een mens nog meer.

Even later komt er nog een campervan aan tuffen, "do you know if it is allowed to camp here overnight?" wordt er aan ons gevraagd. Het is Thijs, uit Leuven (België). Thijs reist alleen en is verlegen om een praatje. Voordat we het weten is Thijs bij ons aangeschoven en blijft tot lekker laat in de avond plakken. Wel een gezellige jongen die Thijs, maar het wordt wel stil al hij laat in de avond naar zijn eigen campervan gaat.

 

world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
website_dalwhinnie_01012011034003.jpg website_dalwhinnie_01012011034002.jpg
Lees verder
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
Logboek 2016
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -