(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand februari openen)
Woensdag 1 februari 2012: Waimakariri River Rest Area, afgelegd
97 km
Zo het heeft lekker geregend, de hele nacht. Maar we zijn droog gebleven. Het bedje is wel even want, we slapen op een houten
hardboard plank, met daarop twee matrasjes. En deze zijn een beetje dun. We krijgen een "houten rug". Maar ja dat zal wel wennen.
Was het gisteren nog 27 graden, vannacht is het behoorlijk koud. Ook dat is even wennen, na de lekkere hoge temperaturen in Australië.
De truien en lange broeken moeten aan.
We gaan eerst maar eens Christchurch verkennen, de grootste stad van het zuidelijk eiland. Het
zuidelijk eiland is drie keer de lengte van Nederland. Groot voor ons dus, maar met de bekende lange afstanden in Australië die we
gewend zijn, vinden we 1000 km wel meevallen.
We gaan naar de binnenstad van Christchurch. Dat valt nog niet mee om er te komen, veel
straten zijn afgezet. De hele binnenstad is afgesloten en veel gebouwen zijn gesloten, beschadigd en half afgebroken. Nog steeds een
overblijfsel van de aardbeving vorig jaar februari. We hadden niet in de gaten dat dat zo erg is geweest. Er zijn een paar containers
neer gezet, die zijn leuk gekleurd en opgevrolijkt, zodat er toch nog een paar winkeltjes en cafe's hun business kunnen runnen. Maar
echt vrolijk is het niet.
Het wordt tijd voor boodschappen, we slaan voor een paar dagen in, want ons volgende doel is Arthur's Pass,
de alpine highway door de alpen op het zuidereiland. Eén van de mooiste routes op het zuidereiland volgens de boekjes.
Na de
boodschappen gaan we een eindje op weg. Helaas het regent en zwaar bewolkt, geen berg te zien. Jammer, maar misschien hebben we morgen
meer geluk.
Donderdag 2 februari 2012: Lake Pearson, afgelegd 67 km
We gaan verder de bergen in, het weer klaart op, en zowaar
kunnen we steeds meer van de prachtige omgeving zien. De natuur op het zuidereiland is prachtig. De bergen zijn ruig en kaal. Ooit
groeiden hier vele bossen, maar de Maori heeft alles kaal gebrand in haar jacht op de Moa. De Moa was een grote loopvogel, het eten
voor de Maori. Door de enorme jacht is de Moa ondertussen uitgestorven.
Dwars door de bergen zien we brede dalen, rivierbeddingen
uitgesleten door het vele sneeuw en smeltwater dat hier in het voorjaar langs moet komen. We stoppen bij Castle Hill, grote kalksteenformaties,
volgende halte is Cave Stream. Een kalksteengrot waar je doorheen kunt lopen, hadden we gedacht. Nou mooi niet, je moet een
wetsuit aan en door de rivier en vele kleine watervalletjes waden. We zien er maar vanaf, en maken een wandeling boven de grond. Net
zo mooi, en we blijven droog.
Als we aan komen bij Lake Pearson, vinden we het genoeg voor vandaag. Het is een prachtige plek, mooi
om te overnachten. Morgen gaan we wel verder naar Arthur's Pass.
Vrijdag 3 februari 2012: Greyneys Shelter, afgelegd 47 km
Vandaag
bezoeken we Arthur's Pass. Arthur's Pass is ontstaan omdat er grote behoefte was
aan een weg door de alpen. Er is goud gevonden in
het westen! Goudkoorts ontstaat, en de
mensen aan de oostzijde willen dus door de bergen naar het westen, goud delven. Er ontstaan
een dorpje Arthur´s Pass Village, oorspronkelijk het tentenkamp van de wegenbouwers die in
1865/1866 de weg van Christchurch naar
de westkust aanlegden. Met de Cobb&Co koets waren
mensen dagen onderweg om van de ene kant naar de andere kant te komen. Nu doe
je er met
de auto drie tot vier uur over. Omdat de omgeving zo mooi is trekken wij een paar dagen uit voor
deze route. We maken een
mooie wandeling naarDevil´s Punchbowl waterval van 131 meter hoog.
Uiteindelijk overnachten we in Greyneys Shelter, maar het is niet
alleen een shelter voor mensen
maar ook voor de enorme hoeveelheden kleine irritante mugjes. Later horen we van anderen dat
dit de
bekende sandflies zijn, nou voor ons absoluut niet bekend. We weten niet hoe snel we naar
de winkel moeten om anti-muggenspul te kopen.
Zaterdag 4 februari 2012: Lake Mahinapua, afgelegd 138 km
Vandaag leggen we het laatste stuk af door Arthur's Pass, eerst nog
even een korte wandeling naar één van de valleien, dan via de Otira viaduct verder naar het westen. Uiteindelijk komen we terecht
aan de westkust. We stoppen in Hoikitika, tijd voor de boodschappen. Omdat we heel weinig bergruimte hebben in onze Bongo moeten we
regelmatig boodschappen doen.
Hokitika is een leuk stadje, het staat vol met winkels en fabriekjes die jade verkopen, in allerlei
soorten en maten. Jade is hier erg populair, het was al populair bij de Maori. Het was het hardste materiaal dat de Maori kenden en
er werden gereedschappen, wapens en sieraden van gemaakt. We kijken lekken rond in de winkeltjes. Holitika is groot geworden door
de goudwinning. In 1866 lag de haven vol met schepen die mijnwerkers aanvoerden, het was een verraderlijke haven, in 1865 en 1866
verging er elke 10 weken een schip!
Vlakbij Hokitika ligt een prachtig meer, Mahinapua, en daar slaan we ons kampement op. We zijn
niet de enigen, het is er lekker druk, met veel andere tentjes, motorhomes en campervans.
In de boekjes hebben we gelezen dat er een
Glowworm Dell is, aan de rand van het stadje. Vleesetende larven die 's avonds hun lichtjes laten schijnen. We moeten even geduld
hebben, pas na negen uur begint het te schemeren, maar ons geduld wordt beloond. Een bijzonder gezicht, hoe donkerder het wordt, hoe
meer gloeiwormen we zijn, allemaal kleine lichtjes op de rotswand en tussen de varens. Het lijkt wel mini-kerstversiering.
Zondag
5 februari 2012: Franz Josef Village, afgelegd 151 km
We rijden via de westkust verder naar het zuiden, er is hier maar één weg, de
highway 6. En die volgen we dus. We maken eerst nog een stop bij het stadje Ross, ook Ross is ontstaan vanwege de goudkoorts. Er is
een openlucht museum en we wandelen langs oude mijninstallaties. Uiteindelijk komen we terecht op een begraafplaats, de gemiddelde
leeftijd van toen lag laag zien we op de graven. Als je de 40 haalde, was je oud.
Na Ross gaat het verder zuidwaarts. En uiteindelijk
zijn we dan in Franz Josef Village. Dit gehucht dankt zijn bestaansrecht volledig aan de Franz Josef gletsjer. Er zijn alleen maar
hotels, motels, B&B en holiday parks. Natuurlijk met alle toeristen in de buurt rijzen de prijzen de pan uit. Maar ja ook wij
willen de gletsjer zien. We sturen Bongo dus ook één van holiday parks op.
's Avonds proberen we nog een glimp op te vangen van de
gletsjer. Vol goede moed lopen we die kant op, maar het blijkt toch verder weg te zijn dan we dachten, we zijn een heel klein stukje.
Maar geduld hebben tot morgen.
Maandag 6 februari 2012: Gillespie
Beach, afgelegd 65 km
We zijn vroeg uit de veren en om 9 uur staan we al klaar op de parkeerplaats. We gaan wandelen naar de voet van
gletsjer. De gletsjer ligt niet zo hoog, op ongeveer 300 meter hoogte. In de loop der jaren is-ie langzaam teruggetrokken. De
Franz Josef is 11 km lang en daalt af van een gebied van eeuwige sneeuw naar regenwoud. De wandeling is vreemd, eerst door bomen,
varens en dichte begroeing, dan lopen we in het dal vol met gruis en stenen en rotsen en uiteindelijk staan we aan de voet van de
ijsmassa. Spannend en erg mooi. We mogen niet te dicht bij komen, in 2009 zijn er nog twee toeristen omgekomen door vallend ijsmassa,
maar het blijft spectaculair. We staan op ongeveer 100 meter van het ijs.
Een uurtje later doen we hetzelfde, maar dan bij de 24 km
verderop gelegen Fox gletsjer. Hier horen de duidelijk de spanning in het ijs, af en toe horen je het ijs kraken en knallen en zien
we rotsblokken naar beneden vallen! We blijven ook hier op respectabele afstand van het ijs.
We vinden een leuke parkeerplek op Gillespie
Beach, aan de zee. Ook hier zijn we resten van oude graafmachines, boorkoppen en zo. Ooit gebruikt om het goud te delven. Maar wat
een ellende, overal van de kleine zandvliegen om ons heen. We hebben al een spuitbus om de beesten in de auto te doden, maar we hebben
nog iets nodig dat we op onze lijven kunnen smeren om onze blote enkels te beschermen. Morgen maar weer naar de winkel. We vluchten
nu de auto in. Jammer want het is mooi weer en je zou lekker buiten kunnen zitten....
Dinsdag 7 februari 2012: Pleasant Flat,
afgelegd 196 km
Na het geweld van de gletsjers toeren we verder naar het zuiden, we rijden via de kust. Links van onze de hoge
bergen, rechts de Tasmaanse zee. We stoppen bij Mongo beach, en maken een wandeling naar het strand. We zijn er in het verkeerde deel
van het jaar. Als je hier tussen juli en december komt hebt je grote kans dat je broedende fjordlandkuifpinguins ziet. Maar de wandeling
blijft evengoed mooi.
Na een korte stop bij Knights Point Lookout, met een prachtig uitzicht over de zee, gaan we weer verder.
We gaan
weer de bergen in via Haast gaan we richting de Haast Pass. Vlak voor de pas vinden we onze overnachtingsplek.
Woensdag 8 februari
2012: Wanaka, afgelegd 104 km
Om 9 uur gaat het weer verder. We rijden via een smalle bergpass verder. Een koffiestop brengt ons bij
de Blue Pools. Het water is helder blauw, smeltwater van de gletsjers (er schijnen hier 450 gletsjers te zijn). Via de zuidelijke
meren stoppen we uiteindelijk in Wanaka. Wanaka is een grotere plaats, 5000 inwoners en ligt dus aan het Wanaka meer. We hebben vandaag
niet zoveel zin meer om verder te trekken. We vinden een leuke camping aan het meer, tijd om te relaxen. En ....er zijn hier geen
sandflies!
Donderdag 9 februari 2012: Moke Lake (Queenstown), afgelegd 93 km
Vandaag willen we Queenstown bereiken, Queenstown
ligt aan het lake Wakatipu en is een grote stad. Het stad bekend als de avonturen hoofdstad van Nieuw Zeeland. Avonturen als raften,
bungi jumpen enzo. Nou dat gaan wij niet doen, we bewaren onze avonturen voor de fjorden. Daar willen we gaan zee kayakken. Via
de valley Cardrona, volgens de gidsen één van de mooiste routes om te reizen op het zuidereiland, gaan we op weg naar Queenstown.
Het zonnetje schijnt vandaag, maar er staat een gure wind. Als we boven op de pass even stoppen om te genieten van het mooie uitzicht,
stappen we gauw weer in ons busje. Het is ons te koud.
De volgende stop is bij Arrowtown. Een oud goudmijn stadje, met nog een aantal
oude houten gebouwen uit de tijd. Helaas zijn er erg veel toeristen en is de hoofdstad een aaneensluiting van toeristenwinkeltjes.
We maken een mooie wandeling langs de rivier de Arrow en lopen op een stukje filmset waar ooit een deel van de Lord of de Rings is
gefilmd.
En dan gaat het richting Queenstown, we rijden er doorheen en gaan de vallei in op weg naar Glenorchy. Na een paar kilometer
slaan we rechtsaf, het gaat steil de bergen op. Uiteindelijk komen we terecht bij Moke Lake, een prachtige plek om te kamperen. We
kunnen er wandelen, zwemmen...En er wordt de televisie serie LOTS (geen idee waar de afkorting voor staat) opgenomen. Helaas we spelen
er geen rol in, maar ja de serie wordt toch niet getoond in Nederland (alleen in Nieuw Zeeland, Australië en Engeland).
Vrijdag
10 februari 2012: Moke Lake (Queenstown)
Het is hier zo mooi, dat we besluiten er nog een dagje aan vast te knopen. We willen rondom
het meer lopen, volgens de bordjes duurt de toch 2½ uur. We moeten eerst even overleg met de filmploeg, want de wandeling loopt dwars
door het decor. Maar het is geen probleem.
Binnen de twee uur zijn we alweer terug, of de bordjes kloppen niet, of wij lopen sneller
dan gemiddeld....
Overdag is het prachtig weer 's ochtends als we wakker is het nog bewolkt, maar de zon wint al gauw aan kracht.
En in de loop van de dag wordt de lucht wolkenvrij. 's Avonds kruipen we in ons huisje. Volgens ons is het verschil tussen dag en
nacht wel 20 graden. Brrr, overdag in korte broek en 's avonds is het erg koud. De dekbedjes die we gehuurd hebben bij de camper zijn
eigenljik te koud. Dicht tegen elkaar aan kruipen, t-shirt en lange broeken aanhouden en zo houden we het enigszins warm.
En Frans
wordt vindingrijk, twee grote keien worden op het fornuis gelegd, gas aansteken en ziezo we hebben verwarming.
Zaterdag 11 februari
2012: Te Anau, afgelegd 202 km
We toeren verder, 's ochtends verkennen we Queenstown, en doen wat boodschappen. Via de SH6 trekken
we verder naar het zuiden. De fjorden zijn ons doel. En Te Anau, een klein plaatsje met 4000 inwoners (en de zomer groeit dit aantal
tot 10000 door alle toeristen) is het doel voor vandaag. Te Anau is de toegangspoort tot de fjorden. En hier willen we een excursie
naar één van de fjorden organiseren.
Het landschap is mooi. Groen, weilanden en bergen. Sommige kaal, sommige begroeid met bossen.
Onderweg zien we veel (heel veel) schapen, rurderen en herten. Er zijn hier herten boerderijen, alle bestemd voor de slacht. Er wordt
dus veel wild gegeten.
Zondag 12 februari 2012: Te Anau, afgelegd 18 km
We maken een keuze voor de Doubtfull Sound, deze is minder
druk dan de overbekende Milford Sound. We boeken een tripje via het vvv-kantoor. Morgen is alles al vol, dus het wordt dinsdag. Dinsdag
gaan we kayakken. We hebben er veel zin in, nu maar hopen dat het mooie weer van de laatste paar dagen, nog een paar daagjes zo blijft.
Tijd
voor ontspanning enzo. Toch ook maar eventjes de benen strekken, we maken een lange wandeling langs de oever van Lake Te
Anau. ven na vieren zijn we weer terug op onze camping en dan is het echt tijd voor ontspanning.
Maandag 13 februari 2012: Te
Anau, afgelegd 10 km
Er wordt ons veel gevraagd "wat vinden jullie nou leuker, Australië of Nieuw Zeeland?" Dat is eigenlijk niet
te beantwoorden. Beide landen zijn heel verschillend. Australië is groot, veel groter dan Nieuw Zeeland, en ik heb mijn hart verloren
aan de outback. Urenlang kaarsrechte wegen en eindeloze vlakten. Vaak een brandende zon. Onderweg kom je niet veel mensen tegen, de
outback is leeg, het verkeerd wordt gegeneerd door de rondtrekkende caravans en campervans. Een land van veel do's en don'ts, maar
ook weer niet. Je mag bijna overal vrij kamperen. Er is veel ruimte, in zo'n groot continent met maar 22 miljoen inwoners. Toch ontmoeten
we veel Australiërs.
Nieuw Zeeland, alleen het zuidereiland is drie keer zo groot als Nederland, is toch veel kleiner. Maar de natuur
is overweldigend. Op het zuidereiland grote, erg grote en hoge bergen. De hoogste berg is Mount Cook, ruim 3700 meter hoog. Eeuwige
sneeuw en veel gletsjers. Het is er groen, er valt veel regen, alhowel we nu geluk hebben. De mensen klagen dat het een erg droge
zomers is, en dat er veel te weinig regen valt. WIj vinden het prima zo. De nachten zijn erg koud. Ook Nieuw Zeeland is leeg, het
land kent ruim 4miljoen inwoners, op het zuidereiland wonen er slechts 1 miljoen. We ontmoeten weinig Nieuw Zeelanders, de mensen
die we ontmoeten zijn voornamelijk toeristen die net als wij rondtrekken met een campervan of tent. Caravans kom je hier nauwelijks
tegen. Nieuw Zeeland is meer van de regels, Je mag er eigenlijk nergens vrij kamperen. Er zijn wel overal campings, van de meest basic
met alleen een toilet tot de hele luxe met alles er op en eraan. De weg zijn kronkelig, smal en vol met bochten.
Nieuw Zeeland, een
doodlopende weg heet no exit, in Australië een no through road, Nieuw Zeeland kent Maori's, Australië de aboriginals, beide bevolkingsgroepen
zijn onderdrukt door de europeanen, in Australië ga je hiken (wandelen), in Nieuw Zeeland heet dat tramping, maar beiden hebben hun
tea (onze warme maaltijd)..... Nieuw Zeeland vind ik Engelser dan Australië, de dorpen doen Engels aan, huizen met erkers en dakkapellen
en schoorstenen en natuurlijk de bed and breakfast.
Het beste antwoord op de vraag is eigenlijk "Australië en Nieuw Zeeland zijn zo
zijn heel anders......... "
Dinsdag 14 februari 2012: Te Anau, afgelegd 32 km
Zes uur, de wekker gaat. Wat is het vroeg en koud. We trekken de gordijntjes op en zien.....bewolking. Eén
grote
grauwe grijze lucht. En het miezert. Jakkes en dat net nu we vandaag gaan kayakken. Wat zullen we
het koud hebben in de kayak. We trekken lekkere warme kleren aan. Even na zeven uur melden we ons bij
het bedrijfje in Manapouri. Een kwartiertje later vertrekken we, een kleine groep, 10 toeristen en Harlan onze
kayak begeleider.
We gaan eerst met een motorboot over het meer bij Manapouri, ondanks dat de motor boot 24 knopen vaart
zitten we toch meer dan een uur op het water. En wat hebben we het koud. Als we uitstappen is het eerst
tijd voor een warm drankje. Warme chocolade melk. Zo daar knapt een mens van op. Dan gaan we in de
bus, nog 40 minuten te gaan. We gaan over de Wilson pass, Harlan deelt ondertussen de kleding uit. We
krijgen een wetsuit, een thermo trui voor daaronder, een warme pet met oorwarmers en een wind- en
waterdicht
jack. We trekken alles aan, lekker warm maar we zijn er niet uit. Als we uit de bus stappen zijn we bij de ingang van Doutbful sound.
Eén van de meest afgelegen en toch nog bereikbare fjorden in het zuidwesten van het zuidereiland. Doubtful sound heeft zijn naam gekregen
van captain Cook, toen Cook het fjord zag was hij niet zeker of hij al zeilend het fjord weer uit kon komen. Hij koos voor veiligheid
en is het fjord niet ingegaan.
We gaan er wel in, en we hebben geluk, het water klaart op. Het wordt een prachtige dag, zonnetje erbij.
We krijgen het warm in onze lagen kleding. Harlan geeft een korte kayak instructie. Eens kijken, houdt ik droge voeten bij het instappen
of wordt het plons? Gelukkig de voetjes blijven droog. Ik ga voorin zitten, Frans achterin. De stuurman. En dan peddelen maar. Wat
een geweldige omgeving, links en rechts steken de bergwanden loodrecht omhoog!
Veel wildlife is er niet, Nieuw Zeeland kent eigenlijk
geen wildlife. Alle beesten die hier nu voorkomen zijn door de europeanen meegekomen.
Tijdens het peddelen zien we in de verte een
groepje dolfijnen en we komen één zeehond tegen. Maar dat mag de pret niet drukken, we genieten volop. Na een korte lunch, peddelen
we weer verder. Gelukkig hoeven we dezelfde weg niet weer terug, de boot komt ons oppikken om drie uur. Want o jee, de armspieren
beginnen al aardig te protesteren.
Terug met de boot, dan de bus, vervolgens weer de boot en uiteindelijk zijn we om half zes weer
terug bij onze camper. Moe, maar heel erg voldaan.
Woensdag 15 februari 2012: Curio Bay, afgelegd 318 km
We willen vier weken
rondtoeren op het zuidereiland, dus we moeten toch een beetje voortmaken. Vandaag wordt een lange reisdag. Om acht uur rijden we al.
Eerst wij Tuatapere, dat zich worsten hoofdstad noemt. Dit vanwege de voor hun bekende lekkere worstjes. Natuurlijk stoppen we
even bij de slager om een paar van die lekkere worstjes te kopen. Koffie drinken wij aan zee bij McCrackens Rest. De zee is prachtig
blauw, en wat kunnen we ver kijken. We geloven het bijna niet, maar we zijn een eilandje aan de horizon dat toch op 75 km afstand
ligt.
Via Riverton (de oudste stad), door Invercargill (een te grote en drukke stad waar we vlug doorheen rijden) gaat het naar
Bluff. In Bluff kun je de veerboot nemen naar Stewart Island. Dat doen we niet, maar we genieten wel van het mooie uitzicht.
Een prachtige lunchstop. Bluff was ooit een walvis station, nu kun je er in het seizoen (maart tot oktober) lekkere oesters kopen.
En
dan gaat het door naar de Catlins, een prachtig natuurgebied in het zuiden op het zuidereiland. We stoppen uiteindelijk in Curio
Bay, en vinden een heerlijke overnachtingsplek. Direct aan zee, helaas een beetje in de wind, maar we kijken vanuit de auto (en
dus ook vanuit ons bed) op de woeste golven, die beuken op de rotsen vlak onder ons.
Een baaitje verder (5 minuten lopen) zien we de
geeloog pinguins. Een prachtig gezicht als ze het water uit komen waggelen om hun jongen te voeren. Ik kan er wel uren naar kijken.
Donderdag
16 februari 2012: Purakaunui Bay, afgelegd 105 km
We gaan verder met het verkennen van Catlins, want dat is het gebied waar we nu zien.
Het doet een beetje denken aan Schotland, halverwege de jaren 1800 zijn hier veel Schotten terecht gekomen en gebleven en dat is goed
te begrijpen. Dit gebied deed hun denken aan hun thuis. Veel steden en straten hebben dan ook een schotse naam. De stad Dunedin is
vernoemd naar de schotse stad Edinburgh. Dunedin is namelijk het schotse woord voor Edinburgh.
Er zijn verschillende leuke stops in
Catlin, maar we kunnen niet alles zien. We kiezen er een paar. De eerste stop is een wandeling naar de McLean Falls, een korte wandeling
naar een waterval. Omdat het zo droog is dachten we dat het water 'op' zou zijn, maar dat valt heel erg mee. De volgende stop is naar
Jack's Blowhole, het zeewater stroomt door een ondergrondse tunnel en spuit daarna uit dit 60m diepe spuitgat, helaas is het laag
water dus het spektakel blijft een beetje achterwege. Uiteindelijk overnachten we aan het strand bij de Purakaunui Bay.
Vrijdag
17 februari 2012: Brighton, afgelegd 148 km
We zijn nog steeds in Catlins, vandaag pakken we twee andere bezienswaardigheden. De eerste
zijn de Purakaunui Falls,de tweede is Nugget Point. Een vuurtoren uit 1869 en hier zien we zeehonden lui op de rotsen liggen. Daarna
verlaten we de Catlins en zetten koers richting Dunedin. Vlak voor Dunedin vinden we in Brighton wederom een mooie overnachtingsplek
aan het strand.
Zaterdag 18 februari 2012: Hamden, afgelegd 101 km
Het lijkt Schotland wel, we zijn in Dunedin (Dunedin is de
oude gealic naam voor Edinburgh), het regent de hele dag en in Dunedin is een festival met doedelzakken aan de gang. De binnenstad
zit vol met muziekkorpsen met doedelzak spelers. Leuk, een prima regenachtige dag om ons te vermaken in een leuke stad. We parkeren
de auto, de regenjassen gaan aan. En hup de benen in.
Het middelpunt van de stad is een achthoekig plein, de Octagon, en daar
vindt alle activiteiten plaats. Een leuke bedrijvigheid, veel pubs en oude gebouwen. We gaan St. Pauls Cathedral in en bezoeken het
dunedin railway station, na een paar uurtjes door de regen gelopen te hebben vinden we het welletjes, we krijgen het koud. Tijd voor
een bakkie troost en dan gaan we verder. In Hamden duiken we een camping op, we willen een warme lange douche.