(Klik op de foto's om het fotoalbum te openen)
Dinsdag 1 mei 2012: Voor de kust van Queensland
Het is nog donker als we bij de
ingang komen van Fraser Island, helaas geen keus, We willen niet naar binnen met donker en redelijk harde wind. De wind neemt wel
af, en de zee lijkt ook iets rustiger te worden. We zeilen dus door.
Zodra het licht wordt gaat het grootzeil er bij uit, de hele dag
varen we op gereefd grootzeil en fok. Heel af en toe rolt er een bak water in de kuip, we blijven dus meestal maar lekker binnen zitten
in onze droge en geriefelijk doghouse. We hebben nog even de hoop dat we vlak voor het donker aan de noordkant van Fraser Island kunnen
overnachten, maar dat zit er niet in. We moeten dan om een rif en weer een stuk naar het zuiden varen. Het wordt na middernacht als
we daar aankomen, we besluiten om er dan maar een nacht aan vast te knopen. Lady Musgrave, het meest zuidelijke eiland van Great Barrier
Reef wordt onze eerste ankerplaats.
Woensdag 2 mei 2012: Lady Musgrave, afgelegd 261 mijl (pos 23.53.92S 152.24.46E)
De tweede
nacht verloopt iets meer ontspannen dan de eerste nacht. We raken langzaam ingeslingerd. Tegen het ochtendgloren zien we Lady Musgrave
liggen. Een eiland, een lagoon van koraal. Als we dichter bij komen zien we het heldere diepe groen blauwe water. En een heleboel
brekers. We varen om de lagoon heen, de ingang ligt aan de noord zijde. Wonderbaarlijk, midden op zee en dan zo een plek. Helaas heb
je geen beschutting tegen de wind, wel tegen de golven.
We moeten door een smalle geul naar binnen varen, de gids zegt "vaar naar binnen
als het rif onder het water staat dan heb je de minste stroom". Tja wij hebben het niet altijd voor het uitkiezen. Als we naar binnen
varen is het net vlak voor laag water en we zien het water naar buiten stromen. De motor moet een standje bij gezet worden. Frans
vaart de lady keurig naar binnen, en daar zoeken we een goed ankerplekje. Plons, het anker valt en het graaft zich goed in. In 50
uur hebben we 261 mijl afgelegd.
We liggen. Wel een beetje knobbelig, de zee is nog steeds onrustig. Maar we zijn tevreden. Hier blijven
we overnachten.
Jammer is het weer niet zo denderend dat het uitnodigt om te gaan snorkelen. Er schijnen hier grote roggen te zijn
vlak bij het eiland, vast mooi om te zien. Maar we laten de beurt aan ons voorbij gaan, er komen vast nog wel nieuwe kansen.
Donderdag
3 mei - vrijdag 4 mei 2012: Lady Musgrave - Great Kepple Island, afgelegd 98 mijl (pos 23.09.60S 150.57.16E)
Het blijft stevig waaien,
er staat eigenlijk te veel wind om met het bijbootje naar het eiland te varen en om te gaan snorkelen. We blijven dus maar aan boord.
Uiteindelijk besloten we om komende nacht nog een nachtje door te zeilen. Pfff, het blijft toch nog wel even wennen. Gaat het goed,
ankerop met harde wind, en komen we weer goed door de smalle uitgang? Allemaal zorgen voor niets, blijkt. Het anker gaat rustig op,
we komen zonder problemen uit de lagoon en eenmaal buiten de lagoon gaan de zeilen op. Gereefd grootzeil. Ons doel is Cape Capricon,
dit heet zo omdat hier de kreeftskeerkring loopt.
We gaan als een speer, en wel zo snel dat het nog donker is als we bij Cape
Capricon zijn. We besluiten dan maar om door te varen. Volgende stop is Hummocky Island, en daar proberen een goede beschutte
plek te vinden. Maar wat een deining, nee dat ligt hier niet prettig. Dan nog maar een stuk verder zeilen. 15 mijl noordelijker
liggen de Kepple Island, enop Great Kepple Island vinden we een beschutte plek. Plons daar gaat het anker.
We hebben 98 mijl in
20 uur afgelegd, niet gek.
Zaterdag 5 mei 2012: Great Kepple Island
Ooit was de eiland bevolkt met schapen, een sheep station,
maar ondertussen wordt het bevolkt door toeristen. Op het westelijk deel van het eiland is een resort ontstaan, wij liggen in een
baai aan de noordzijde. Dus geen last van de toeristen. Wel merken we dat het vaste land niet zo ver weg is, veel motorbootjes komen
hier hun weekend vieren. We liggen duidelijk niet alleen in deze schitterende omgeving.
We hebben nog geen puf om naar het eiland te
gaan, we maken er een lekkere luie dag van aan boord. Zonnen, boekje lezen, zonnen, uiltje knappen, zonnen, zwemmen, zonnen....
En
dan is de zon op, half zes, de zon gaat onder en het wordt al gauw donker.
Zondag 6 mei 2012: Pearl Bay, afgelegd 43,9 mijl (positie
22.26.62S 150.43.67E)
Vandaag vertrekken we weer, op naar de volgende halte, doel zijn de Percy Islands. Omdat dit ook 100 mijl noordelijker
is besluiten we er weer een nachttocht van te maken. Om half drie gaat het anker op. Frans beleeft veel plezier aan zijn elektrische
ankerlier, niets geen spierballen meer nodig, gewoon een druk op een knop en daar komt het ketting omhoog. Wat een luxe.
Alle zeilen
gaan op, grootzeil, kluiver en fok. We kunnen best lekker zeilen en met een matig gangetje gaan we voort. Dit houden we zo vol tot
halverwege de avond, maar dan is de wind ook echt op. De motor gaat aan, het ijzeren zeil. Het is nog een heel eind naar de Percy
Islands en om nou zover op de motor te varen, daar hebben we niet echt zin. We speuren in onze cruising guide, een soort reisgids
maar dan voor zeilboten, naar een geschikte plek om te overnachten. Het is tenslotte volle maan, geen wolkje aan de hemel, dus
we hebben goed zicht.
Ons oog valt op Pearl Bay, zo gezegd zo gedaan. Best wel spannend, want het is eigelijk tegen ons principes in
om 's nachts in het donker ergens aan te lopen. Uiterst voorzichtig en geconcentreerd varen we tussen de eilanden door naar de kant.
Om ruime afstand van de kant laten we het anker vallen, het is ondertussen kwart voor één 's nachts. Morgen bij licht gaan we wel
wat dichter naar de kant.
Maandag 7 mei 2012: Pearl Bay
Na het ontbijt gaat het anker weer op. Zoals gezegd scharrelen we dichter
naar de kant. Het is hoog water, dus voldoende water onder onze kiel. Maar het is hier oppassen, het verschil tussen hoog en laag
water is hier groot, 5 meter. Een paar baaien verderop wordt dit verschil nog groter en kan het oplopen tot 7 mei. Alleen de wateren
rondom Darwin kennen een nog groter tijverschil.
We vinden een plekje redelijk dicht onder het strand. Weinig wind, en weinig stroming.
Dat is hier toch vreemd, meestal als je achter je anker ligt draait de boot met de kop in de wind. Hier liggen we bijna altijd op
stroom en draait onze lady vaak alle kant op, waarbij de bijna altijd wind in de kuip hebben. Vreemd, maar als de zon zo fel schijnt
is een beetje verkoeling in de kuip toch ook wel weer prettig. In deze omgeving heb je zoutwater krokodillen, dus mij krijg je met
geen stok het water in. Ik heb Frans eindelijk ervan te kunnen overtuigen om dat hier toch ook maar niet te doen totdat.......Er komt
nog een Nederlandse boot aan, de Esperanza. Even later duikt het nederlandse stel het water in en zwemt gemoedelijke naar de kant,
naar het strand. Tja en dan is Frans niet meer te houden, warm weer, het water lokt, en plons daar ligt-ie ook in het warme water.
Dinsdag
8 mei 2012: Middle Percy Island, afgelegd 56,6 mijl (positie 21.38.97S 150.14.48E)
Drie uur, de wekker gaat. Waait het? Nou er staat
maar een heel klein briesje. We draaien ons nog maar eens om in ons bedje.
Vier uur, de wekker gaat opnieuw. Frans werpt wederom een
blik naar buiten, er staat nog steeds weinig wind. We gaan maar weer terug in ons bedje.
Vijf uur, de wekker gaat voor de derde
keer. Helaas de wind is nog steeds niet veel, maar we besluiten om toch maar te vertrekken. Motor aan, anker op en tussen de eilandjes
door zoeken we het ruimere water op. Als het ligt wordt, kan toch de motor uit. De zeilen gaan, het grootzeil gaat volledig uit,
en de kluiver gaat uit met de boom erin. We varen melk meisje zoals dat heet, grootzeil aan de ene kant en de kluiver aan de andere
kant. En dat houden we zo de hele dag vol. Net voordat de zon ondergaat, en dat is als vroeg om half zes, laten we het anker vallen
in West Bay. We zijn aangekomen op Middle Percy Island.
Woensdag 9 mei 2012: Middle Percy Island
Het is hier prachtig, waarom haast. We willen pas de eerste of tweede week in Darwin zijn, dus we
hebben nog wel even. Hoewel van Brisbane naar Darwin moeten we toch 2000 zeemijlen
afleggen. Een hele afstand dus. Maar we liggen prima op schema.
We blijven hier dus nog een dag liggen. Op Middle Percy liepen ooit veel schapen en woonde er de
White family. Nu is het bekend onder de zeilers vanwege een hutje. Bijna elke boot laat hier iets
achter met daarop zijn naam. We gaan naar de kant, even dat hutje bekijken. Het oudste
'naambordje' dat we zien is van 1950. We zijn niet zo van het knutselen, het enige dat we
achterlaten
zijn onze voetsporen.
We maken een wandeling langs het binnenwater dat helemaal droog valt bij laag water en gaan een
stuk de heuvels in. Het wemelt hier van prachtige vlinders. En kaketoe's.
Een mooi eiland, er woont nu nog één gezin in een homestad ergens op het midden van het eiland.
Een beetje Robinson Crusoe. Maar of ik hier zou willen wonen....
Donderdag 10 mei 2012: Scawfell Island, afgelegd 66,6
mijl (positie 20.51.60S 149.36.00E)
Vandaag staat Scawfell Island op ons programma. Het is nog een aardig stukje zeilen, dus de wekker
gaat vroeg af, drie uur. Het is nog pikkedonker. Gelukkig schijnt de maan aardig bij. We hebben een aardig zeiltocht, al is de zee
erg rommelig. Er komen regelmatig buien over, waar best veel wind in zit. Af en toe surft de lady van een golf af, onze maximale snelheid
is bijna 10 knopen! Kortom we gaan snel, erg snel.
Het is dan ook nog voor drieën als we ons anker laten vallen, naast de Spirit van
Ans en Gerjan. We gaan op de borrel, na bijna twee weken zijn we toch ruim 400 kilometer ingelopen op de Spirit, niet slecht.
De windvlagen
gieren over de baai en we liggen soms best onrustig. Ans en Gerjan besluiten om morgen weer verder te gaan, wij blijven toch maar
een dagje liggen na een lange dag als vandaag.
Vrijdag 11 mei 2012: Scawfell Island
Nog een dag op Scawfell Island, het eiland
is onbewoond, heuvelachtig en vol met bossen. Er is een strandje, maar het eiland nodigt niet uit om naar de kant te gaan. We blijven
aan boord. Altijd wel iets te doen, en anders gaan we toch gewoon lekker een boekje lezen.
Zaterdag 12 mei 2012: Shaw Island,
afgelegd 41,3 mijl (positie 20.30.17S 149.02.90E)
We zeilen nu al een tijdje in het Great Barrier Reef, een prachtige omgeving. We
zeilen van eiland naar eiland, het water is wel blauw, zeegroen soms, maar echt gesnorkeld hebben we nog niet. Hopelijk komt dat nog.
En gelukkig hebben we tot nu overal goede ankergrond, geen koraal waar ons ketting achter kan blijven haken, maar lekkere vette
ouderwetse klei waar het anker zich diep ingraaft.
Vandaag hoppen we weer een eiland verder, naar Shaw Island. Shaw Island, met zijn
heuvels en dalen.
Zondag 13 mei 2012: Whitsunday, afgelegd 16,7 mijl (positie 20.15.53S 148.56.56E)
De Whitsunday Islands, zo
genoemd omdat Captain Cook deze eilanden met Pinksteren ontdekte.
Het iseen groep van 74 eilanden, de meeste zijn onbewoond. Op sommige
zijn resorts, hotels en
andere toeristische attracties ontstaan. De Whitsundays behoren, volgens de folders, tot de meeste
indrukwekkende
van de Great Barrier Reef. Nou vandaag komen we aan op de Whitsunday Island.
We verwachten drukte. Nou is het hier wel drukker, we
liggen met ongeveer 15 boten in een baai,
en tot op heden waren dat er meestal een stuk of vijf, maar echt druk is het niet. Gelukkig
maar,
we houden niet zo van de drukte. We zeilen genoeglijk op met de Spirit. Het is een korte trip
vandaag, en rond lunchtijd laten
we ons anker al vallen in Cid Harbour, op Whitsunday Island. Het is
prachtig weer, lekker warm, en al gauw zoeken we verkoeling in
het water. Morgen maar eens het
eiland verkennen.
Maandag 14 mei 2012: Whitsunday
We blijven hier nog lekker een dagje liggen.
Bijboot opblazen, en hup naar de kant. Nou ik dacht dat ik zeebenen had, maar toch niet helemaal. Bij het uitstappen uit de bijboot,
lig ik, voordat ik er erg in heb, languit in het water. Lekker nat, ik kan zo meedoen aan de miss wet t-shirt verkiezingen.
Gelukkig
staat er een lekker briesje en tijdens de wandeling droogt alles weer op. Je kunt hier kamperen op het eiland, zoals wij zoveel gedaan
hebben in Australie, je moet alleen wel alles zelf meenemen en je hebt een boot nodig om hier te komen.
Als je geluk heb zie je in
de baai zeekoeien en schildpadden. Maar dat geluk hebben we niet, het is vast niet de juiste tijd van het jaar daarvoor.
Wel komen
we onderweg tijdens de wandeling een slang tegen, en daar gaan we met een wijde boog omheen.
Dinsdag 15 mei 2012: Airlie Beach,
afgelegd 14 nm (positie 20.15.41S 148.43.01E)
Na ruim twee weken zijn alle verse groenten en het fruit toch echt op. Het wordt tijd
om boodschappen te doen. Van de Lorelei (een Australische boot) hadden we in Brisbane al een goede tip gekregen dat het bevoorraden
in Airlie Beach erg gemakkelijk is. Dus vandaag gaan we naar Airlie Beach. Het is een klein stukje zeilen, het weer is goed. We moeten
echter een brede zeestraat oversteken tussen de eilanden door. En daar jaagt de wind behoorlijk doorheen, de golven bouwen op. We
hebben halve wind en stuiven er dan ook over.
Vlak voor de baai bij Airlie Beach passeren we een rots. We kunnen aan beide zijden langs
varen volgens onze kaarten. Maar als de diepte terugloopt tot 3 meter (en we hebben minstens 2 meter water nodig) wordt het toch wel
opletten. Frans pakt het roer, en we gaan toch maar een stukje verder van de rots af. Gelukkig loopt de diepte gauw weer op, en komen
we zonder kleerscheuren de rots voorbij.
Even later laten we in alle drukte tussen de andere boten ook ons anker vallen. Vlak voor
ons ligt de Spirit.
Gerjan brengt Ans en mij naar de kant, we lopen naar de supermarkt en slaan onze slag. Het winkelwagentje is vol.
Ik heb drie zware boodschappen tassen vol, we laten ons terugbrengen met de taxi naar de haven. En daar bellen we Gerjan, en die pikt
ons weer op met de bijboot. Ruim drie uur later zijn we weer terug aan boord. Tjongejonge, zwaar werk hoor boodschappen doen!
Woensdag
16 mei 2012: Hook Island (Stonehaven Anchorage), afgelegd 14,7 nm (positie 20.05.51S 148.54.40E)
Airlie Beach kent alle gemakken, vanuit
hier worden de vele excursie georganiseerd naar de Whitsundays. Veel charterboten en andere commerciële bedrijven dus. Ons niet gezien,
we gaan weer op onze eigen kracht terug naar de Whitsundays. Dit keer gaan we naar Hook Island, ook nu weer moeten we dezelfde zee-engte
over. Het waait hier altijd stevig, windkracht 5 uit het zuidoosten. Dus in een vlotte vaart zijn we weer aan de andere kant. Hook
Island heeft verschillende baaien en het koraal wordt hier goed beschermd. Er zijn boeien geplaatst om het koraal af te bakenen. Daarbuiten
zijn weer andere boeien (moorings) geplaatst en daaraan kun je liggen met je boot. Makkelijk, maar nadeel is wel dat de mooring regelmatig
tegen je boot aanbonkt,doink, doink. Niet echt fijn als je wilt slapen. Maar goed, soms is het gewoon te diep om te ankeren. Dus de
mooring biedt uitkomst.
We liggen nog niet, of daar komen de eerste zware regenbuien. Jakkes, de hele middag en avond blijft het vies
weer. We hadden nog wel het plan opgevat om de onderwater wereld te verkennen met de snorkels. Maar daar hebben we nu helemaal geen
zin, we stellen dat maar uit voor later.
Donderdag 17 mei 2012: Hook Island (Butterfly Bay), afgelegd 3,9 nm (positie 20.04.47S
148.55.51E)
We gaan vandaag het hoekie om, liggen we eerst aan de westkant van Hook Island, vandaag zoeken we de Butterfly Bay op,
één van de baaien aan de noordzijde. Ook hier liggen boeien ter bescherming van het rif, en zijn er moorings aangelegd. We maken onze
lady weer vast aan één van de moorings. Gelukkig is het weer vandaag een stuk beter.
De Spirit komt ons ophalen met hun bijboot, we
gaan snorkelen. We varen van plan om eerst te snorkelen direct van onze boot, maar met een bijboot wordt ons bereik wat groter. We
laten de paraplu anker vallen zodat de bijboot op zijn plaats blijft en even later vallen we zelf in het water. Brrr, ik vind het
toch behoorlijk fris hoor. We snorkelen boven het koraal, maar of het is niet zo spectaculair of we zijn teveel verwend met al het
moois dat we reeds gezien hebben, maar het koraal kan ons niet echt bekoren. Er is veel dood koraal.
Na een kwartier hebben we al gezien,
hup we klimmen weer in de bijboot. Tijd voor een bakkie thee.
's Avonds krijgen we bezoek, er komt een lokale boot aanvaren en Frans
zegt tegen mij: "moet je die boot zien, je vindt dat wij al dicht op het koraal liggen, maar hij vaart er nog dichter naar toe". Frans
heeft het nog niet gezegd of boink de boot duikt op het koraal. Er zijn drie mannen aan boord, ze verblikken of verblozen niet, de
motor gaat in zijn achter uit en zo gaan ze weer terug. Natuurlijk kiezen de plek vlak naast ons om hun anker te laten vallen. Ze
liggen zo dicht bij, dat we bijna op hun bord kunnen kijken. Ik vind het maar niets, en mopper behoorlijk.
In de loop van de avond
blijken ze opeens een heel stuk verder te liggen, of ze hebben hun anker opgehaald en verderop neer gelaten of ze zijn gaan krabben.
Rare lui...
Vrijdag 18 mei 2012: Hook Island (Butterfly Bay)
We blijven nog een dagje hier liggen. Frans helpt Gerjan om de voorstag
te spannen, we drinken gezamenlijk een bakkie, en het besluit valt. We gooien er een rustige dag tegen aan.
Ik besluit om de was te
doen. We hebben de wasmaschine al meer dan een jaar niet gebruikt, maar het doet het nog prima. Maar ja, wat doe je met de was. Ophangen
om te drogen. De gids zegt dat in deze baai veel valwinden zijn en dat alles wat je op het dek laat liggen er met deze rukwinden afwaait.
Ik
heb de was nog niet hangen, en hup mijn rode broek drijft in het water. Ik neem een duik en vis de broek op. Dan maar een paar lijntje
laag in de kuip. En zo krijgen we de was toch nog droog. Hoezo eigenwijs....
Zaterdag 19 mei 2012: Haymand Island, afgelegd 5,9
nm (positie 20.03.51S 148.52.86E)
Hier op de Whitsundays liggen de eilanden allemaal lekker dicht bij elkaar. Korte zeilstukjes dus.
We varen meestal op de motor, kunnen de accu's eventjes opladen. Het is een uurtje varen naar Haymand Island. Ook hier hetzelfde verhaal
met de moorings, we pakken er weer eentje. Er liggen zes moorings, we zijn de eersten die aankomen , maar 's avonds zijn ze
allemaal bezet. Eigenlijk is de maximale tijd 2 uur dat je een mooring mag liggen, om zo iedereen een kans te geven het rif te zien.
Maar nu in het laagseizoen is het zo rustig, dat er niet moeilijk over wordt gedaan als je een nachtje blijft liggen.
We trekken de
zwemvliezen aan, de snorkels en zwembrillen worden opgezet en plons vanaf de boot het water in. Er zwemmen erg grote vissen
onder boot. Ik vind het best eng. Frans doet een armzwaai en weg zijn de vissen.
We zwemmen naar het koraal, dit koraal is veel mooier,
kleurrijk en nog levend. Hele scholen vissen komen ons voorbij. Als ik achterom kijk en een haai zie (Frans gelooft mij niet, die
denkt dat ik graag bang wil zijn in het water), heb ik genoeg van het snorkelen. Ik ga terug naar onze lady, en ben blij veilig
aan boord te zijn. Ziezo, ik heb voldoende gesnorkeld.
Zondag 20 mei 2012: Cape Upstart, afgelegd 70 nm (positie 19.43.87S 147.44.90E)
Het
is nog een behoorlijk eind zeilen naar Darwin, dus we besluiten om de afstand naar Magnetic Island (vlak bij Townsville) in twee dagen
te overbruggen. Twee lange zeilen dagen van 70 mijl.
Half drie, de wekker gaat. Dat is toch wel erg vroeg, maar ja je wilt wat nietwaar?!
We maken los van de mooring, de zeilen gaan op en hup daar gaan we. Het is nog erg donker, geen maan vannacht. De route naar Cape
Upstart is één rechte lijn. We hebben het grootzeil over stuurboord en zodra het ligt wordt hijsen we de boom in de kluiver en gaat
de kluiver over bakboord. En zo racen we door het water. Het is een regenachtige dag, veel buien en veel wind. Soms surfen we de golven
af. In 11 uur tijd leggen we 70 mijl af, om even voor twee laten we ons anker vallen. We liggen goed beschut echter een paar
hoge heuvels, geen deining vanaf de zee. Af en toe komen er flinke windvlagen over de heuvels naar beneden gieren. Maar het is goed
genoeg voor een nacht, morgen gaat de wekker toch weer om half drie in de ochtend.
Maandag 21 mei 2012: Magnetic Island, afgelegd
65,7 nm (positie 19.06.58S 146.51.45E)
Het is nog steeds donker en er is geen maan vannacht. In de baai is er weinig wind, dus we varen
eerst een stuk op de motor. Het grootzeil gaat uit, gereefd. Want de windvoorspellingen zijn toch SE 20-25 knopen. We twijfelen of
het grootzeil over stuur- of over bakboord gezet moet worden. Onze koers is namelijk 'recht voor het lapje' zoals de zeilers zeggen.
Maar de keuze wordt voor ons gemaakt. Er breekt een harpsluiting, pang. Finaal in tweeën, we kunnen het grootzeil even niet gebruiken.
Dus we rollen het zeil weer in de mast.
Dan maar op de beide voorzeilen, zowel de kluiver als de fok gaan uit. En daar maken we toch
ook weer een best vaartje mee. We halen toch ruim 6 knopen. Twaalf uur na ons vertrek draaien we Horseshoe bay in, we zijn op Magnetic
Island. We laten ons anker vallen.
We vervangen eerst de kapotte harpsluiting door een nieuwe, toch handig als je voldoende reserve
onderdelen aan boord hebt.
En dan komen Ans en Gerjan op de borrel, we moeten de route door Indonesië uitstippelen, want die moeten
we meegeven bij het aanvragen van een cruising permit. Tijd om dat tijdens de borrel eens lekker met elkaar te delen.
Dinsdag
22 mei 2012: Magnetic Island
Magnetic Island, ooit zo benoemd door captain Cook. Toen Cook hier op de Endeavor aankwam deed zijn kompas
vreemd, Cook weet dat aan de magnetische invloeden van het eiland. Onterecht bleek later, maar zo komt dit eiland aan zijn naam.
Magnetic
Island ligt vlak voor de kust met Townsville, er gaat een veerboot tussen het eiland en Townsville. We hebben nog even het plan om
met de veerboot over te steken, een tochtje van nog geen half uurtje. Als blijkt dat er 30 dollar gevraagd wordt voor een tochtje,
vinden we dat toch erg veel geld. Nederlanders als we zijn, blijven we lekker op het eiland. We kopen een dagkaart bij de bus en toeren
het eiland over. Zo groot is het eiland niet, er zijn een paar plaatsjes en wat leuke baaien. De natuur is erg groen, palmbomen, frangipangi',
bougeanvilles, het staat allemaal in bloei en het ziet er prachtig uit. Zee arenden, papegaaien, wat wil een mens nog meer.
Woensdag
23 mei 2012: Magnetic Island
We blijven nog een dagje hier liggen, een klus- en huishoud dagje. Zoals iedereen weet is er altijd wel
iets te doen aan boord van ieder schip, en dus ook bij ons. Frans duikt het motorruim in, en ik stort me op het huishouden. En zo
brengen we de dag zoet door. Morgen gaan we weer zeilen.