Oversteek Cape York naar Darwin: 22 - 25 juni 2012
Maandag 25 juni 2012
09:00 LTC; positie 11.01.64S 132.32.89E
afgelegd 590 mijl
Dag
4
Wat doet Gerrit (onze windvaan) ineens vreemd, hij maakt rare bewegingen. Frans gaat eens kijken. En tot zijn grote schrik ziet-ie
dat de onderste ophanging al helemaal los is, de bovenste ophanging staat op het punt van losgaan, als we niet ingrijpen. Ingrijpen
dus, maar ja in deze woelige zee is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. We kunnen niet even in het bijbootje om Gerrit weer vast
te maken. We slaan een touw om de windvaan en sjorren de windvaan stevig vast in het midden tegen de kielbalk aan, de lijnen spannen
we op de bolders aan stuur- en bakboord. Alle loszittende onderdelen sjorren we ook zo goed mogelijk vast. Het lijkt erop dat we nog
niets zijn verloren. En nu maar hopen dat het goed gaat. Gerrit blijft in ieder geval wel trouw zijn werk doen. En dat is maar goed
ook, want zelf sturen in deze zee en golven is geen doen volgens ons.
Regelmatig controleren we onze nood constructie en het blijkt
te werken. We besluiten om de eerste beste ankerplaats aan te doen, maar je dat is nog wel ruim 100 mijl verder. Wanneer we contact
hebben met de Serendipity en de Fee en onze situatie uitleggen, besluiten zij om ook naar de ankerplaats te gaan. Het wordt Cape Croker.
Net
nadat de zon is opgekomen varen we de baai binnen, het is 9 uur als uiteindelijk het anker valt. Bijna 600 mijl gevaren in 95 uur
tijd, niet slecht.
Tijd om de boot uit te mesten, en om Gerrit weer met beide benen op de grond te zetten. Na een paar uurtjes noeste
arbeid is alles weer klaar. Alle moeren zijn nu stevig vastgezet.
De vorige windvaan is door Frans geinstalleerd en heeft zonder problemen
4 jaar achterop gezeten. De grote vloed in Brisbane was iets te veel van het goede. De 'nieuwe' windvaan is door professionals geinstalleerd,
we varen er amper twee maanden mee en de constructie laat los. Je vraagt je af wie de professional is....
Maar goed achterom kijken
heeft geen zin; de komende dagen zullen we in dagetappes verder naar Darwin varen. En daar blijven we dan een maand liggen voordat
de volgende oversteek voor onze deur staat, dit keer naar Indonesië
Zondag 24 juni 2012
12:00 LTC; positie 10.42S 134.44E
afgelegd
453 mijl, nog te gaan 292 mijl
Dag 3
Het is een vermoeiende tocht, het waait het, windkracht 6 tot 7, en de voorspellingen blijven
dat dat ook nog wel zo duurt to halverwege de komende week, vanwege een hogedruk gebied boven centraal Australië. Eten koken wordt
moeilijk, het is net de apenkooi aan boord. Warm eten laten we dus maar achterwege, gelukkig hebben we vis in overvloed dus het lukt
om een lekkere vissalade in elkaar te draaien. Zo worden onze magen toch weer lekker gevuld.
Omdat het best vermoeiend zeilen is zo,
besluiten we om voor Cape Don (nog wel twee dagen varen) een ankerplek te zoeken. We kunnen dan een nachtje goed slapen en het gunstige
getijde afwachten om via de Van Diemen Golf naar Darwin te zeilen.
We zijn weer alleen op de wereld, niemand te zien om ons heen.
We hebben toch contact met andere zeilers via de kortegolf zender. Zo weten we dat de Serendepity ongeveer 20 mijl voor ons legt,
en de Fee (een Duitse boot) ligt een mijl of zes achter ons. Werner (van de Fee) weet ons keurig te melden dat het goed gaat met die
Manschaft, zo krijgen we toch iets mee met de EK voetbal.
Tijdens de nacht worden we opgelopen door een cargo schip. Omdat het zo stevig
waait en er hoge golven zijn, zijn we maar een kleine boot op de golven. Om er zeker van te zijn dat het cargo schip ons ook ziet,
roep ik hem op. We maken even een praatje, hij ziet ons op de radar en wenst een goede vaart.
Alles is goed aan boord, de derde dag
zit erop, de vierde gaat in.
Zaterdag 23 juni 2012
12:00 LTC; positie 10.28S 137.31E
afgelegd 288 mijl, nog te gaan 463 mijl
Dag
2
Het wordt dus pasta met verse vis. Halverwege de middag, ik lig net een uiltje te knappen, wanneer Frans roept "we hebben beet".
Er spartelt een vis aan het einde van de lijn. Nu nog de vis ook werkelijk aan boord zien te krijgen. We hebben een stuk elastiek
aan de vislijn, zodat er flink wat rek in zit. En met geduld krijgen we vis aan boord. Het is toch weer een flinke knaap, ongeveer
80 cm lang. We pakken het grote visboek erbij, eens kijken wat we gevangen hebben. Een flinke goudmakreel. Frans maakt de vis vakkundig
schoon, ik voorzie de vis van kruiden en hup in de folie en in de oven. Lekker garen. Maar wat veel vis, vis voor ontbijt, vis voor
de lunch, vis voor het avondeten....We kunnen wel een paar dagen vooruit.
De vislijn wordt opgeborgen en gaat er voor Darwin niet
weer uit.
Dan is het tijd voor de controle ronde over het dek. Alles ziet er goed uit, we varen nog steeds melkmeisje, en zo gaan we
de nacht in. We worden nog even opgeroepen door customs die boven ons rond cirkelt in hun vliegtuig. De gegevens worden gecheckt.
We horen dat er nog meerdere zeilboten in de buurt zijn. Maar we zien alleen de Serendepity en gedurende de nacht verdwijnt ook deze
uit zicht.
De wind neemt langzaam toe en draait iets meer naar het zuiden, we kunnen onze westelijke koers niet goed houden. Tijden
om de kluiver weg te draaien en boom op te bergen. En vervolgens de kluiver samen met het gereefde grootzeil over stuurboord uit te
zetten. Zo gezegd, zo gedaan. Maar tijdens deze actie breekt de val van de kluiver. Gelukkig was de kluiver net opgerold. We kunnen
alleen de kluiver nu niet meer gebruiken, Frans moet de mast in voor een nieuwe val, en dat doen we toch maar niet op open zee. We
varen nu dus op fok en gereefd grootzeil. Er wordt toch meer wind voorspeld dus dat komt prima uit. Op dit moment schijnt de zon,
is het lekker warm (30 graden we merken dat we weer richting de tropen gaan, de warmte neemt toe), en de wind is uit het zuidoosten,
windkracht 5 tot 6.
De zee is rommelig, regelmatig kletst er een golf tegen de zijkant van de boot en maken we behoorlijke zwiepers.
Het is ongemakkelijk aan boord, bovenal moet je je vast houden, soms slingeren we als een aap door de boot, maar in geslingerd zijn
we wel. We proberen zo veel mogelijk te ontspannen, boekje te lezen, puzzeltje te maken, tussendoor een slaapje doen, enzo.
Alles
is goed aan boord, we zeilen de derde dag in op weg naar Darwin.
Vrijdag 22 juni 2012
12:00 LTC; positie 11.07S 141.00E
afgelegd
148 mijl, nog te gaan 589 mijl
Dag 1
Tien uur, het anker gaat op. We verlaten Seisia, we hebben hier rustig gelegen, in het verlaten
noordelijk deel van Queensland. Nederlandse sporen zie je hier nog, één van de kapen het Cape Keer Weer (stel je eens voor hoe ze
dat hier uitspreken iets als kiwi), een eiland het Grootte Eylandt, we gaan een gebied dat heet Arnhem Land ronden, ja Nederlandse
invloed genoeg. Weet je dat Australië in het begin Nieuw Holland heette?
De Nederlandse vloot is hier vertegenwoordigd, we zijn op
dit moment met vier Nederlandse zeilboten, en we weten dat er in ieder geval nog één achter ons aankomt.
Het is hier lekker druk, als
we vertrekken, vertrekken er tien boten met ons. Niet iedereen gaat direct naar Darwin, sommige stoppen in Gove, of bij Cape Wessel.
Wij kiezen voorlopig om in één keer naar Darwin te varen.
We moeten eerst een aantal banken over voordat we het open water bereiken.
Een soort waddenzee zeg maar, maar dan zijn de vaargeulen niet bebakend. Goed opletten dus. In de loop van de middag komen we pas
op dieper water (15 meter). Ondertussen (één dag later) is de zee hier zo 50 tot 60 meter diep. Niet zo heel diep dus.
Er staat een
zonnetje en de wind komt uit het oosten. Er gaan allerlei verhalen de ronde, de zee zou hier zeer 'knobbelig' zijn, en er wordt geadviseerd
om eerst zuidelijk te varen, zodat je minder last hebt van golven en stroom. Nou wij gaan een stukje zuid, maar vinden het daarna
wel goed. De afstand is al lang genoeg, en om nou nog meer mijlen te maken. We overleggen met Serendepity, de andere Nederlandse boot.
We varen zij aan zij (zelfs na 30 uur nog steeds). We besluiten om de koers te verleggen, rechtstreeks naar Cape Wessel. De kluiver
gaat uit over bakboord met een boom er in, het grootzeil staat gereefd over stuurboord. We halen ongeveer 6 knopen per uur. Een prima
snelheid. Wel even wennen hoor, weer zo lang op zee. En het is nieuwe maan, dus 's avonds wordt het best wel donker. En omdat er ongeveer
10 boten om ons heen varen, moeten we meer op elkaar letten dan op groter scheepvaart.
Tegen de ochtend is alleen nog de Serendepity
in de buurt, de andere boten zijn niet meer te zien. We hebben een schommelende nacht gehad, dus dat komt de nachtrust nog niet ten
goede. Met veel kunst- en vliegwerk bak ik een brood, want ja de bakker is niet echt in de buurt. En de vislijn gaat uit, als we geluk
hebben, eten we vanavond pasta met verse vis. Anders wordt het pasta met vis uit blik. Ook lekker.
Als is goed aan boord, we zeilen
de tweede dag in.