(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand september te openen)
Zaterdag 1 september 2012: Teluk Linggeh - Teluk Bari,
afgelegd 29,5 mijl (pos 08.20.92S 120.10.63E)
Zodra het licht wordt vertrekken we, zes uur en we varen al weg. We worden beloond met
een beetje wind, en we kunnen zowaar even zeilen. Maar halverwege de ochtend is de wind weer op, dus de motor gaat weer aan. Ons doel
van vandaag is Teluk Bari. Een kleine 30 mijl westwaarts.
Zo rond de middag komen we aan in de baai, we laten het anker vallen net
buiten het rif. Als het laag water wordt zien we het koraal boven het water uitsteken. De vele vissersbootjes kunnen niet meer aan
de kant komen, de motor gaat op tijd uit, er wordt met een bamboe stok gepeddeld, maar dan raken ze toch echt de grond. De mensen
en goederen moeten het laatste stuk door het water waden.
Ook hier worden we weer belaagd door kinderen in kano's, maar we hebben
er vandaag geen zin in. Jammer voor de lokale bevolking, maar het is even genoeg met "hello mister" en "hello misses". Bovendien raakt
de voorraad weggeef spullen aardig op. We duiken al in onze eigen kledingkast om te kijken wat we weg kunnen geven.
Zondag
2 september 2012: Teluk Bari - Labuan Bajo, afgelegd 35,1 mijl (pos 08.30.78S 119.52.17E)
We staan weer vroeg op, het voordeel van
vroeg opstaan is dat het nog niet zo warm is en je komt ook vroeg aan. Soms voor de ergste hitte van dedag. Vandaag zetten we koers
naar Labuan Bajo, de meest westelijke stad (nou ja dorpje) op Flores. Het is de toegangspoort tot het nationaal park Komodo. Op Komodo
leven de grootste landhagedissen ter wereld, en die willen we natuurlijk ook zien. Maar eerst Labuan Bajo.
Als we aankomen schrikken
we ons een hoedje. De ankerplaats is groot, maar wat veel boten. Er liggen wel 40 zeiljachten. Er is ruimte genoeg dus we vinden een
plekje maar dit is ons eigenlijk wel iets te druk.
De lokale bevolking is hier commerciëler ingesteld, ons anker raakt nog niet de
grond of het eerste bootje komt langszij. "Water, fuel, bintang (dit is de lokale bier)", alles kunnen ze regelen. Omdat we zoveel
de motor gebruiken gaat het natuurlijk best snel met de diesel. We kopen 200 liter diesel. En voordat we het weten, worden de jerrycans
aan boord gesjouwd en wordt onze tank gevuld. We hoeven zelf niets te doen, alleen maar toe te kijken. Wat een gemak.
Het is wel een
eindje met de dinghy naar het stadje, maar geen probleem de lokale kano functioneert ook als taxi, we spreken af dat ze ons morgenochtend
om 9 uur komen halen en ons naar de stad brengen. Kosten retourtje zijn 6 dollar.
Maandag 3 september 2012: Labuan Bajo
Het is
negen uur, we zijn er klaar voor. Maar alles wat er komt, niet de water taxi. We wachten een half uur, nog steeds geen taxi. Nou dan
gaan we maar in de benen, de bijboot moet het water in. Om tien uur zijn we zover, we tuffen met onze eigen bijboot naar de stad.
Een ritje van 20 minuten, ondertussen is de water taxi nog steeds niet gesignaleerd.
Labuan Bajo is best een redelijke groot
plaats, we slenteren door de hoofdstraat, en gaan van toko naar toko. Onze plastic ankerrol is zodanig gesleten dat die in tweeën
gebroken is, dus daar moet eigenlijk iets nieuws voor komen. Maar ja hier in Indonesië is er van alles niets. Frans heeft de rol al
een keer gemaaktmet epoxy, maar na een week is-ie toch weer gebroken. We vinden nu een smal hard plastic rolletje, en daarvan fabriekt
Frans de komende dagen een nieuwe ankerrol, het lijkt een stevige constructie.
In een wajung waar de lokale bevolking zit, gaan we
een hapje eten. Gado gado (de pindasaus is wel erg spicy) en een mie-soepje met ballen. We zijn de enige blanken en trekken veel bekijks.
Er zijn hier veel 'westerse' restaurantjes, waar je 'westers' eten kunt krijgen. Maar wij geven toch de voorkeur aan lokale eettentjes.
Elk eettentje heeft een vitrine, en in grote schalen staat het eten in de vitrine. 's Morgens vroeg reeds klaar gemaakt. Soms is er
ook een grote dampende soeppot, waar hete bouillon uit komt en waar in de mie gekookt wordt. En natuurlijk is er overal een grote
pan met gekookte rijst aanwezig. We kijken altijd goed of er veel mensen zitten, zodat er een redelijke doorstroom van het eten is.
Labuan
Bajo kent ook een redelijke supermarkt en we proberen onze bootvoorraden een beetje aan te vullen. Het lukt zelfs om een paar stukjes
kaas te bemachtigen.
Het is warm, erg warm. De warmte slokt al onze energie op, tijd om terug te gaan naar onze lady. Tijd om
te relaxen en te ontspannen.
Dinsdag 4 september 2012: Labuan Bajo
We zeilen onder de vlag van Sail Indonesia, maar het
is een beetje een rommeltje. Al heel lang hebben we niemand meer van de organisatie gezien, en overal waar we komen zijn de feestelijkheden
geannuleerd. En nu blijkt dat er ook hier in Labuan Bajo geen festiviteiten zijn, er wordt nu verteld dat in Lombok groot feest zal
zijn. Maar wat daar het waarheidsgehalte van is? Dit jaar is er een nieuwe organisatie die de festiviteiten organiseert, Raymond en
Dewi die het 7 jaar hebben georganiseerd probeerden een eigen rally op te zetten, en dat heeft kwaad bloed gezet. Gevolg Raymond en
Dewi zijn uit de organisatie gegooid, maar de nieuwe lui van dit jaar kunnen er nog geen kaas van maken. Het gaat lekker op z'n Indonesisch.
Toch genieten we volop. We gaan vandaag gewoon weer naar Labuan Bajo, lopen een beetje rond en zoeken weer een lokale wajung om een
hapje rijst te eten.
Woensdag 5 september 2012: Labuan Bajo
Vandaag gaan we naar de markt. Het is assortiment is groot, erg groot.
We zien zelfs druiven liggen, ik vraag of ik één mag proeven, ze smaken heerlijk. Aardappelen, uien, limoentjes, aubergine, tomaten,...de
hele bestelling doe ik bij één dame. Totale kosten 12 dollar, ik geef 10 dollar. De dame maakt mij duidelijk dat ze nog 2 dollar moet
hebben. Natuurlijk begrijp ik haar wel, maar ik wil niet meer dan 10 dollar betalen. Het is een leuk spel dat onderhandelen. En dat
allemaal met handen en voeten, want ja ik kan tellen in het indonesisch en weet de namen van de groente die ik wil hebben, maar dan
houdt het echt op.
Als ik zeg geef me mijn 10 dollar maar weer terug en ik ga naar de volgende marktvrouw krijg ik uiteindelijk mijn
boodschappen voor 10 dollar. Zij tevreden, ik tevreden. De verse groente en fruit zijn aan boord, we zijn gereed om te vertrekken
naar de Komodo's.
Donderdag 6 september 2012: Labuan Bajo - Loh Buaya, afgelegd 16,9 mijl (pos 08.39.15S 119.42.82E)
Het meerendeel van de zeilers heeft een excursie georganiseerd naar de Komodo's, wij willen op
eigen
kiel gaan.
Komodo
is een nationaal park van tientallen kleine vulkanische eilandjes, en hier leeft de grootste
landhagedis ter wereld, de komodo varaan. Oftewel de komodo dragon. De eilanden zijn heel lang
geisoleerd gebleven, door de verraderlijke stromingen. In sommige geulen stroomt het 8 knopen, daar
komen we niet eens op de motor tegen in. Natuurlijk zijn er geen gegevens hoe de stroom loopt en
wanneer de kentering is. Spannend dus.
We vertrekken om half acht en hebben gelukkig de stroom mee, we zijn op weg naar Rinca, één van
de grotere eilanden waar de komodo varaan leeft. Zo rond elf uur komen we daar aan. Het is weer
lekker warm, dus we wachten tot halverwege de middag om het eiland op te gaan. De komodo varaan
houdt
zich ook schuil in deze hitte. Dus we doen een middag slaapje.
Eenmaal aan land, staat er al een gids op ons te wachten. Het wordt
al aardig commercieel, je moet betalen om te fotograferen, om er te mogen ankeren, entreeprijs, tax.....En dat zal in de loop der
jaren alleen nog maar erger worden. Maar goed we willen die beesten zien, dus we betalen. Een stukje geschiedenis: de komodovaraan
wordt pas in 1912 ontdekt. Binnen korte tijd wordt hij tot beschermde diersoort verklaart. Deze landhagedis kan meer dan 3 meter lang
worden, een gewicht van 170 kg en een leeftijd van 100 jaar bereiken. Met zijn leerachtige huid, een staart die langer is dan zijn
lichaam en zijn lange gespleten tong lijkt het beest op een draak uit een sprookjesboek. Het is een vleeseter, en de prooi wordt met
huid en haar verslonden zonder te kauwen, waarbij de boven- en onderkaak net als bij een slang kan openklappen. De varaan eet ongeveer
één keer per maand.(hopelijk heeft hij al gegeten als wij op bezoek komen).Vrouwtjes leggen hun eieren in diepe kuilen, september
is de legtijd en in april komen de eitjes uit. De varanen zijn behendig, en met regelmaat hebben varen dorpskinderen te pakken gekregen
en gedood. Oppassen dus.
Onze gids loopt gewapend met een gesplitste stok voor ons, en in gebrekkig engels ligt hij het een en ander
uit. Onderweg zien we de beesten, het lijkt of we terug zijn in de prehistorie. Twee varanen zitten in een diepe kuil te graven
en te grooien, een vogel heeft hier eieren gelegd en dat is een lekker maaltje. Ze vechten er om, de ene kruipt over de andere, en
met klauwen wordt er stevig over de rug en poten gekrabd. Krrrrr, als het ons huidje was geweest dan was dat helemaal open en gestript,
bij de varaan zie je geen krasje. Er gaat een stevige rilling over onze rug en we blijven op veilige afstand. Even verder komen we
twee water buffels tegen, links en rechts in de bomen slingeren op. Als we een heuvelpad op lopen om van het uitzicht te genieten,
moeten we regelmatig van het pad of, er komen een aantal varanen het pad op- en aflopen. En het pad is van hun, we wijk eerbiedig.
Wat een prachtige beesten.
Het is acht uur, en pikkedonker. Nog geen maan. er wordt geklopt op de romp van onze boot. Hassan, een
vissersman. Hij heeft een vis gevangen en biedt deze aan. Nou nee, dank je wel. Ik geef Hassan twee vishaken met nepvisjes. Hassan
zet grote ogen op, nepvisjes heeft-ie nog nooit gezien. Geen idee wat hij er mee moet. Ik doe het hem voor, er breekt een brede grijns
door op het gezicht van Hassan en hij begint te giechelen.
"Makan", zegt Hassan. Hij wrijft over zijn buik en heeft honger, ik smeer
een stevige boterham met boter en kaas, samen met een appel krijgt hij het pakketje mee. En tevreden peddelt Hassan de duisternis
weer in, op naar de volgende te vangen vis, dit keer met nepaas.
Vrijdag 7 september 2012: Loh Buaya - Toro Lawi, afgelegd 22,9
mijl (pos 08.37.32 S 119.28.93E)
We willen naar het andere eiland, naar Komodo. Daar is ook een rangerstation waar we een wandeling
kunnen maken. We hebben bedacht als we vroeg weg gaan dat we de stroom mee hebben. En dat klopt ook, maar omdat we de zeestraat moeten
oversteken krijgen we de stroom dwars. Het water zit vol met stroomrafeling en draaikolken. Heel bijzonder varen. Veilig bereiken
we Komodo. We proberen te ankeren aan het eind van de baai, maar het is geen prettige plek. Het anker 'pakt' niet , en na één poging
houden we het voorgezien. Aan het begin van de baai lagen een aantal zeilboten, dus we gaan daar maar heen. Pink Beach heeft het strandje.
We hebben contact met één van de zeilboten, de Zen Again, deze vertelt dat hij aan de enige mooring ligt, diepte 28 meter. Pfff, ook
niet echt prettig dus. Uiteindelijk vinden we een plekje op 16 meter diepte, maar wat een stroom. 1,5 knoop stroomt het hier.
We zijn
hier ook niet tevreden, nadat we een paar uurtje gelegen hebben, besluiten we toch maar het anker weer op te halen, we steken de baai
over, en aan de westzijde achter een paar eilandjes vinden we een betere plek. Nog steeds erg diep, 20 meter, maar het is tenminste
modder en het stroomt niet. Hier kunnen we rustig blijven. Ankerwacht is niet nodig.
Natuurlijk krijgen we bezoek, dit keer is het
Dave. Hij heeft parels, en beeldjes van de komodo varanen in de aanbieding. Goed bedoelde snuisterijen maar nee dank je wel. Dave
heeft zijn oudste t-shirt aangetrokken, vol met gaten en rafels. En is natuurlijk erg zielig. Ik geef hem een nieuw t-shirt, een handdoek
en een stuk zeep. Tevreden peddelt Dave naar de volgende boot, en daar begint het spel opnieuw.
Zaterdag 8 september 2012: Toro
Lawi - Teluk Lehok, afgelegd 14,6 mijl (pos 08.42.34S 119.38.54E)
We varen al een paar dagen in dit gebied, en het lukt redelijk om
de stroom een beetje goed te beredeneren. We gaan vroeg weg, steken weer de zeestraat over , en hebben wederom stroom mee. De stroom
is naar het zuiden. We gaan terug naar het eiland Rinca, waar we de varanen hebben gezien. We hebben gelezen dat Teluk Lehok een goede
ankerbaai is, snorkel en wildlife. Dus als we geluk hebben zien we vanaf de boot varanen. Even voor elf uur varen we de baai binnen.
Er liggen drie andere boten, een uurtje later gaan ze weg, en de Ambiki waarschuwt ons dat ze varanen hebben gezien op het strandje.
We liggen alleen. Maar helaas hoe we het strand ook in de gaten houden, geen varaan te zien.
Aan het einde van de middag trekken we
de stoute schoenen aan. Hup, in de bijboot en we peddelen naar het strand. Ik heb een peddel in mijn hand als verdedigingswapen en
Frans heeft een lange stok als wapen. En zo gaan we op zoek. We zien heel veel sporen van varanen, maar het beest zelf laat zich niet
zien. Jammer.
's Avonds komt de Ahu de baai binnen, een catamaran uit Oostenrijk, Jacqueline en Peter. Jacqueline is Nederlandse,
aardig en houdt erg van kletsen en gezelschap. We gaan gezellig bij hun op de borrel en voordat we het weten is het laat. Tijd om
terug naar onze boot en te slapen.
Zondag 9 september 2012: Teluk Lehok
We blijven nog een dag liggen in dit aardse paradijs.
De Ahu vertrekt erg vroeg, als we opstaan zijn zij al vertrokken. Halverwege de middag roept de Ahu ons op via de marifoon, ze komen
terug. De stroom stond zo sterk tegen, dat het niet om door te komen was. Tja dat wisten wij al, halverwege de middag is de kentering,
en dan is de vloedstroom naar het noorden.
Ons dagje blijven liggen wordt beloond, eindelijk tegen de avond zien we twee varanen op
het strand waggelen. Van veilige afstand volgen we de beesten via de verrekijker.
Maandag 10 september 2012 - dinsdag 11 september
2012: Teluk Lehok - Bima, afgelegd 81 mijl (pos 08.26.62S 118.42.84)
We nemen afscheid van de komodo varaan en de komodo eilanden,
het was leuk om van baai naar baai te zwerven, maar we moeten toch verder naar het westen. Om twee uur gaat het anker op. Hebben we
de stroom goed uitgerekend? Gelukkig wel, eenmaal buiten de baai krijgen we stroom mee. In de smalle engte tussen de eilanden zien
we het water kolken, er staat weinig wind, maar toch staan er golven. Stroom! We hebben 5 knopen stroom mee en worden naar buiten
gesleurd. Wat een geweld.
Als we op de groter water komen, houden we nog wel stroom mee, maar niet meer met zoveel donders geweld.
De wind neemt ook af, dus we keutelen verder. Gelukkig steekt 's avonds de wind weer op, en zo kunnen we toch de hele nacht zeilen.
's
Ochtends vroeg, even na achten, komen we aan bij Bima op het eiland Sumbawa. Een lokale visser wijst ons waar we kunnen ankeren. We
denken nog dichter bij de kant te kunnen, maar dan wordt het plotseling erg ondiep. De kiel raakt de modderbank, maar gelukkig kunnen
we op tijd ingrijpen voordat we echt vast komen te zitten. We liggen voor een haventje, industrie en bedrijvigheid volop. Baggerwerkzaamheden,
heien, een veerboot dat afmeert, kortom van alles te zien.
Woensdag 12 september 2012: Bima
Benhur, waar denk je dan aan? Precies
de film Ben Hur met de bekende scene in de arena van paardenwedstrijden. Dat hebben ze hier goed onthouden, de paarden zijn hier belangrijk,
elke zondag zijn er paardenwedstrijden, maar het openbaar vervoer is in een soort sjees, een klein wagentje met een paard ervoor,
en deze sjees heet hier in de volksmond een Benhur.
We gaan op de scooter het stadje in, een grote stad, veel bedrijvigheid, en een
echte bazar. Allemaal steegjes kriskras door elkaar, en allemaal verkopen ze hetzelfde. Kleding, en schoenen en slippers. Overal waar
je kijkt schoenen en slippers. Helaas, we hebben groente en fruit nodig, maar dat kunnen we met moeite vinden. We kopen een meloen
en een mango, veel kuis is er niet.
Natuurlijk gaan we uit eten, de dames bij ons aan tafel hebben nasi ayam bakar besteld, dat ziet
er goed uit, witte gekookte rijst met een gebakken kippenpoot en hete sambal, gelukkig wordt de sambal apart geserveerd. En dat alles
kost voor ons samen 3 euro. Nou zeg nou zelf, daar kun je zelf niet voor in de keuken gaan staan.
En dan wordt het toch echt tijd voor
de Benhur, ik houd een sjees aan, even onderhandelen over de prijs, en hup we stappen in. Het wagentje helt gevaarlijk achterover
als we instappen. De 'bestuurder' stopt op de bok, en zorgt voor het natuurlijke tegenwicht.
Donderdag 13 september 2012 - vrijdag
14 september 2012: Bima - Pulau Medang, afgelegd 114,3 mijl (pos 08.08.45S 117.22.36E)
Wat een drukte, we worden wakker door alle 'pruttelpotten',
zoals ik de lokale vissersboten noem. Er staat een ouderwetse eenpitter in met een groot vliegwieg, zonder demper. Geen keerkoppeling,
zodra de motor gestart wordt gaat de boot vooruit. Achteruit zit er niet op. Lekker lawaai dus, en vanochtend liggen we tussen tientallen
van deze pruttelpotten. Het blijkt de visdag te zien. Alle vissers leveren het gevangen vis in, omdat de bootjes breed zien (door
de bamboe-drijvers) moeten ze op hun beurt wachten. Dus voor anker. Eén voor één gaan de pruttelpotten de haven in.
Om tien uur gaat
bij ons het anker op, we willen naar Sumbawa Besar, ruim 100 mijl naar het westen, de hoofdstad van dit eiland. Dus een nachtje doorvaren.
Eerst hebben we wind, dan geen wind, dus een paar uur op de motor, dan komt er wind op de neus, en dan uiteindelijk veel wind en uit
de goede richting. We kunnen de hele nacht doorzeilen, de zee is erg knobbelig, stroom en wind maar een rare korte kortslag.
We worden
toch beloond, we zien een kleine groep pilot walvissen, prachtig. Heel statig zwemmen ze langzaam voorbij.
Zaterdag 15 september
2012: Pulau Medang - Sumbawa Besar, afgelegd 33,4 mijl (pos 08.27.90S 117.23.99E)
We moeten tegen de wind in, dus het is niet echt
te bezeilen, toch willen we graag naar Sumbawa Besar, de hoofdstad van het eiland Sumbawa. We proberen het en we zien wel hoe ver
we komen. We hebben geluk,de wind draait langzaam in ons voordeel en we kunnen het hele stuk zeilen. We hebben dikke stroom tegen,
1.5 knoop, maar het waait stevig dus we gaan gemiddeld toch bijna 5 mijl. Ik ben niet zo verrukt van de ankerplek, redelijk onbeschut
en behoorlijk wat golfslag. We proberen het, de ankergrond is goed, lekkere dikke modder. Dus ons anker grijpt zich lekker vast.
We
blijven aan boord, krijgen bezoek van Didi. Didi is van alle markten thuis, toerisme, brengt water, diesel, bier, wat je maar wilt
Didi regelt het.
We laten drinkwater brengen, en voordat de rest spreken we niets af. We zien morgen wel wat we doen. Morgen is
er weer een dag, vandaag is het verder lekker relaxen.
Zondag 16 september 2012: Sumbawa Besar
We gaan naar de kant, hup de dinghy te water, motor starten en daar tuffen we naar de kant. We
gaan
een riviertje op, en daar liggen alle veerbootjes en vissersboten. We manoevreren ons ertussen,
helpende handen reiken naar ons, ze nemen een lijntje aan, en helpen ons de kant op. Natuurlijk
hebben we gelijk bekijks, en kunnen we 'business' doen. We nemen twee ojeks (scooters) en laten
ons
naar de markt brengen. Even goed onthouden hoe de plek heet waar we naar terug moeten,
labuan.
Een voorstadje van Sumbawa Besar. We willen eigenlijk naar de sultan's palace, daar worden
ook voorstellingen gegeven. Maar het lijkt of niemand hier gehoord heeft van de sultan's palace, nou
dan gaan we maar naar de markt.
Sumbawa
Besar is de hoofdstad van Sumbawa, groot en druk. De markt is dan ook groot en je kunt
er alles kopen. Een groente afdelingen, een fruit afdeling, verse kip (de vliegen krijg je er spontaan bij),
verse rundvlees, de visafslag, een bakkerij afdeling, heel veel kleding en schoenen. En overal kleine steegjes met winkeltjes.
Drukte, geuren en geluiden overal. De verse vlees laat ik maar links liggen, kip met vliegen, brrrr! Ik zie het niet zitten.
We houden
het bij groente en fruit. En natuurlijk zijn er veel eettentjes, en dat gaan we wel proberen. Nasi soto ayam, het duurste op de menu
kaart. 2 dollar. Het smaakt prima, een soort soep, saté stokjes met kip en witte gekookte rijst. Deze kraam wordt bemand, de kraam
ernaast wordt door zijn vrouw 'bemand' en daar kun je drinken krijgen. Es campur, ijsschaafsel met zeer zoete vruchtjes, kokosmelk
en dikke melk. Het lijkt me heerlijk, maar Frans raadt het af, het ijsschaafsel wordt gemaakt van het lokale water, en lekker met
de handen in een vorm gekneed. Ik denk dat ik het toch maar een keer ga proberen, later misschien.
Na een paar uur op de markt vinden
we het wel goed. De energie is op, we nemen een fietsriksja terug. Op elke vraag die we stellen aan de berijder, is het antwoord ja.
Hij heeft geen idee hoe ver hij moet fietsen en waar labuan ligt. Regelmatig stopt-ie om de weg te vragen. Als de nood het hoogst
is vraagt-ie aan ons de weg, nou we hebben werkelijk geen idee. Maar uiteindelijk na een half uur fietsen komen we toch op de plaats
van bestemming. En dan de prijs, wat we ook geven, hij wil meer. Na 15.000 rupees vinden wij het genoeg. We glimlachen vriendelijk,
schudden een handje en lopen weg.
Maandag 17 september - dinsdag 18 september 2012: Sumbawa Besar - Lombok, Tembobor, afgelegd
94,2 mijl (pos 08.22.07S 116.07.07E)
In de loop van de middag gaat het anker op, we varen een nacht door en gaan in één ruk naar Lombok.
In het begin hebben we nog geluk, we kunnen zeilen, maar de wind is erg veranderlijk hier. In 1 minuut tijd kan de wind 180
graden draaien om dan opeens weg te vallen. En dat gebeurt nu ook, de wind draait en valt dan weg, er zit niets anders op dan de motor
te starten. Uiteindelijk moeten we bijna het hele stuk naar Lombok op de motor varen. Jammer, maar niets aan te doen. Af en toe komt
er een zuchtje wind, een briesje. Gauw de zeilen op, maar na een half uur is het alweer gebeurd. De zeilen kunnen weer weg. En zo
blijven we lekker bezig.
Tegen de ochtend komen we bij Medana Bay, een stop van Sail Indonesie. De verrekijker en eens kijken. Dat
is schrikken, de ankerplek is overvol. Er liggen minstens 50 boten. En dat na alle rust in Sumbawa, waar we meestal alleen op een
ankerplek lagen. We horen dat de ankergrond niet geweldig is, boten krabben regelmatig en er staan behoorlijke rollers in de baai.
Nee dat is niet voor ons. De baai er naast, letterlijl aan de andere kant van de heuvel, lijkt ons heel wat beter. En voorzichtig
manoevreren we tussen het koraal door, de baai is rustig, slechts 8 boten, ruimte zat en goede ankergrond. Om tien uur liggen we rustig
achter ons ankertje.
In de loop van de middag gaat de bijboot te water, we tuffen naar de kant. Het is een kwartier lopen naar Medana
Bay, waar het zo overvol is. We ontmoeten Ans en Gerjan weer, ons het genot van een biertje praten we lekker bij over de afgelopen
weken.
Woensdag 19 september 2012: Lombok, Tembobor
Indonesië, het land van de administratie. We hebben een visum voor 3 maanden
'gekocht' in Darwin. Dus dan denk je die is geldig voor drie maanden. Nou mooi niet, je moet na twee maanden je visum hier voor een
maand verlengen en natuurlijk moet daarvoor opnieuw betaald worden. We proberen het niet eens te begrijpen.
Het verlengen van je visum
kan hier in Lombok, maar je bent gauw een week zoet, je kunt ook je visum verlengen op Bali, maar er gauw allerlei horror verhalen
over Bali, een moeilijke zeestraat met hoge golven moet je oversteken en de aanloop naar Bali marina schijnt erg moeilijk te zijn.
Iemand roept dat er komend weekend 30 knopen wind zal waaien, windkracht 7.
Jullie horen het, de boten van Sail Indonesie wordt een
grote roddelfamilie. Iedereen weet alles van en over elkaar, en heeft overal een mening over. Voor ons een reden om een beetje afstand
te houden.
Wat gaan we doen? We krijgen een beetje een haast gevoel, we hebben nog zes weken in Indonesie maar moeten tot Singapore
nog 1000 mijl af leggen. Hier ons visum verlengen of toch maar in Bali? We schuiven de horrorverhalen maar op de achtergrond, we gaan
toch naar Bali en daar laten we ons visum verlengen.
We besluiten om donderdag dan maar te vertrekken, we zien dan alleen weinig van
Lombok, jammer, maar we moeten keuzes maken.
Vandaag gaan we naar medana, we bekijken het dorpje, bezoeken de markt. En die is werkelijk
heel goor, overal rotzooi en het stinkt. Soms is het net een open riool. Zo smerig hebben we het nog niet eerder gezien. Maar we vermaken
ons prima, en ik probeer hierde es campur uit. Het smaakt prima, en nu nog kijken of mijn maag er tegen kan.
We hebben het druk vandaag.
Om vijf uur hebben we een feestelijke borrel, Carla van de Esperanza is jarig, en die geeft een gezellige borrel. Daarna is er Blues
night, met een buffet. De band die komt, is werkelijk fantastisch, en we swingen tot laat in de avond.