(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand oktober om te openen)
Zondag 30 september 2012: Serangan, Bali - zaterdag
6 oktober 2012 Jakarta, Batavia marina,
afgelegd 713,5 mijl (pos 06.07.16S 106.48.81E)
In de eerste week van oktober steken
we over van Bali naar Java, naar Jakarta. Na ruim 6 dagen en meer dan 700 mijl meren we af in Batavia Marina. Het is de langzaamste
oversteek die we ooit gemaakt hebben, en we hebben heel veel de motor gebruikt. 45 uur in totaal heeft de motor gedraaid. Bijna een
derde van de totale tijd.
En nu wordt het tijd om Java te verkennen. Wil je het oceaan logboek lezen klik dan hier.
Zondag 7 oktober
2012: Jakarta, Batavia Marina
Vandaag is het tijd om Jakarta te verkennen, nou ja een stukje ervan dan. Jakarta kent 18 miljoen inwoners,
net zoveel als heel Nederland telt. En ruim de helft van deze 18 miljoen leeft onder de armoede grens. Wat een grote drukke, drukke,
heel erg drukke, smerige stad is Jakarta. De batavia marina ligt een beetje buiten het centrum, dus er moet vervoer komen
naar de stad. Een ojek, een scooter hebben we nog. Twee om precies te zijn. Geen probleem, er lopen genoeg mannetjes rondom de marine,
en die hebben allemaal een scooter. Eentje hebben we zo gevonden, nu de tweede nog. De bewaker biedt uitkomst. Hij biedt zijn portofoon
aan, aan een collega, een heeft even een bijbaantje. Hij chauffeurt ons op de ojek. Tja, de mensen moet hier wat doen om hun inkomen
een beetje aan te vullen.
Even later scheuren we over de weg, dwars door het drukke verkeer. En een kwartiertje later worden we voor
het station Kota afgezet. Kota is het oude, nog Nederlandse deel, van Jakarta. Dat gaan we later bekijken. We gaan eerst naar een
ander station, station Gambir. Hier willen we kaartjes kopen voor onze treinreis naar Bandung. blij dat wij niet achter het stuur
zitten. De claxon gaat regelmatig, gewoon om aan te geven, let op ik rij hier. Geen gestress, geen haat en nijd in het verkeer. Tolerantie,
daar kunnen we in Nederland nog iets van leren. Na drie kwartier zijn we dan op het station. Kaartjes worden gekocht, ziezo nu is
het tijd voor koffie.
En dan moet er weer vervoer komen, we proberen nu de betjak uit. We komen terecht in een heel andere wereld van
Jakarta, kleine achterafsteegjes, kanalen (maar het zijn meer open riolen). Kris kras, alles krioelt door elkaar. We laten ons weer
afzetten in Kota.
Eindelijk, we kunnen de beentjes strekken. Kota is het oude stadsdeel van Jakarta, toen de Nederlanders hier kwamen
hebben ze geprobeerd Amsterdam na te bouwen. Al gauw verschenen er pakhuizen, klapbruggen, en kanalen. Je ziet nog oude gebouwen,
met kenmerkende Nederlandse gevels. Maar alles is zo vervallen, zo vervallen, jammer. Het meeste staat op instorten. De gegraven kanalen
functioneren als open riolen. Wat een stank en zo smerig. Overal drijft vuil, en overal ligt vuil.
We komen terecht op Fatahillaplein,
het centrum van Kota (oftwel oud Batavia). Het is er gezellig druk, het is zondag en het lijkt wel of heel Jakarta hier is. Eettentjes,
marskramers, acrobaten, gezellig. Overal zijn schoolklasjes met zoals achteraf blijkt, allemaal dezelfde opdracht. De eersten komen
op ons af "hello mister", "what is your name?", "where do you come from?", "can we take a picture of you?", onze antwoorden worden
keurig genoteerd. Er wordt veel gegiecheld, en gelachen. maar wat het doel van de opdracht is.... Zodra de ene schoolgroep verdwenen
is, komt de volgende er aan en stort zich op ons. Op het laatste zegt Frans de vragen al, voordat de klas ze kan stellen. Hilariteit!
Maar
na een kleine tien groepen, vind ik het welletjes.
We lopen nog een beetje rond in Kota, gaan richting Sunda Kepala, de oude vissershaven,
en nemen een betjak naar de marina. Het is genoeg voor vandaag. Wat een hitte, de energie is op. Morgen gaan we treinen.
Maandag
8 oktober 2012 - zondag 14 oktober 2012: Een treinreis over Java
We gaan een week op vakantie, ten minste zo voelt het. We hebben
gisteravond al de tas ingepakt, en de taxi geregeld. En nu is het zover. Om acht uur staat de taxi klaar. Natuurlijk gaat alles veel
vlotter dan dat we dachten, en drie kwartier later staan we op het station. We hebben meer dan een uur voordat de trein vertrekt,
dus tijd voor koffie. Om half elf is het dan zo ver, de trein vertrekt. Het is een behoorlijke luxe trein. We hebben airconditioning,
regelmatig komt er een stewart langs en kun je iets te drinken of te eten bestellen. Kortom, we zitten prima.
De treinrit naar Bandung
duurt ongeveer 3 uur, en gaat door een prachtig landschap. Het duurt even voordat we uit het drukke Jakarta zijn, maar dan krijgen
we toch een wat meer landschappelijk beeld te zien. Alhoewel Java wel heel erg druk en vol is, je gaat eigenlijk van grote stad naar
grote stad.
Begin van de middag stappen we uit, en Sam staat al keurig op ons te wachten. Sam, één van de organisatoren van Sail Indonesia.
Iedereen moppert op Sam, maar eigenlijk zijn wij heel tevreden. Het gaat op zijn Indonesisch zeggen we, het komt zoals het komt.
Sam
is geboren in Singaporen en woont in Bandung, tenminste een paar kilometer buiten Bandung en heeft ons uitgenodigd om bij hem thuis
te komen. En natuurlijk doen we dat!
We mogen bij Sam overnachten, maar het kan ook bij de buren, die verhuren hun huis. Wat moeten
we nu? Sam zegt "what is fine for you, is fine for me", tja het gewenste antwoord. Maar nu weten we het nog niet. We hakken de knoop
door, en blijven bij Sam logeren. Sam heeft twee dochters, Miranda en Amelia, en zijn offeren hun slaapplaats op voor ons. Sam waarschuwt
nog, hij heeft geen warm water, dus koud douchen. Nou geen probleem zeggen we, maar het water is echt koud. Ik gil nog net niet!
Op
de tafel in de badkamer staat een wastafel, waar is de kraan? Nou geluk is de kraan er niet, want er is ook geen afvoer! De wastafel
staat er voor sier, en wordt niet gebruikt. Overal, net als elders op Java, vindt je hele grote emmers waarin water wordt opgevangen.
Er drijft een klein schepje in en daarmee kun je het water scheppen en spoelen. Om te douchen, om de wc door te spoelen, om je tanden
te poetsen,....
Sam woont hoog, op 1200 meter hoogte en heeft een prachtig uitzicht over Bandung, hij woont zeg maar in het westland
tussen kassen en kwekerijen. Een prachtige omgeving, maar wat is het koud 's avonds, dat zijn we niet gewend. We leren Sam wat beter
kennen, helaas krijgen we weinig kontakt met zijn vrouw, zij spreekt geen Engels en Sam doet weinig moeite om te tolken. Jammer, maar
het zal vast de gewoonte zijn.
De volgende dag verkennen we de omgeving, we bezoeken kassen, pottenkwekerijen en wandelen door de landelijke
omgeving. Opeens zij ik een salon, een kapper. Daar moet ik naar toe. De kapster spreekt geen woord engels maar begrijpt dat ik een
knipbeurt wil. Even later wordt mijn haar
gewassen,
geknipt, geföhnd, hoofdmassage....en dat alles voor 2 dollar. Voor dat ik het weet is de kapster verdwenen, wat nu. Het duurt even,
maar dan komt ze terug, met mobiel en fotocamera. Volgens mij ben ik haar eerste blonde toerist en dat moet natuurlijk vast gelegd
worden op de plaat.
Helaas we moeten afscheid nemen van Sam's gezin. Om vijf uur staan we op en vertrekken we naar het station, samen
met Sam. Daar nemen we afscheid van Sam, Sam gaat naar Jakarta, wij gaan naar Jokjakarta. Zeven uur treinen, maar we vervelen ons
geen moment. Het is een prachtig landschap dat aan ons oog voorbij trekt, rijstvelden, kleine dorpjes, buffels, waterputten, stationnetjes,
rijstvelden.....uiteindelijk rijden we aan het begin van de middag Jokjakarta binnen. In Jalang Sosrowijayan staat het vol van de
hotelletjes. En daar vinden wij ook ééntje. Heel erg basic, ook geen warm water, maar vergeleken bij de douche van Sam, is het water
hier warm. Geen probleem, we hier blijven we de komende nachten.
Eerst wordt het tijd om Jokjakarta (bloeiende macht) te verkennen,
het spirituele en culturele centrum van Java. Een oude sultansstad gesticht in 1755. Ondanks dat ook hier druk is, is het een gezellige
stad. Marlioboro is de grote winkelstraat. Souvenirs, winkels, paard en wagen, betjaks, tot diep in de avond. Gezellig. We doen alles
wat elke toerist doe. We bezoeken het oude kraton (de sultanspaleis), taman sari (het waterkasteel, waar vroeger de harem van de sultan
aan het baden was terwijl hij toekeek), eten lekker bij prince joyokusomo's (waar de broer van de sultan woont), en bezoeken
een wajang kulit voorstellen.
Jokjakarta is ons uitvalsbasis, vanaf hier bezoeken we Surakarta, een kleinere sultan stad maar vergelijkbaar
met Jokjakarta, de eerste sultan heeft hier zijn paleis gebouwd, zijn broer een paleis in Jokjakarta. Maar het paleis in Jokjakarta
moest kleiner zijn, omdat de oudste broer de sultan was en in Surakarta al gebouwd heeft en niemand iets mag hebben dat groter of
mooier is dan zijn paleis.
En natuurlijk, daar deden we het voor, staat er een dag gepland voor de Borobudur en de Prambanan. De Borobudur
is het grootste boeddhistisch heiligdom te wereld. Al om vijf uur vertrekken we vanaf ons hotel. Een uurtje later staan we op de Borobudur,
gebouwd in 780. We zijn diep onder de indruk, een prachtig bouwwerk. Net als elke boeddhiste pelgrim lopen we de terrassen
af met de wijzers van klok mee. Langzaam gaan we omhoog, er zijn zes terassen, elk terras beeld een levensfase uit van boeddha. We
kijken ons ogen uit, en dan te bedenken dat de Borobudur slechts 100 jaar is gebruikt, vervolgens tot 1814 in de vergetelheid
is geraakt, weer ontdekt en pas in 1907 is men begonnen met restaureren. Het is een waar kunstwerk.
De volgende stop is de Prambanan,
een hindoe tempel. Ook dit is een juweeltje. Gebouwd in de tweede helft van de 9de eeuw, ook slechts een paar decennia gebruikt en
toen in vergetelheid geraakt. De Prambanan werd gebruikt als steengroeve voor huizen en wegen! In 1549 is de Prambanan vrijwel geheel
verwoest door een aardbeving. Gelukkig is men begonnen met restaureren, maar je ziet nog heel veel stenen blokken, een soort puzzel
waar de legplaats nog niet bekend is. De Prambanan beslaat een aantal hindoe tempels, gewijd aan Shiva, Brahma en Vishnu.
Jammer,
jammer, de bus roept we moeten terug. Maar we zouden nog uren kunnen ronddwalen op deze prachtige plekken!
Na een paar dagen Jokjakarta
wordt het uiteindelijk zondag. We hebben treinkaartjes geboekt, en gaan terug naar Jakarta. Zeven uur treinreizen, vlak voor dat het
donker wordt stappen we weer aan boord bij onze lady. Het is fijn om weer thuis te zijn, na een prachtige week reizen over Java.
Maandag
15 oktober 2012: Jakarta, Batavia Marina
Na een weekje treinreizen is er nu werk aan de winkel. Omdat we in een marina liggen en onbeperkt
stroom en water hebben, wordt er gepoetst en gesopt. Frans is bezig met de buitenboel, het dek wordt weer blinkend schoon. Maar het
is warm en vermoeiend. Zweten, zweten, en nog eens zweten. Ik doe de binnenboel, en ook daar is het een lekkere sauna. Maar het resultaat
mag er zien. De lady ziet er weer fris uit, ontdaan van alle zout. We hebben nog even het idee dat het vandaag ook lukt om de romp
helemaal schoon te maken, maar helaas de tijd ontbreekt. Dat moet maar wachten tot een volgende keer.
Ik ga nog gauw even, nou ja even,
het verkeer staat muurvast in de stad en over een ritje van een 10 minuten doe ik ruim een uur met de taxi, naar de carrefour. Een
grote westerse supermarkt, voor de laatste 14 dagen in Indonesië nog even de bevoorrading aanvullen.
En dan zit de dag er weer op.
Morgen verlaten we Jakarta. Doel is Pulau Seribu, letterlijk vertaald duizend eilanden. Een eilanden groep vlak bij Jakarta.
Dinsdag
16 oktober 2012: Jakarta, Batavia Marina - Vrijdag 19 oktober 2012: Pulau Ketawai
afgelegd 296,3 mijl (pos 02.16.08S 106.19.38E)
Voorzichtig
manoevreren we uit de marina. We hebben dit keer voldoende water onder de kiel. Eenmaal buiten de marina zien we weer hoe vuil het
water hier is. Overal drijft plastic. Er staat weinig wind, maar het lijkt erop toch voldoende om te kunnen zeilen. We kijken eens
naar de koers die we moeten varen, en dat doet ons besluiten om de duizend eiland links te laten liggen. We gaan naar Belitung.
Helaas
het blijft tobben met de wind, en de wind die er staat komt ook nog uit de verkeerde hoek. We besluiten dan ook maar om vaarwel te
zeggen tegen oost Belitung, we zetten koers naar het noord westen van Belitung, wel te 'bezeilen'. De tweede dag zien we dat het rolprofiel
van de kluiver uiteen schuift. Dat is niet zo fraai. We hebben met wat heen en weer schuiven van de kluiver dat de profielen weer
op zijn plaats schuiven. Helaas, geen geluk. Ondertussen kleurt de lucht om ons heen, van fraai zomers blauw naar donkere onweerswolken.
De kluiver moet opgerold worden, maar dat kan niet. Dan maar de kluiver naar beneden halen.
Ook dat gaat moeizaam. Een groot deel van
de kluiver kan naar beneden, maar een paar meter blijft haken in het rolprofiel. Zo goed en zo kwaad als het gaat binden de kluiver
op langs de zeereling en het restant aan het rolprofiel. Net op tijd zijn we, voordat de bui over komt. Een leuk klusje voor op onze
ankerplaats.
We zeilen, nou ja eigenlijk meer op de motor, langs de westkust van Belitung. Weinig wind en stroom tegen. We kunnen
de ankerplaats niet halen bij licht. Wat gaan we nu doen? We maken weer een keuze, dit keer verleggen we onze koers naar Bangka. De
laatste stop van Sail Indonesia en daar kunnen we uitklaren. Het betekent wel weer een nachtje doorvaren. Maar ja daar zijn we ondertussen
al weer aardig aan gewend geraakt.
Eindelijk, na drie dagen varen, laten we ons anker vallen voor Pulau Ketawai, niet echt een beschutte
plek, maar het weerbeeld dat we ondertussen hebben van Indonesia lijkt het ons prima om hier een tijdje te liggen. Te klussen, te
genieten van de laatstefeestelijkheden en uit te klaren. En dan is het richting Maleisië.
Zaterdag 20 oktober 2012: Pulau Ketawai
We
hebben als tip gekregen om de inbus bouten van het rolprofiel met schapenvet in te smeren, dit om oxidatie te voorkomen tussen
bout en aluminum profiel. Leuke tip leek het, maar dat lijkt ons nu een beetje noodlottig. Door het schapenvet lijkt het erop dat
de inbus bouten los trillen en niet echt vast zitten in het aluminium profiel. En daardoor konden twee profielen uit elkaar glijden.
Als ik Frans omhoog hijs langs de voorstag, ziet-ie meerdere inbus bouten los zitten, of erger nog soms is er zelfs één verdwenen.
Een vervelende klus, maar niet onoverkomelijk om te herstellen.
Ondertussen kan ik me storten op de kluiver, door het geklapper en
het niet goed kunnen oprollen van de kluiver, zijn er wat naadjes los gegaan. Naai werkzaamheden dus. En met engelen geduld wordt
ook het voorzeil weer gerepareerd.
Zondag 21 oktober 2012: Pulau Ketawai
Gisteren zijn de andere twee zeilboten die hier
lagen weer vertrokken, we denken voor heel even dat we het eiland alleen hebben. We maken kennis met Dali, Dali werkt voor een mining
company. Bangka, het grotere eiland , 6 mijl hiervandaan, is bekend om zijn tin-mining. De mining company heeft besloten om Pulau
Ketawai te leasen en het toerisme hier op te zetten. Voorlopig is het de lokale bevolking die hier komt. De veerbootjes komen met
ladingen vol aan. Het wordt lekker druk op het eiland. Als we halverwege de middag naar het eilandje peddelen, worden we overstelpt.
Hello mister! Picture? We zijn het strand nog niet op, of we worden omgeven. Met enige moeite lukte het ons om los te komen, en het
eiland rond te lopen. Een wandeling van slechts 20 minuten.
Maandag 22 oktober 2012: Pulau Ketawai
Alles wat hier gebouwd
wordt op het eiland is voor Sail Indonesia. Een dining hall, een restaurantje, toiletten, douches, een soort arena. Verlichting wordt
aangebracht. Er wordt nog driftig gewerkt, komende donderdag starten de festiviteiten.
Als wij weer vertrokken zijn, wordt alles weer
afgebroken. Wat een toestand, volgens ons kunnen ze het geld beter aan iets anders besteden dan aan ons!
Dinsdag 23 oktober 2012:
Pulau Ketawai
Dali wordt ongerust, komen er wel boten. Gelukkig vandaag komen de eerste boten er aan, al gauw liggen we met tien boten.
Dali hoeft zich niet meer ongerust te maken. Ook maken we kennis met Robbie. Robbie regelt de bevoorrading, voorlopig staat alles
op zijn lijstjes en komt het water nog niet. Geduld hebben.
Woensdag 24 oktober 2012: Pulau Ketawai
En we ontmoeten Sam, Sam haalt
alle papier op. We kunnen hier uitklaren, ons visum loopt af op de 29ste. Maar we hebben een nieuw cruising permit gekregen, en die
is geldig tot 31 december. Sam probeert ons visum hier te verlengen, als dat lukt blijven we nog een maand rondzwerven in Indonesië.
Donderdag
25 oktober 2012: Pulau Ketawai
Van de overheid krijgt elk jacht 100 liter diesel kado. Nou met alle draai-uren die de motor hier maakt,
is de diesel welkom. VOor de zekerheid kopen we nog eens 150 liter. Tussen hier een Maleisië wordt het vast veel varen op de motor.
We merken dat het natte seizoen eraan komt. Elke dag komt er wel een stevig regen- of onweersbui. Soms met wind, soms bladstil. En
de wind is gedraaid naar het noord westen, als er wind staat. En zoals je begrijpt, Maleisië ligt ten noord westen van hier.
Vandaag
worden we officeel welkom geheten. De mensen zijn zo vriendelijk, lachen, glimlachen, handje vasthouden en natuurlijk wil iedereen
met je op de foto. Elke vijf meter wordt er wel een foto genomen. Er wordt gedanst, en muziek gemaakt, we krijgen allemaal een welkomst
pakketje, een sarong en een t-shirt. En de dag wordt feestelijk afgesloten met een lekker etentje.
Vrijdag 26 oktober 2012: Pulau
Ketawai
We liggen hier al een tijdje. Jakarta is lang geleden, en verse voorraden zijn bijna op. Boodschappen moeten er gehaald
worden. Maar op Ketawai kun je je geld nergens aan uitgeven. Via Dali regelen we een uitstapje naar de kant. We gaan op de veerboot,
het is 45 minuten varen. En dan staat er een bus voor ons klaar. We rijden, 30 kilomter verderop, naar de hoofdstad van Bangka, naar
Pangkalpinang. Vandaag is een moslim feestdag. Dus bijna alles is dicht. Gelukkig is een groot deel van de handel in handen van de
Chinezen en die doen niet aan moslim feestdagen. En zo krijgen we toch kans op te shoppen. We kunnen de voorraden vers fruit en verse
groente aanvullen.
Zaterdag 27 oktober 2012: Pulau Ketawai
Aan de kant, op Bangka, is vandaag de mass-wedding. Er trouwen een
heleboel moslim paren tegelijkertijd. De meeste paren zijn al eerder getrouwd, maar vandaag is de officiele trouwerij, de papieren
worden in orde gemaakt. En als ze allemaal tegelijk trouwen is het niet zo duur. De aantal bruidsparen variëren van 150 tot 400. Het
zijn er in ieder geval een heleboel. Als we aankomen varen, staan er een heleboel mensen te kijken op de kant naar onze komst. Er
liggen tientallen veerbootjes, sommige zijn prachtig versierd. De afstap naar de kade is groot, maar geen probleem, er is op gerekend
en er staan ladder klaar om op te klimmen. Ik heb een rok aan, dat is moeilijk, maar vele helpende handen bieden uitkomst. Er wordt
gelachen, gezwaaid en vrolijk geroepen. Wie kijkt nu naar wie?
Er zitten twaalf bruidsparen, zij vertegenwoordigen de anderen. Je zou
zeggen dat het een vrolijke dag is, maar het valt om dat de meeste bruidsparen erg chagrijnig kijken. Voor sommigen is dit echt mosterd
na de maaltijd, en een hoop bruidsparen hebben al kinderen. Maar nu wordt dan alles officieel. Elk bruidspaar gaat een versierd vissersbootje
op, wij mogen mee. Het is weer even klauteren met mijn lange rok. Maar ik val gelukkig niet in het water. Er gaat ook een geestelijke
mee, en twee getuigen. De geestelijke zegt een soort gebed voor, de bruidegom herhaalt. Dan worden er iets van zegeningen uitgewisseld
tussen bruid en bruidegom. De geestelijke, bruidegom en getuigen plaatsen de handtekeningen. De handtekening van de bruid is niet
nodig!
We kijken onze ogen ut, jammer genoeg kunnen we niet alles volgen, maar het blijft een enorme gebeurtenissen. De bruidsparen
zijn er prachtig uit, sommige zijn in de lokale klederdracht, en er is een bruidje in westers wit. Maar alle bruidsparen hebben de
make-up gemeen, een grote laag plamuur en veel schilderwerk op het gezicht.
Half vier, het is tijd om terug te gaan, op de veerboot
krijgen we even een stevige onweersbui over ons heen. We kruipen bij de stuurman naar binnen
We komen net op tijd aan op Ketawai om
de kleine schildpadden los te laten in zee, en dan wordt de avond feestelijk afgesloten. Zang, vuurdans en een lekkere BQQ.
Sam komt
met de bootpapieren, helaas is ons visum nog niet verlengd. Hopelijk komt dat maandag. We blijven morgen dus nog gewoon een dagje
liggen.
Zondag 28 oktober 2012: Pulau Ketawai
Een lekkere rustdag. We liggen nog met zes boten. Later blijkt dat de politie Dali
belt, en vraagt waarom er nog zes boten liggen. Er is slechts toestemming voor drie boten, de Spirit, de Moana en wij. We wachten
op onze visum verlengen, de andere moeten weg. Dus waarom liggen ze er nog? Tja de administratie in Indonesië zullen we wel nooit
helemaal begrijpen.
Maandag 29 oktober 2012: Pulau Ketawai
Ik heb veelvuldig contact met Sam, maar het mag niet helpen. Ons visum
verlenging komt vandaag niet. Gewoon nog een dag wachten dus. De smoes is, het is laag water dus de boot kan niet naar ons toekomen.
Volgens ons is het buiten werktijd, en hebben ze er gewoon geen zin in.
Dinsdag 30 oktober 2012: Pulau Ketawai - Besar,
afgelegd 41,2 nm (pos 01.43.40S 106.05.70E)
Even voor achten, ik heb Sam al aan de telefoon gehad. Daar komt een vissersboot aan, er
wordt driftig gezwaaid met....de papier. En het is weer laag water. Maar ja, wat doet het er toe. We hebben onze verlenging van ons
visum. Een uurtje later gaat het anker op, we vertrekken. Het is prachtig weer, af en toe een bui, maar dat is in de verte. Helaas
geen wind, dus de motor draait weer over uren. In het noorden van Bangka vinden we een ankerplek. Vlak voordat de zon ondergaat laten
we ons anker vallen. Morgen gaan we weer verder.
Woensdag 31 oktober 2012 - donderdag 1 november 2012: Besar - Lingga, Tg Jang,
afgelegd 135,8 nm (pos 00.19.50S 104.57.33E)
Vijf uur, de wekker gaat. Vandaag willen we naar Tujuh, een eilanden groep ongeveer 65
mijl noordelijker. Maar helaas, weer geen wind. Dus we motoren veel, we hebben stroom tegen, en het beetje wind dat er staat hebben
we ook tegen. We hopen nog even dat we Tujuh halen voordat het donker wordt, maar halverwege de middag blijkt dat er niet in te zetten.
We besluiten dan maar om een nachtje door te varen, op de motor. We gaan naar het zuidelijkste puntje van Lingga. Vanaf hier kunnen
we het waarschijnlijk in dag etappes doen naar Maleisië. De volgende ochtend om acht uur laten we ons anker vallen in een ruime baai.
De rest van de dag is het tijd om te relaxen en wat huishoudelijke klusjes te doen en te bedenken waar we morgen naar toe zullen gaan.