Vrijdag 13 september 2013: Sandakan, Sabah
Vandaag hebben we nog een dag in Sandakan. W gaan naar Agnes Keith home, Agnes Keith
was Australische dame die in 1930 naar Sandakan kwam, ze schreef novels. Haar man werkte
voor de natuurbeheer. Hun villa bestaat nog steeds en is nu ingericht als museum, en er is een
Engels theehuis. Boven op de heuvel, hebben we high tea met een prachtig uitzicht over
Sandakan en de Chinese zee.
Zaterdag 14 september 2013: Bilit, Sabah
Ik heb regelmatig
contact gehad met Zul. Zul werkt voor het Bilit homestay program, een organisatie die regelt dat je bij de lokale bevolking thuis
kunt logeren. Via Zul gaan we overnachten bij locals in het dorpje Bilit aan de Kinabantangan rivier. Om elf uur ontmoeten we Zul,
alles is geregeld. Zul vertelt dat hij naar Kota Kinabalu gaat, maar Aloy is onze gids de komende dagen en Lee is onze chauffeur.
Samen met Lee en Aloy rijden we naar Bilit, 122 km verderop.
Onderweg zien we eindeloze velden palmplantages. Regelmatig komen we grote
vrachtwagens tegens, afgeladen met de palmvruchten, soms zie je rookpluimen van de fabrieken die de vruchten tot palmolie verwerken.
Onderweg
worden we al een beetje voorbereidt door Aloy, of we het niet erg vinden om met onze handen te eten, en misschien is er ook wel geen
douche. Dus douchen met een emmertje. En warm water is er zeker niet. Nee we vinden het niet erg, het lijkt ons zelf spannend!
Even
na drieën arriveren we eindelijk in Bilit, een klein gehucht van ongeveer 200 inwoners. Eén grote familie, iedereen kent elkaar. Bilit
ligt aan de Kinabantangan rivier, en hier vindt je nog resten van de jungle. We maken kennis met de familie Awang, vader en moeder
Awang en Bob Awang. Bob spreekt een paar woordjes Engels, maar gelukkig is Aloy de reddende engel en vertaalt voor ons.
Het is een
groot huis, de woonkamer is enorm en er zijn een hoop kleine kamertjes. Maar ja een kamer erbij is dan ook zo gemaakt, en paar spaanplaten
tegen elkaar aanzetten, spijkers er in, en hup daar je heb je een wand. Dus in een paar uur heb je er zo een kamer bij.
Onze kamer
is klein, maar schoon. Twee matrassen op de grond, twee lakens, handdoeken en een ventilator. We krijgen een korte rondleiding door
het huis. Er is zowaar een douche (wel alleen met koud water).
Bob komt aanzetten met lekkere thee en gebakken banaan. Heerlijk. Even
later haalt Aloy ons op. We maken onze eerste riviertrip vanmiddag. Omdat hier nog jungle is, is er nog veel wild. En dat trekt veel
toeristen. In boottochten over de rivier wordt er naar wild gespeurd. Aloy is een goede gids, en hij ziet vaak eerder dan wij de beesten.
We hebben geluk, we zien heel veel apen (de long nose, de orang-oetan, makaken), slangen, heel veel vogels (waaronder de neushoornvogel),
wilde zwijnen en de pygmee olifanten. Het is een kleiner soort olifant dat hier leeft in Borneo, maar we vinden ze toch reusachtig.
Hier aan de rivier leeft een kudde van ongeveer 70 olifanten, we zijn er een stuk of 10 langs de rivier. Af en toe horen we ze trompetteren!
Prachtig, we zijn diep onder de indruk.
Als het donker wordt gaan we terug.
We ontmoeten weer allemaal nieuwe mensen in huize Awang,
maar het blijft voor ons een raadsel wie bij wie hoort. Er wonen twee families, maar voor ons gevoel loopt het hele dorp bij elkaar
naar binnen. Leeftijd inschatten is heel moeilijk, ik vind dat Aloy vind ik oud uit ziet, maar hij is nog maar 30. Zijn
vader die we later ontmoeten lijkt een oude kromgebogen klein mannetje, hij is 63 jaar!
’s Avonds neemt Aloy ons mee voor een avondwandeling,
maar dat is niet echt een succes. Heel veel muskieten, en weinig insecten. Maar we vinden het prima zo, we zijn nog vol van alle indrukken.
We
schuiven nog even aan bij de familie (ondertussen zijn er weer nieuwe neefjes en nichtjes aangeschoven), er wordt gekeken naar de
televisie voetbal Malaysia tegen Myanmar. We worden spontaan fan van Malaysia, en gelukkig winnen ze met 2-0 van Myanmar.
We gaan naar onze kamer, tijd om te gaan slapen, want morgen om half zes gaat de wekker voor een vroege trip op de rivier. Als ik midden in de nacht wakker wordt om naar het toilet te gaan, kijk in de grote woonkamer. Tot mijn verbazing zijn daar ook matrassen neergelegd, neefjes en nichtjes liggen in de kamer te slapen.
Zondag 15 september 2013: Bilit, Sabah
Aloy haalt ons op, om zes uur gaan we weer de rivier op, dit keer om vogels te spotten. Het is
nog vroeg, en aangenaam koel. We zien visarend, neushoornvogels, ijsvogels, en natuurlijk
apen. Heel veel apen.
Om half acht zijn we terug, tijd voor het ontbijt, Bob heeft lekker noedels gemaakt. Het is even
wennen,
noedels als ontbijt maar het smaakt heerlijk.
En dan gaat de lange broek aan, stevige schoenen en lange sokken. We gaan een wandeling
maken naar het Oxbow meer. Het is modderig, en af en toe zakken we lekker weg in de
modder. Aloy wijst regelmatig iets aan en vertelt over de flora en fauna. We lopen echt in de
jungle, het pad is wel platgetreden, dus we zijn niet de eersten. Na een uur lopen komen we bij
het meer aan. Tijd om onze lijven te inspecteren naar bloedzuigers. En ja hoor we vinden er een
paar. Maar gelukkig zijn ze redelijk onschadelijk en gemakkelijk te verwijderen. We genieten
van de ochtendstilte bij het meer.
En dan wandelen we weer terug naar de rivier, met het bootje steken we de rivier weer over en
gaan terug naar ‘huis’. Nana, één van de dochters, ligt nog steeds lui voor de televisie. Sinds
onze aankomst ligt Nana al naar de televisie te kijken!
Rond lunchtijd komt Aloy er opeens aan. “I want to invite you to visit my
house’, zegt Aloy. Er is een ceremonie gaande, bij jonge kinderen wordt het haar geknipt. De imam houdt gebeden.
Wanneer we aankomen
bij het huis van Aloy is het knippen al achter de rug. De mannen en vrouwen zitten gescheiden. De mannen zit links, de vrouwen zitten
rechts. De jonge kinderen zitten bij de vrouwen. Iedereen is kleurrijk en netjes gekleed. De imam houdt gebeden. En dan wordt er gezamenlijk
gegeten.
We kijken met grote ogen rond, en nemen alles nieuwsgierig op. Maar echt begrijpen wat er gebeurt doen we niet. We vragen
Aloy om uitleg, maar ja het is onbeleefd als je de vragen niet begrijpt, dus op alles wat we vragen geeft Aloy het antwoord “yes”.
We denken dat hij iets van een toetreding is tot het geloof. De ceremonie vindt één keer per jaar plaats en bij iemand thuis, niet
in de moskee. Het is een kleurrijk geheel. Maar zoals wij kijken naar hun, worden wij ook nieuwsgierig bekeken door de aanwezigen.
De kinderen hebben minder schroom, ze komen gezellig naast ons zitten en vragen van alles en babbelen honderduit. Maar natuurlijk
in het Maleisisch. Naast mij zit Sharifa en zij spreekt een heel klein beetje Engels, maar meestal glimlacht ze lief naar ons. Ze
heeft meer interesse voor de fotocamera en hoe wij eruit zien. En dan opeens is het voorbij, de mensen gaan weg, we krijgen van verschillende
mensen een hand ter afscheid en iedereen bedankt Aloy voor de gastvrijheid.
Wij staan ook maar op, en in verbazing en verwondering
wandelen we terug naar ons huis.
’s Middags is het weer tijd voor een boot trip, dit keer gaan we vogels spotten, gisteren de olifanten van de vogels. Ondanks dat het regent, het koelt daardoor heerlijk af, zien we toch veel vogels. De visarend en de neushoornvogels laten zich regelmatig spotten.
Maandag 16 september 2013: Bilit, Sabah
Vandaag is het Malaysia day, de 50-jarige onafhankelijkheid
van Maleisië wordt gevierd. We beginnen de dag voor de televisie, de plechtigheden in Kuching worden live op televisie uitgezonden.
We zien de sultan en zijn vrouw, en er wordt veel gesproken. De Maleisiër hoort zichzelf erg graag praten. Af en toe vragen we Aloy
iets te vertalen, maar voor ons is het meer plaatjes kijken.
In Bilit merk niets van Malaysia day, geen feestelijkheden. De mensen
hebben gewoon een extra vrije dag, de school is dicht, maar het normale leven gaat gewoon door.
Omdat we de televisie uitzending toch
niet kunnen volgen laten we de uitzending voor wat het is, we gaan het dorp Bilit verkennen, 200 inwoners kent Bilit. Dus iedereen
kent elkaar en volgens ons het ook allemaal familie van elkaar. Veel inwoners werken in de toeristen industrie, want rondom de rivier
zijn er zeer veel lodges te vinden, met elk hun eigen programma om de toeristen te vermaken.
Zo’n klein dorp hebben we natuurlijk zo
gezien, we wandelen even via de school maken kennis met een schooljuf en babbelen wat. Uiteindelijk komen we terecht bij een restaurant,
het lijkt meer een gewoon woonhuis, maar prima. We kunnen er een kop koffie kopen.
‘Zo rond vieren pikt Aloy ons weer op. We gaan weer
de rivier op, we vragen aan Aloy dat we toch nog wel erg graag een keer de olifanten willen zien. En dat is wat we krijgen! De olifanten
zijn terecht gekomen in Bilit, wel aan de overkant van de rivier dus niet waar wij ‘wonen’. Ze lopen tussen de huizen door, smullen
van het riet, bamboe en bananenbomen. We zijn tientallen olifanten, de grote mannetjes olifant (de leider van de groep), moeders met
jong,…We gaan zelfs uit de boot en lopen door de huizen en kijken, wel op veilige afstand, naar de olifanten. Wat een belevenis!
Dinsdag 17 september 2013: Lahad Datu, Sabah
We hebben het bijzonder naar onze zin gehad. De familie Awang heeft ons verwend
en heerlijk voor ons gekookt, jammer dat de communicatie soms moeilijk gaat. Op de valreep worden er nog foto’s genomen. En dan is
het tijd om afscheid te nemen, Aloy brengt ons naar de Sibau junction en daar pikken we een bus op naar Lahad Datu. Ruim twee uur
rijden naar het oosten in Sabah. Vlakbij Lahad Datu ligt Danum Valley, één van de oudste nog in tact zijnde tropische regenwouden
ter wereld. Onze volgende bestemming.
We vertrekken pas de volgende dag naar Danum Valley, de bus pikt ons op om drie uur. Dus vandaag
blijven we een dag in Lahad Datu. Een redelijke grote stad, je hebt de ‘uphill’ en ‘downhill’. Je raadt het al, beide staddelen worden
gescheiden door een heuvel. Maar het is slechts een kwartier lopen van elkaar. Wij logeren in ‘uphill’. Dus nemen we een wandeling
naar downhill, even uitkijken over de zee. Lahad Datu ligt namelijk aan zee. Het is warm, we zoeken een plekje om koffie te drinken
met natuurlijk uitzicht over het water. En dat vinden we, maar we komen wel terecht in een enorme armoe. Heel veel smoezelige straatkinderen,
niet gewassen, haren ongekamd, en allemaal een erg slecht gebit. Volgens mij zijn de kleren die ze aan hebben hun totale bezit. Vlak
aan de kade drijven enkele bootjes in zee, met een touw en een stok in de grond liggen ze ‘vast’. Geen aanhangmotor. Als we goed kijken
zien we dat hun de woningen zijn van de allerarmsten. Gezinnen leven op de bootjes, onder een paar lappen om ze een beetje droog te
houden tegen de regen. Hier en daar hangt er wat wasgoed, en er veel in onze ogen rommel in en rondom de bootjes.
En wij, wij zitten
in een restaurant en drinken koffie, en kijken…..Wat een triest verschil is er op de wereld.
Woensdag 18 september 2013:
Danum Valley, Sabah
We ontmoeten Rinhad, spreken het programma door en om drie uur ish et dan zo verder. De bus vertrekt naar Danum
Valley. We zijn niet de enige toeristen, naast ons zijn ook Timo & Nion (hij Amerikaans, zij Koreaans) en Adrian & Candice
(hij Frans, zij Amerikaans) ingestapt. Je hebt slechts twee mogelijkheden om Danum Valley te bezoeken. Of je boekt bij Borneo Rainforst
Lodge, en dure maar luxueuze optie (2 nachten kosten je ongeveer 450 euro p.p), of je gaat naar het field centre. Een onderzoeksinstituut
midden in het oerwoud, dat ook toeristen verwelkomt. Een standaard onderkomen, mannen en vrouwen slapen gescheiden en je doucht met
koud water.
Wij kiezen voor het onderzoekscentrum. Het blijkt er dit keer druk te zijn, er zijn namelijk een 25-tal studenten van
de Oxford Universiteit.
Danum Valley is ongeveer 450 km2 groot, een groot ongerept tropisch regenwoud. Thuis van verschillende dieren,
de orang-oetan, de zeldzame sumatraanse neushoorn, pygmee olifant, gibbons, leopoard (en andere wilde katten), andere apensoorten,
en natuurlijk heel veel vogels. Het is ongeveer 2 tot 3 uur rijden, en hoe verder we van de bewoonde wereld komen, hoe dichter
het oerwoud wordt. Een prachtige groene dicht begroeide omgeving. Indrukwekkend. Onderweg komen we apen tegen (je weet wel die apen
met van die rode kale konten) en een wild zwijn.
Laat in de middag arriveren we bij het onderzoekscentrum. We zoeken ons bedje op,
en pakken de spullen uit.
Na het avondeten hebben we samen met Timo & Nion een nachtdrive. Er is geen ranger meer beschikbaar,
maar we vinden een andere mannetje dat ons wel wil rondrijden. We hebben gehoord dat de nachtdrive een goede manier is om wildlife
te spotten. Hoe we ook ons best doen, we zijn erg weinig. We stoppen een keer om een kikker te zien, en zien een wilde kat langs de
kant van de weg. We zijn een beetje teleurgesteld. Maar ja misschien morgen meer geluk tijdens de wandeling.
Donderdag 19 september
2013: Danum Valley, Sabah
Het is half vijf, de wekker gaat. Nion wekt mij. We gaan de zon begroeten. Een beetje slaapdronken stappen
we in de jeep. Timo, Nion, Frans en ik, en een Spanjaard. Adrian en Candice zouden ook mee gaan, maar zijn nergens te bekennen. Later
blijkt dat ze zich verslapen hebben.
Het is ruim een half uur rijden naar het uitzichtpunt. Het is bewolkt, dus we zien de zon niet
opkomen. Het uitzicht over Danum Valley is fenomenaal. Eindeloos regenwoud, en bergen,en daartussen slierten ochtendnevels.
Langzaam ontwaakt de dag. We horen de jungle geluiden, we herkennen de gibbon en hornbill vogels. Maar er klinkt zoveel
meer. We houden onze adem in en genieten van al het moois.
We stappen weer in de open jeep en gaan terug. Half negen, onze gids staat
op ons te wachten. Nou ja gids, de gidsen worden hier ranger genoemd. En dat is ook meer wat ze zijn. Je moet de woorden uit zijn
mond trekken. Veel vertelt hij niet. We zijn geen beesten onderweg, we genieten volop van de jungle om ons heen. Rond de middag zijn
we weer terug. We zijn moe, uitgeteld. Het is hier warm en vochtig. Er wordt gezegd dat tropenjaren dubbel tellen, nou tijdens onze
trip hier door Borneo begrijpen we nu precies wat daarmee bedoeld wordt.
Na de siësta, gaan we zelf aan de wandel. We gaan naar de
uitkijktoren, ik vind de ladder tegen de boom op eng, (30 meter klimmen), zo eng dat ik beneden blijf. Frans klimt naar boven en geniet
van al het moois. Aan het eind van de wandeling zien we een orang-oetan en een grote varaan.
Vrijdag 20 september 2013: Lahad
Datu, Sabah
Om half negen stappen we weer in het busje. Het busje dat ons terugbrengt naar de bewoonde wereld. Onze trip naar Danum
Valley zit erop. We hebben een glimp op kunnen vangen van de wildlife, we hadden graag meer dieren gezien. We genieten nog even van
de prachtige jungle, maar na ruim twee uur zijn we toch weer echt terug in de bewoonde wereld.
Vandaag blijven we nog een dagje in
Lahad Datu.
Zaterdag 21 september 2013: Semporna, Sabah
Na de koffie stappen we in de bus naar Semporna. Een ruime twee uur rijden.
We komen terecht helemaal in het oosten van Sabah, aan zee. Semporna is een gezellige stad, ruim 133.000 inwoners. Het doen klein
en gezellig aan, maar het is wel een van smerigste steden die we tot nu toe bezocht hebben. Open riool, overal afval, en dus stinkt
het overal. Maar goed, daar kijken we maar een beetje doorheen.
We vinden een goede slaapplek, brengen onze bagage op onze kamers en
dan maar eens op zoek naar iemand die ons kan helpen om op het mooie eilandenrijk te komen. Semporna ligt namelijk in een archipelo,
een zee gebied vol met kleine eilandjes, en een prachtige onderwater wereld. En natuurlijk trekt dat veel toeristen. Duiken is hier
big business, overal zijn er bedrijven die je voor honderden dollars naar een eiland en resort willen brengen. Sipandan schijnt de
mooiste onderwater wereld te hebben, maar daar worden slecht 120 personen per dag toegelaten. Dus 120 permits zijn er beschikbaar,
voor veel geld. Dit om het natuurgebied te beschermen, later horen we dat het gewoon een commercieel iets is, helemaal niet ingesteld
door de overheid om het natuurgebied te beschermen.
Uiteindelijk komen we terecht bij Seahorse, een kleinere onderneming, en daar gaan
we mee naar Pulau Mabul. We boeken een trip voor twee dagen, en één overnachting, en twee snorkeltrips.
Zondag 22 september
2013: Pulau Mabul, Sabah
Om negen uur vertrekt de boot, tenminste dat heeft Nor ons verteld. We zijn stipt als altijd, maar de boot
vertrekt eerder. Nor was ons al aan het zoeken. Als we bij de boot aankomen en net zitten, moeten we er weer uit. De boot is te zwaar
beladen met toeristen en bagage. Dus gaan we, samen met Jimmy en Helene in een andere boot. Dan nog even langs de markt om extra brandstof
mee te nemen, en een half uur later kunnen we dan eindelijk vertrekken. Het is anderhalf uur varen. Over een prachtig gebied. Het
water kleurt van groen naar diepblauw. Soms zien we de bodem. In de verte breken de golven over het rif. We gaan door het rif, open
zee op. De boot maakt stevige klappen op het water. Het is een polyester boot, hier en daar zijn al wat scheuren ontstaan. Er is een
zonnetent op de boot, op een metalen frame gespannen. Het laswerk is erg slecht, en het duurt dan ook niet lang of er breekt een stuk
frame. Het ‘dak’ zit een beetje los. Geen probleem, een stuk touw moet helpen. Maar dat wordt erg slecht vastgemaakt. Nou dan gaat
de bijrijder gewoon hangen aan het dak, door zijn gewicht moet het dak een beetje op zijn plaats blijven. Af en toe met een flinke
golf worden dak en bijrijder flink door elkaar geschud. Na ruim een uur komen we veilig aan op het eiland Mabul.
Na de lunch maken
we een korte wandeling over het eiland. In drie kwartier ben je hele eiland om. Volgens mij is het eiland overbevolkt, overal mensen,
overal kinderen, overal wordt gebedeld om geld, overal hutjes en heel veel afval (vooral plastic). Als ze zo doorgaan bestaat het
mooie Mabul over een paar jaar niet meer. Jammer.
’s Middags is het tijd om te snorkelen. Op de snorkelplek Paradise 2 laten we ons
in het water zakken. De onderwater wereld is mooi, we zien veel verschillende kleuren en vormen van koraal, en ook veel, heel veel
vissen, kleine vissen, grote vissen en hele kleurrijke vissen. Morgen gaan we onze tweede snorkeltrip doen.
Maandag 23 september
2013: Pulau Mabul, Sabah
Vandaag is onze tweede dag in het zee aquarium. We gaan dit keer naar een andere plek, een prachtige plek.
Opeens houdt het koraal op, en gaat de bodem loodrecht naar beneden, een prachtige steile wand. Zonlicht schijnt op het koraal, overal
prachtige kleuren om ons heen. En prachtige vissen, in allerlei kleuren. Grote vissen, kleine vissen, lange dunnen gepen, roofvissen
en schildpadden. Adembenemend. Het is toch wel een van de mooiste snorkelplekken die we gezien hebben tijdens onze trip. Na een uur
zit de tijd erop, we klimmen weer in de boot en gaan terug naar Pulau Mabul.
Dinsdag 24 september 2013: Semporna, Sabah
We hebben
nog de hele dag op het eiland. We wandelen een rondje om het eiland. Het is een mooi plek op aarde, maar ik blijf het veel te vol
vinden. Teveel mensen, en teveel rommel. Jammer.
Aan het eind van de middag wordt het tijd om te vertrekken. We stappen in de boot,
en ruim een uur later stappen aan wal in Semporna. Ik heb een beetje haast, ik moet onze schone was ophalen bij de wasserette. En
helaas, de wasserette is al gesloten. Nou maar hopen dat de winkel morgen vroeg open is, want om half acht vertrekt onze bus naar
Kota Kinabalu.
Woensdag 25 september 2013: Kota Kinabalu, Sabah
Zes uur, de wekker gaat. Gauw aankleden, Frans checkt uit en ik
ga onze schone was ophalen. De winkel is nog dicht, de rolluiken zijn naar benden, maar eens aan de achterkant kijken. Hier is een
groot hekwerk, maar ik zie slippers staan. Er moet toch iemand zijn. “Hello”, roep ik. En nog eens “hello”. En ja hoor, ik hoor wat
geschuifel en daar komt de wasdame aan. Ik geef mijn reçu en even later krijg ik de was terug. Gauw loop ik naar het busstation. Frans
haalt net een kop koffie. Ik schuif aan.
En wat blijkt, voor niets hebben we ons gehaast. Want de bus is er nog niet. Er is iets aan
de hand, geen idee wat, maar er komt een vervangende bus. Pas na acht uur stappen we in, en vertrekt naar Kota Kinabalu, ruim 9 uur
rijden.
Donderdag 26 september 2013: Kota Kinabalu, Sabah
Vandaag doen we niet zoveel, eigenlijk is vandaag bedoeld om op souvenir-jacht
te gaan. We willen eigenlijk wat houtwerk of voorwerpen die door de ikan-stam worden gebruikt. Maar helaas, de winkels, die bekend
staan om hun handicraft, leveren meer de zoals wij zeggen ‘goed bedoelde souvenir rotzooi’. Dus we komen met lege handen weer bij
ons hotel.
Vrijdag 27 september 2013: Kota Kinabalu, Sabah
Vandaag stat pulau Mamutak op ons programma. We willen er gaan snorkelen.
Hier vlak voor de kust ligt een natuurpark, bestaande uit vijf eilanden. We hebben al geïnformeerd hou we er komen, met de ferry,
toegangsprijzen en vertrektijden. Maar als we de ogen om acht uur open doen en naar buiten kijken is het één grijze massa. Het regent,
en niet zo’n beetje ook. We wachten nog een uurtje, maar het weer wordt er niet beter op.
Dan gaan we maar de stad in. We nemen de
bus naar Tanjung Aru beach. Hebben we toch een beetje een ‘strand gevoel’. Vlakbij de beach is het prince philip park. Er komt daar
wel erg veel muziek en lawaai vandaan. We gaan maar eens een kijkje nemen. Er is een agricultuur beurs gaande, lokaal fruit en groente
wordt aangeprijsd. Je kunt er van alles proeven. En ook de lokale stammen ontbreken niet, hun huizen (hutten) zijn nagebouwd, muziek-
en dans optredens kunnen natuurlijk niet ontbreken.
Als in de verte weer de regen zich aandient, rennen we gauw naar de bushalte.
Net op het moment dat we instappen breekt de bui los.
Zaterdag 28 september 2013: Puteri Harbour, Maleisië
Zeven uur de wekker gaat. Douchen, ontbijten en de tas inpakken. Met dat laatste hebben we al zoveel ervaring opgedaan dan we in 5 minuten klaar zijn met onze tassen. Om half negen pikt de taxi ons op en een kwartier later stappen we uit op het vliegveld. Alles gaat voorspoedig, geen enkele vertraging. En om half één landen we op de peninsula. We zijn bijna thuis. We kunnen zo instappen in de bus, die ons naar puteri harbour brengt. Even later wandelen we op de steiger. De lady ligt er vertrouwd bij. Welkom thuis. De bijna 7 weken rondreis door Borneo zit erop.
Zondag 29 september 2013: Puteri Harbour, Maleisië
Vandaag is het lekker luieren en rommelen. Een eerst
was wordt gedraaid, een beetje opruimen, maar verder doen we eigenlijk niets. Boekje lezen, muziek luisteren, dat soort zaken. We
nemen een week of twee om de boot op orde te krijgen en dan willen we vertrekken met de boot richting Thailand.
Maandag 30 september
2013: Puteri Harbour, Maleisië
We hebben moeite om weer in het ‘werk’ ritme te komen, maar ja plichtsgetrouw als we zijn pakken
we toch maar weer de kluslijst ter hand. Frans stort zich op de binnenkant van de boot, de motor. Olie moet ververst worden, maar
eerst is de dynamo aan de beurt. In Nederland hebben we nieuwe koolborstelsets gekocht en deze moeten in de dynamo. Het lijkt een
fluitje van een cent, maar toch ben je de hele dag zoet. En ik stort me op de buitenkant, de kuip wordt gewassen en de romp wordt
gewassen. Ongelooflijk hoe vies de boot kan worden in slechts 7 weken. Overal weer zwarte strepen, en die gaan er natuurlijk niet
zomaar af. Polish moet er aan te pas komen, maar dat is een klus voor morgen.
Wanneer John, één van de andere schippers hier, voorstelt
om gezamenlijk happy hour te vieren bij de Pakistan en daar te gaan eten zijn we daar wel voor te porren. Die bierglazen zijn groot
maar heerlijk koud, en een beetje onvast op onze benen gaan we ’s avonds weer terug naar de boot.