Vrijdag 1 augustus 2014: Saint Pierre
Elke dag hebben we overleg via de marifoon
met de La Luna, en de Inish. De weerkaarten worden binnengehaald en bestudeerd, de golfhoogte wordt bekeken. En natuurlijk kijken
we even over de pier, naar de werkelijke situatie. Gaan we wel of gaan we niet? De één wil wat meer wind, de ander wil wat minder
wind. De één heeft haast, de ander niet.
Maar vandaag kunnen we niet weg, eenvoudigweg omdat de golven bij de haveningang nog te hoog zijn. De beslissing wordt voor ons genomen. Vandaag blijven we in Saint Pierre, en morgen…. Morgen is er gewoon weer overleg.
Zaterdag
2 augustus 2014 – woensdag 6 augustus 2014:
Saint Pierre, Réunion – Ile Saint Marie, Madagaskar, afgelegd 449 mijl (pos 17.00.12 S
49.50.86E)
Met weemoed nemen we afscheid van Réunion, een prachtig eiland. Na bijna 4 weken is het
tijd om te vertrekken. Het is nog even spannend wanneer we de haven verlaten, maar alles
gaat prima. We hebben een goede overtocht, licht weer en zwaar weer. Met wat kleine
akkevietjes, een zandloper in de kluiver en 3 keer een bijna klapgijp. Woensdagochtend
vroeg ronden we het eiland Ile Sainte Marie, op dit moment het paar gebied van de bult rug
walvissen. En we hebben geluk, we zien ze! Wil je weten hoe onze oversteek verder verliep,
kijk dan op het oceaan logboek.
Donderdag 7 augustus 2014: Ambodifotatra
Madagaskar
is een compleet andere wereld dan Réunion. Het doet Afrikaans aan, de grote veranderingen beginnen al bij het inklaren. Formulieren,
bootpapieren en dergelijke het maakt allemaal niet. Geld is het machtige woord. Hoeveel willen we betalen? De beambte (tenminste dat
denken we dat hij is, maar dat blijkt nergens uit, het kan net zo goed een lokale bewoner zien) zet hoog in, we natuurlijk laag. Het
is even wennen smeergeld. Doen we mee of niet? Uiteindelijk betalen douane 30.000 ariaries (ongeveer 9 euro en een maandsalaris voor
hier) en 30.000 ariaries aan de costguard. Dat spreken we af, maar eerst moeten we nog aan het lokale geld zien te komen.
We wandelen
naar het enige dorp hier op Ile Sainte Marie. Ambodifotatra genaamd. Er is een hoofdstraat, met asfalt. Wijk je af van de hoofdstraat
of loop je het dorp uit, dan houdt het asfalt op, gewoon zandwegen, kuilen en modder. Er zijn twee banken. De pinautomaat doet het
niet, maar binnen aan de balie kunnen we geld halen. We halen gelijk een half miljoen ariaries gehaald,klinkt veel maar dat is het
niet, 150 euro.
Ambodifotatra is een klein dorpje, de mensen zien er Afrikaans uit, kleurrijk maar erg donker van huidskleur. En ze
zijn arm, zodra je buiten de hoofdstraat bent zie je hutten waarin ze wonen. Iedereen is vriendelijk en glimlacht naar ons. We
drinken een bakkie koffie en dan gaan we naar immigratie. Ons paspoort moet gestempeld worden. Natuurlijk kan dat, zegt de agent.
Maar we krijgen toestemming voor één maand, en dan moeten we ons visum verklaren. “We already have a visum”, zeggen we. Nee, dat kan
niet. We laten ons paspoort zien. En ja hoor dat staat toch echt een visum in. “Where did you buy this?!”, vraagt de agent streng.
“Embassy of Madagascar in Mauritius”, antwoorden we braaf. Hij is niet blij. Hij ziet zijn handel en zijn smeergeld in rook opgaan.
Met een gelaten zucht kan hij niet anders, dan onze paspoorten en viusm afstempelen. “Have a nice day sir”, zeggen we vriendelijk
en wandelen naar buiten. Ziezo de papier rompslomp is klaar, het zal ons benieuwen hoe dat op andere plaatsen straks gaat. Als
het aan ons ligt bezoeken we geen douane, kustwacht, immigratie of welke instantie dan ook.
Vrijdag 8 augustus 2014: Ambodifotatra
We
gaan naar de kant, we leggen onze bijboot bij Ilôt Madame, het vroegere administratieve centrum van de franse VOC. Vandaar is het
een korte wandeling naar Ambodifotatra, onze bijboot ligt ver genoeg weg van de drukte, redelijk veilig en geen jongens die bedelen
om geld om op onze bijboot te mogen passen. Onderweg passeren we weer ons ‘koffietentje’, een rieten afdakje met een paar planken
die als tafel en bank dienen. Een lokale familie verkoopt zelf gebakken lekkernijen en koffie. Gisteren waren we ook al geweest, het
meisje herkent ons al als we aankomen lopen. We drinken een bakkie bij haar, en wandelen dan een stukje verder. Aan de andere kant
van de weg is namelijk een heuvel en daarop staat een oude ruïne. Volgens de reisgids is het een oud fort dat nu nog steeds dienst
doet als militaire basis. Dat geloven we niet, we gaan eens een kijkje nemen.
En ja hoor bij de ingang staat militaire kampement, het
is een bouwval, echt een ruïne, en voor het overgrote deel geen dak. Maar toch wordt het gebruikt, we worden opgewacht door de ‘commandant’.
We mogen rondlopen, en zien nog een soldaat. We ziet hier doen? Geen idee, in ieder geval hebben ze tijd genoeg om jeux-de-boules
te spelen.
We lopen door naar het dorp, eens kijken of we de markt kunnen vinden. En dat lukt, het is even zoeken, maar uiteindelijk
vinden we het dan toch. Het is een schamele kleinschalige markt, groente zier er verlept uit, de standaard zaken worden verkocht,
zoals wortelen, aardappels en uien. Hier en daar wat schrale sperzieboontjes en kleine verschrompelde aubergines. Bij de lokale
producten vraag ik wat het is, maar de meeste mensen hier spreken Malagasy (of soms Frans) en beide talen ben ik niet machtig. Er
wordt een hoop gegiecheld als we elkaar niet begrijpen. De gekke witte mensen trekken toch erg de aandacht, we worden uitgebreid bekeken.
Zaterdag 9 augustus 2014: Ambodifotatra – Ile Aux Nattes, afgelegd 16,5 mijl (pos 17.05.55S 49.48.51E)
We willen de walvissen
wel eens van iets dichterbij zien. In het kanaal tussen Madagaskar en Ile Sainte Marie zien we ze regelmatig zwemmen, soms zien we
de ademen en soms springen ze uit het water. Maar het is bijna altijd ver weg. We besluiten om te verkassen naar Ile Aux Nattes en
klein eilandje aan de zuidzijde van Ile Sainte Marie. Daar schijn je een goede ankerplek te hebben met vrij zicht op het kanaal tussen
Madagaskar en Ile Sainte Marie. Het is tegen de wind in, we moeten kruisen. En we zien veel bult rug walvissen, maar toch altijd redelijk
ver weg. Zij zijn daar als wij hier zijn, gaan we naar daar dan zijn zie hier. Maar toch het blijft een fantastisch gezicht, één keer
zien we zelfs twee achter elkaar uit het water springen, meerdere keren achtereen. Dat moeten vast mannetjes zijn om indruk te maken
op de vrouwtjes.
Rond half twee laten we ons anker vallen, in helder blauw water. Even later komt de Inish aanvaren, ook zij laten
het anker vallen. Een uurtje later vaart ook de La Luna binnen. Zij komen rechtstreeks van Réunion, en waren een paar dagen later
dan ons vertrokken. Aan boord van de Inish onder genot van een drankje praten we de afgelopen week bij.
Zondag 10 augustus 2014:
Ile Aux Nattes
Het is een regenachtige dag vandaag, de hemel is grijs gekleurd. De golfrichting is gedraaid, en het is erg rollerig
geworden op onze ankerplek. Jakkes. We hebben ook geen zin om terug te verkassen naar Ambodifotatra in de stromende regen. We rollen
maar gewoon de dag door. Volgens de weersverwachting wordt het morgen de beste dag van de week, de rest van de week is het regen en
regen dat voorspelt wordt.
We
willen terug naar Ambodifotatra. De Inish en de La Luna zijn al anker op, maar dan opeens, een gesnuif en geblaas. Er is een walvis
rondom onze boot. En dat op een diepte van slechts 5 meter. We dachten dat ze niet zulk ondiep water kwamen. We blijven nog maar even
liggen en geniete nvan het fantastisch schouwspel, een grote bult rug walvis die een rondje om je boot zwemt, dat maak je niet
elke dag mee.
Na een uurtje halen we ook het anker op, en varen op de motor terug naar Ambodifotatra. Onderweg worden we nog een paar
keer getrakteerd op walvissen, maar zo dichtbij als op de ankerplaats komen ze niet meer. Als we bij Ambodifotatra aankomen, is het
druk met zeilboten. Lagen we vorige week met z’n drieën, er liggen er nu zeven zeilboten. Dat is kassa voor customs en de coastguard.
Dinsdag
12 augustus 2014: Ambodifotatra
We hebben een klusje, de bijboot. Lek! We verdachten het overdruk ventiel maar nadat Frans deze echt
helemaal dichtkit, loopt de bijboot toch leeg. Gelukkig krijgen we een lift van de La Luna naar de kant. De toeristische attractie,
natuurlijk naast het walvis spotten, is hier een heus piratenkerkhof.
We wandelen er naar toe, de ‘weg’ loopt door een dorpje. Het
valt ons op dat de mensen hier erg arm zijn, maar dat het er allemaal zo proper uitziet. Geen troep en rotzooi op de weg. De was wappert
schoon aan de waslijnen of ligt op de bleek. En de huizen zien er arm maar toch verzorgd uit.
Het is laag water, het pad naar het piratenkerkhof
is droog, het is een korte wandeling. Op het kerkhof schijnt de bekende piraat William de Kid staand begraven te zijn. Het is een
klein kerkhof, met een paar vervallen en scheefstaande stenen, teksten zijn nauwelijks te lezen. Op één graf zien we het bekende piratensymbool,
de doodskop. Het wordt tijd voor de koffie en overleg. Wanneer gaan we verder en hoe ziet de route er uit?
We besluiten om hier nog
een dag te blijven en overmorgen verder te gaan in dagetappes naar het noordelijkste puntje van Madagaskar, Cape D’Ambre. Dat geeft
ons nog even de tijd om het lek in de dinghy op te sporen.
Woensdag 13 augustus 2014: Ambodifotatra
Het lek is opgespoord, je hebt hier aan de kade veel zee-egels. En een zee-egel
heeft een minuscuul klein gaatje geprikt in onze bijboot. Hoe is het mogelijk! Met
zeesop heeft Frans het lek ontdekt en geplakt. Vandaag nog maar even flink laten
drogen. En hopelijk is de bijboot dan weer goed
te gebruiken.
De La Luna is nog een keer zo lief om ons een lift naar de kant aan te bieden.
Vandaag huren we twee tuk-tuk’s. We laten ons brengen naar het noordelijkste
puntje van Ile Sainte Marie, ruim een uur rijden in de tuk. Al gauw verlaten we de
bewoonde wereld, en komen tuffen we door kleine gehuchten. We krijgen een goed
beeld van het eiland, overal vriendelijke lachende mensen zwaaien naar
ons.
In de loop van de middag zijn we weer terug in Ambodifotatra, brood en groente worden
nog gauw gekocht, voordat we morgen vertrekken.
Donderdag
14 augustus 2014: Ambodifotatra – Manompan, afgelegd 23 mijl (pos 16.41.68S 49.45.09E)
Negen uur, de ankerketting ratelt. We halen
ons anker binnen. Nog een keer kijken we achterom naar Ambodifotatra, en dan hijsen we de zeilen. Er staat een lichte bries, we hijsen
de voorzeilen en zetten koers naar het noorden. Af en toe zien we dreigende regenbuien, maar het wordt een prachtige zeildag. En onderweg,
tientallen walvissen. Prachtig! Natuurlijk te ver weg voor de spectaculaire foto wanneer de walvissen een bommetje maken. En soms
angstig dichtbij, maar dan springen ze gelukkig niet. Het is net of ze ook goed uitkijken en dan voor de boot onder ons door duiken.
Halverwege de middag begint het te regenen, het is uit met de pret. En net op het moment dat we de baai van Manompan binnenvaren.
Volgens onze kaarten moet de ingang bebakend zijn, nou zo werkt dat niet hier in Madagaskar, geen baken of boei te zien. Ik vind het
spannend, en met samengeknepen billen gaan we naar binnen. Tenminste mijn billen zijn samengeknepen, die van Frans absoluut niet.
Als we een keer in de baai zijn is het een oase van rust, geen oceaan deining, heerlijk beschut. Helaas valt de regen met bakken naar
beneden. We laten de bijboot, die nu lekker hard blijft, op het dek. Geen bezoek aan de kant dit keer.
Vrijdag 15 augustus 2014:
Manompan – Antanambe, afgelegd 27,8 mijl (pos 16.25.76S 49.50.67E)
En weer ratelt het ankerketting om negen uur. Het anker gaat op,
we volgen dezelfde koers naar buiten. Eenmaal op het ruime water hijsen we het grootzeil, kluiver en fok. We hebben een ideaal koersje
en gaan met een lekker gangetje van 5 tot 6 knopen noordwaarts. Dit keer is Antanambe ons doel. Onderweg zien we nog wel wat walvissen
maar niet zoveel als gisteren. Halverwege de middag varen we de baai binnen. De Indische Oceaan rolt binnen op de oostzijde van Madagaskar,de
meeste ankerbaaien zijn niet zo beschut. En zo ook niet bij Antanambe, voor een nachtje liggen is het prima. We rollen af en toe behoorlijk.
Als de doppensleutelset van de tafel afrolt en alle doppen liggen onder in het motorruim zijn we minder gelukkig. Mopperend en met
een magneet krijgen we alle doppen weer op het droge.
Zaterdag 16 augustus 2014: Antanambe – Mananare, afgelegd 26,7 mijl (pos
16.09.46S 49.45.69E)
We blijven één nacht liggen en vandaag gaan we weer verder. Een nieuwe dagetappe. De La Luna hebben we al met
een half winder zien varen, en vandaag waait het zo weinig, dat we ook besluiten om de half winder te voorschijn te halen. Ik vind
het altijd een heel gedoe, maar goed na een half uur staat de half winder dan eindelijk. De motor kan uit en we zeilen! Maar het is
onze dag niet. Als we de halfwinder van bak- naar stuurboord verplaatsen, verliest Frans letterlijk zijn slof. Plons, in het water.Even later, pang! De complete tophoek van de half winder scheurt horizontaal af. Keurig langs het voorlijk (de rand) scheurt de half
winder, rrrrrrt! En daar ligt dan 85 m2 zeil in het water. Gelukkig is de motor uit. Met vereende krachten sleuren Frans en ik het
doek weer aan boord. We zijn bijna op onze ankerplek, dus het is nog een uurtje op de motor. En dan kunnen we de half winder uitspreiden
op het dek, drogen maar, voordat we de restanten opbergen. Maar eens kijken wat we doen, repareren of niet. Een beetje afhankelijk
van wat dat gaat kosten, hier in Madagaskar gaat het in ieder geval niet lukken.
Zondag 17 augustus 2014: Mananare
De Indische
oceaan deining rolt de baai in. We rollen af en toe behoorlijk. We besluiten om toch te blijven liggen. We willen wel eens de kant
op. Om half tien gaat de bijboot in het water. Heerlijk, de bijboot is nog steeds hard. Wat een genot. Er loopt een rivier en via
de rivier kom je in Mantanare terecht. Een redelijk grote stad, met 46000 inwoners. We varen naar de monding van de rivier, brrrrr!
De golven breken, wat een rollers. En weer met samen geknepen billen surfen we met de dinghy naar binnen. Ik zie de dinghy al over
de kop gaan. Een nat pak is niet zo erg, maar je de spullen worden dan ook nat. Gelukkig wordt het doemscenario geen waarheid. Eenmaal
op de rivier is het heerlijk rustig, het lijkt wel de Biesbosch maar dan met een andere vegetatie. We tuffen door naar Mantanare.
Eigenlijk willen we hier de lemur zien, een klein aap-achtige beestje dat leeft in de bomen. Maar we hebben geen geluk. In Mantanare
is het tijd voor de koffie. Die wordt geserveerd in soepkommen! Lachen. Mananare is groot, maar rommelig en behoorlijk vies. De wegen
zijn van zand, en vol kuilen. Modderig. Het is zondag, veel stalletjes zijn dicht. Maar er is een kraam met slippers open. Frans koopt
een nieuw stel. Sommige mensen lopen er prachtig bij, in hun mooiste kleren. Het lijkt wel of ze zo uit de kerk komen. De bevolking
van Madagaskar is overwegend katholiek. We zien zelfs een dame op stiletto-hakken. En dat op deze wegen. De huizen zijn eigenlijk
meer hutten, af en toe komen we betonnen gebouwen tegen. Langs de kant van de weg kun je kleine plastic zakjes met houtskool kopen,
daar wordt op gekookt. De wereld hier ziet er toch wel heel anders uit. We besluiten om de dinghy’s over het strand te slepen, dat
scheelt een lange spannende rit door de rivierbedding en de branding.
Maandag 18 augustus 2014: Mananare
Vandaag gaan we weer
naar de kant, je moet hier in de buurt de aye-aye en de lemur kunnen zien. Dat zijn kleine aap-achtige beestjes die op Madagaskar
leven, in de bomen. We moeten maar eens uitvogelen hoe we dat gaan organiseren. Dus om negen uur stapt de Hollandse vloot weer in
de bijboot en gaat het naar de kant. We besluiten rechtstreeks naar het strand te gaan. We hebben Rob en Josien opgepikt, even het
juiste moment afwachten door de branding en we komen zowaar droog op het strand. Terug zien we wel weer.
Eerst maar eens koffie drinken.
De koffie-dame spreekt behoorlijk goed Engels en weet ons te vertellen dat we bij Chez Roger moeten zijn voor een tripje naar de aye-aye.
Dus wij naar Chez Roger, en ja hoor Roger regelt de trip voor ons. Omdat het nacht dieren zijn is de excursie ook tegen de avond.
Dus we besluiten om eerst weer terug te gaan naar onze lady. We denken net als bij de landing, even het juiste moment afwachten en
dan hup met zijn allen in de dinghy en gaan met die banaan. Maar ik krijg de motor niet direct gestart, tja en de golven wachten daar
natuurlijk niet op. Er komt een grote roller aan en die spat uiteen in de dinghy. We zijn nat tot op onze onderbroeken!
Op de boot
trekken we eerst maar eens droge kleren aan, maar vandaag moeten we nog een keer door de branding. Om half vier gaan we weer, dit
keer zitten we met z’n tweeën in de bijboot, droge kleren in de grabbag en alleen een t-shirt en onderbroek aan. Het lukt, droog klimmen
we op het strand. We worden nog ervaren. Dan eerst maar naar het havenkantoor, we zijn gespot. En natuurlijk moeten de papieren gecontroleerd
worden. We krijgen weer een paar extra stempels, er wordt weer gevraagd om geld, maar daar geven we niet aan toe. En dan wandelen
we naar Roger. We stappen in de auto, en stapvoets rijden we door het huttendorp Manarare. De wegen zijn vreselijk, kuilen en gaten
en af en toe een postzegel beton. Hard rijden kan niet. Na een uurtje rijden, stoppen we bij de rivier. En daar gaan we in de kano.
Oh, oh! De kano is heel rank en ik zie mezelf al een onvrijwillige duik maken in het water. Maar ook dit gaat goed, we worden over
de rivier gezet en stappen uit op een eilandje. Hier wacht de gids op ons. Het is een leuke man, hij spreekt alleen Frans, maar kan
zich beeldend met handen en voeten uitdrukken. En zo begrijpen we toch aardig zijn verhaal. En we hebben geluk,eerst zien we de lemur,
een klein groep van een stuk of 10 aap-achtigen. En als het donker wordt zien we ook de aye-aye. Het beessie is te snel en het is
te donker voor een goede foto.
Dinsdag 19 augustus 2014 - Woensdag 20 augustus 2014: Mananare – Angontsy, afgelegd 89,9 mijl
(pos 15.15.06S 50.28.40E)
De volgende goede ankerplek is een stuk noordelijker. We redden het niet bij daglicht, dus dat wordt een
nacht doorzeilen. Om elf uur gaat het anker op. Het is goed zeilweer, we moeten hoog aan de wind om de baai uit te komen, maar het
gaat prima. Af en toe zien we een walvis adem halen. De lucht betrekt, en het wordt regenachtig. De wind is vlagerig in buien. En
waar we geen rekening mee hebben gehouden is de stroom. We hebben 1,5 tot 2 knopen stroom mee. We gaan snel, erg snel. Te snel eigenlijk.
Soms varen we met ruim 8 knopen snelheid, dat wordt dus midden in de nacht aankomen. En dat willen we niet. Dus zeil minderen. Eerst
het grootzeil reven. Nog te snel, fok draaien we weg. Nog te snel. Grootzeil weg, nog te snel. Uiteindelijk varen we alleen op een
gereefde kluiver. Zo met deze snelheid komen we aan als de zon net op is. Nadeel is dat met zo weinig zeil onze boot een speelbal
wordt van de golven. We rollen wat heen en weer.
Als het om zes uur ’s ochtends licht wordt, zijn we bijna bij de baai. De golven rollen
spectaculair over het rif. Er staat een behoorlijke branding, maar de opening tussen de riffen is groot genoeg. En keurig stuurt Frans
de lady de baai in. We varen zo diep mogelijk de baai in, maar het blijft erg rollerig. Als we het anker laten zakken, rollen we nog
steeds heel erg. Nee dit is geen fijne plek. Morgen maar weer verder. Een tripje naar de kant wordt een hele onderneming, we zien
de branding op het strand uiteen spatten. En met onze ervaring van Mananare nog in het achterhoofd, besluiten we een bezoek aan de
kant maar op te geven.
Donderdag 21 augustus 2014 - Vrijdag 22 augustus 2014 : Agontsy – Voldemar, afgelegd 122 mijl (pos
13.21.47S 49.59.07E)
Ook nu is het een lange etappe. Dus dat wordt weer een nacht doorzeilen. We besluiten later te vertrekken. Eerst gaat de La Luna weg, een uurtje later gaat de Inish ankerop. Tja en je laat je toch opjutten, nergens voor nodig. Maar je wordt beïnvloed. We gaan ook ankerop. Dom, dom, dom. Weer te vroeg, we hebben namelijk weer stroom mee, en dus moeten we halverwege de nacht weer de zeilen minderen. Gelukkig houden we meer zeil op dan de vorige nacht, maar ook nu rollen we behoorlijk heen en weer. We hebben een voor-de-windse-koers en varen melkmeisje. Een zakdoekje grootzeil over bakboord en een zakdoekje kluiver over stuurboord. Als een keer beide zeilen over stuurboord staan, wordt het rustiger aan boord en kunnen we zowaar slapen. Rond half zeven zien we de baai, de ingang is voorzien van bakens. De baai is ondiep en voorzichtig manoeuvreren we naar binnen, zover mogelijk naar binnen. We liggen beschut en geen golven dit keer. Heerlijk, het is rustig. Maar de deining zit nog in onze benen.
Zaterdag 23 augustus
2014: Vohemar
In Madagaskar is de munteenheid ariary. Voorheen hadden ze hier de franc. Ongeveer een verhouding van 1 op 5. Maar de
mensen zijn hier nog gewend aan de franc. De artikelen worden geprijsd in francs. Elke keer wanneer ik groente of fruit koop op de
markt en vraag wat het kost, krijg een vreemde hoeveelheid wisselgeld terug. Ik vraag of ze op willen schrijven wat het kost. 7000, ik betaal met 10000 ariaries en krijgen 8600 ariaries terug. Ik begrijp er niets van, en dan valt het kwartje, de mensen vertellen
het bedrag in francs in plaats van in ariaries.
Het stadje ademt sfeer uit, het is gezellig en de mensen zijn zoals overal vriendelijk.
Als we naar de kant tuffen, kunnen we nergens de bijboot vastmaken. Dus sjorren we deze op het strand. Wel even oppassen waar je je
voeten neerzet, want het strand wordt gebruikt als openbaar toilet en als slachthuis. Dan kun je zelf wel verzinnen wat we zoal tegenkomen
op het strand. Als we door de stad lopen is het de vraag wie nu wie bekijkt. Er loopt constant een stoet kinderen achter ons aan.
Giechelen en wijzen. En iedereen wil graag op de foto. Als ik een foto neem en het resultaat laat zien, is het alom gegiechel en geproest.
Vohemar heeft een aangename en fijne indruk achter gelaten bij ons.
Zondag 24 augustus 2014: Vohemar – Andravina Bay, afgelegd
32,5 mijl (pos 12.57.12S 49.51.74E)
Zeven uur, het anker gaat weer op. Voorzichtig manoeuvreren we de baai uit. Maar niet voorzichtig
genoeg. We weten nu precies waar de ondiepte zit. Met gekras gaan we over het koraal. Gelukkig hebben we gauw weer het goede spoor
te pakken en zonder verdere kleerscheuren komen we op open water. Het is prachtig zeilweer. Mooie blauw luchten en een stevig zeilwind
van achteren. We varen melkmeisje. Rondom, dichtbij en veraf, walvissen. Heel veel. Sommigen zwemmen rustig, andere springen erop
los. Opeens zien we een grote groep van wel tien walvissen rustig voorbij zwemmen. Even later roept Frans “daar, dicht bij de boot”.
Het zijn er twee, en heel dicht bij de boot. Ze horen ons niet, we kunnen ze bijna aanraken zo dicht bij. Maar als we dan langszij
varen horen ze ons, het lijkt een moeder met kalf. En met een zachte en kalme beweging gaan moeder en kalf gauw naar de diepte. We
kunnen maar niet genoeg van de walvissen krijgen, ondanks dat we er zoveel zien. Het blijft indrukwekkend. Halverwege de middag laten
we ons anker vallen in Andravina Bay. Het landschap is verandert. Hoe verder we naar het noorden trekken, hoe kaler Madagascar wordt.
Het groene is weg. De bergen zijn bruin en kaal. Het lijkt of hier veel minder regen valt. In de baai zien we een tiental hutten.
Plaggenhutten zouden wij zeggen. De mensen leven hier van de natuur, veel is er niet. En als het donker is, zien we zelfs geen lampjes
op de kant.
Maandag 25 augustus 2014: Andravina Bay – Baie de Rigny, afgelegd 44,8 mijl (pos 12.25.21S 49.30.43E)
En weer gaat
het anker om zeven uur op. Het is een minder prachtige dag dan gisteren. Maar nog steeds prima zeilweer. Wel bewolkt maar we houden
het droog. Er staat een stevige wind en een behoorlijke deining. Omdat we melkmeisje varen, rollen we aardig heen en weer.
We hebben
geen goede kaarten van de ankerplek, maar de Inish en de La Luna wel. Gelijktijdig komen we met z’n drieën aan bij de ingang van de
baai, en de La Luna loodst ons veilig naar binnen. Diep in de baai vinden we een prachtige beschutte plek. Ook dit een verlaten gebied,
hier en door een hut te zien, en af en toe komt er een kleine kano voorbij peddelend. Of de kano heeft een zeiltje op, nou je we noemen
het een zeil, maar het is eigenlijk meer een jute zak dat dienst doet als zeil.
Dinsdag 26 augustus 2014: Baie de Rigny – Diego
Suarez, afgelegd 31,1 mijl (pos 12.16.30S 49.17.15E)
Vandaag is ons doel Diego Suarez, of zoals ze zeggen in Malagasy (de lokale taal)
Antsirana. De lucht is wederom blauw, geen regen en weinig golven. Een prima zeildag. Ook vandaag worden we weer getrakteerd op een
walvissen festijn. We zijn benieuwd of we ze straks ook nog aan de oostkust zullen zien. Diego Suarez is een grote plaats. En helemaal
in het noorden van Madagaskar, vlak onder Cape D’Ambre. We wachten hier het juiste weergat af, om de kaap te passeren en dan via de
westkust van Madagaskar weer zuidwaarts te varen.
Diego Suarez ligt in een grote baai. Het is er winderig, en op de ankerplek liggen veel wrakken. Met laag water goed te zien, maar met hoog water is het oppassen geblazen. De commerciële haven ziet er oud en verwaarloosd uit, niet alleen veel wrakken in het water, maar ook veel lege en vervallen gebouwen. En we liggen met onze neus in de vislucht. Het lijkt wel of we gebakken sardientjes ruiken. Nou ja, vandaag blijven we aan boord, morgen gaan we de plaats wel eens nader verkennen.
Woensdag 27 augustus 2014: Diego Suarez
De bijboot gaat te water, we gaan naar de kant. Zodra we aan de kant
komen, stormt de lokale bevolking op ons af. Vele handjes helpen de bijboten naar de kant te dragen. En iedereen wijst zichzelf aan
als de oppasser van de bijboot. We wijzen iemand aan, dat is onze oppasser en met het rekenen we af wanneer we weer terug komen.
De
straat is modder en vies. Het heeft geregend en overal staan poelen met water. Het is soppen. Als we een eindje verder zijn wordt
de bestrating beter, en zijn de straten zowaar geasfalteerd. Diego Suarez is een grote stad met 75000 inwoners. Hoewel we nooit in
Cuba geweest zijn, ademt Diego Suarez toch een Cubaanse sfeer uit. Sinds lange tijd worden we weer lastig gevallen door bedelaars.
Wanneer we ergens gaan zitten om koffie te drinken, komen de straatventers naar ons toe. Bananen, vanille, kokos, en allerlei snuisterijen
worden aangeboden. We kopen wat bananen.
En daarna wandelen we door het stadje. Het ziet er best aardig uit, en er zijn behoorlijk
wat winkeltjes. De hoofdstraat is gezellig met veel restaurantjes en pubs. We besluiten om tussen de middag ergens iets te gaan eten.
Wanneer we vijf keer biefstuk bestellen, is dat iets te veel van het goede. Er zijn er slechts drie, geen probleem kip of vis is ook
prima. We gaan terug naar de bijboot. Natuurlijk komen er meer mannen aanrennen dan degene waar wij afspraken met gemaakt hebben.
Nou dat zoeken ze zelf maar uit, we betalen onze bootboy, hoe en of hij het geld verdeeld, is aan hem. Wij zijn er snel klaar mee,
helemaal als Etienne merkt dat er benzine uit de tank is verdwenen. Het lijkt of onze tank nog net zo vol was als toen we hem achter
lieten.
Donderdag 28 augustus 2014: Diego Suarez – Ramena, afgelegd 5,3 mijl (pos 12.13.86S 49.21.25E)
We hebben eventjes een
knauw gekregen in Madagaskar. Als we ’s ochtends wakker worden blijkt dat we in de loop van de nacht bezoek hebben gehad aan bood.
We hebben alle los spullen als van het dek gehaald en onderdeks opgeborgen. Dus we dachten er valt niets meer te halen. Nou de dief
heeft met een zaag gewoon onze grootschoot afgesneden. Weg grootschoot, weg 35 meter lijn. De brutaliteit. We balen enorm. Als we
de La Luna en de Inish informeren over de diefstal nemen die ook maar eens een kijkje. Bij de La Luna is de lijn van de sleepgenerator
verdwenen en een stootwil. De Inish, hoewel die de stootwillen en het hekanker op dek hebben staan, hebben meer geluk. Daar is niets
verdwenen.
De La Luna en de Inish gaan naar de kant om boodschappen te doen, ik heb er even geen zin meer in. Zodra zij weer terug
zijn, besluiten we om anker op te gaan. We vertrekken en zoeken een andere beschutte (en hopelijk meer veiliger) plek. In de baai
waait het stevig, tegen de 30 knopen (windkracht 7). We vinden een goede ankerplek bij de ingang van de baai, bij het plaatsje Ramena.
Hier blijven we een paar dagen liggen en wachten het juiste weergat af om de kaap te ronden.
Vrijdag 29 augustus 2014: Ramena
Het
is ook altijd waait, wanneer we met de bijboot naar de kant gaan, staat de eerste ‘official’ ons op te wachten. Smeergeld is er nodig.
Het is een militair of we maar even willen betalen. Volgens de militair is dit een militaire basis. Nou er is niets te zien, allemaal
verlaten en vervallen gebouwen. Maar ja de militair moet natuurlijk ook aan zijn maandsalaris zien te komen. Er wordt onderhandeld
over de hoogte. Als we zeggen, dit of anders vertrekken we, kiest hij eieren voor zijn geld. Er worden bonnetjes uitgeschreven en
het schijnt zo goed te zien.
We draaien ons om, en dan begint hij opnieuw. We moeten ook betalen om over het strand te mogen lopen.
We lachen hem uit, hij begrijpt het en lacht zelf dan ook maar hartelijk mee. “Nou ja, het was het proberen waar?” , zie je hem denken.Hier bij de ingang van de baai staat een vuurtoren, die het ook nog doet. We wandelen er naar toe. De vuurtorenwachter laat ons naar
binnen en laat de vuurtoren zien, natuurlijk als er een geldelijke beloning tegenover staat. We hebben een prachtig uitzicht over
de zee, er staan woeste golven. Het waait stevig, windkracht 7. Af en toe zien we in de verte een walvis opduiken. De natuur is hier
prachtig.
Zaterdag 30 augustus 2014: Ramena
Het waait nog steeds erg hard, windkracht zes met uitschieters naar zeven. We blijven nog wel even een liggen. Met de huidige voorspellingen
lijkt het dat dinsdag een goede dag wordt om de kaap te ronden. We blijven een dagje aan boord, genieten van de zee, wind en golven.
Af en toe lijkt het of we ‘zeilen‘ achter ons anker.
Zondag 31 augustus 2014: Ramena
Vandaag gaan we weer naar de kant. De harde
wind van gisteren met uitschieters naar 30 knopen is iets afgenomen. Samen met de La Luna en de Inish gaan we naar de kant. De bijbootjes
trekken we hoog het strand op, tot boven de vloedlijn. En dan via het strand wandelen we naar het vissersdorp. Het lijkt hier wel
Zandvoort. Het is druk op het strand. De plaatselijke bevolking stroomt massaal toe. Overal zien we gezinnen gezellig picknicken en
lachende kinderen spetteren in het water. Het doet gezellig aan. Er is weinig te doen en weinig vertier. We willen graag onze verse
voorraden aanvullen, maar dat is moeilijk. Fruit kennen ze hier bijna niet, het zijn meestal bananen die te koop aangeboden worden.
En het mango seizoen is nog niet begonnen. Tomaten, kool en komkommers vinden we nog wel. Maar de overvloed die we gewend zijn in
Europa is hier ver te zoeken.