Zaterdag 22 november 2014:Skukuza – Balule (Kruger National Park), afgelegd 198
km (pos 24.03.203S 031.43.962E)
Half vijf de wekker gaat. We staan op, en een kwartier later zitten we in de auto. De dieren zijn ’s
ochtends vroeg het meest actief, en dus hebben we de grootste kans om dieren te zien. Dus wij zijn vroege vogels vandaag. We maken
een klein rondje, van ongeveer 30 km, en daar doen we drie uur over. Krokodil, gieren, hippo’s, en een grote kudde olifanten
(waar we weer bijna midden in terecht komen) is onze oogst van de vroege ochtend rit.
We gaan terug naar onze eigen safari-tent, pakken
onze kleine rode fiat 500 weer veel, en om tien uur trekken we verder naar het noorden. We hebben een lange rit voor de boeg, dus
we mijden de onverharde weg, en blijven voornamelijk op de hoofdroute. Natuurlijk kunnen we het niet laten wanneer op de kaart namen
als olifantsdrinkgat en leeupan staan. Daar moeten we een kijkje nemen. Bij de eerste zien we inderdaad olifanten, bij de leeupan
staan volop giraffes. Onjuiste naam misschien?
Maar even later worden we toch getrakteerd op leeuwen, zien we ze eerst aan de andere
kant van de rivier en verder weg, even later liggen ze echt naast de weg. Hun buiken rond en volgevreten van een buffel dat ze gedood
hebben. Machtige imposante beesten. We begrijpen dat ze eigenlijk erg lui zijn, ze slapen, liggen en luieren 17 uur per dag! De buffel
is nog niet opgepeuzeld, de gieren staan al klaar om de restanten op te peuzelen. Maar de mannetjes leeuw bewaakt zijn prooi nog erg
goed. De gieren moeten nog even geduld hebben.
We kamperen nu in Balule, een klein kampement. Zes hutten (rondavels) waar wij er één
van hebben, en echte kampeerplaatsen voor caravans en tenten. Ook Balule is omgeven door een hek, en dit keer is het hek altijd dicht.
Kom je aanrijden dan doet Titus het hek voor je open. Het is basic hier, geen elektriciteit, we krijgen ´s avonds een olielamp als
verlichting in onze hut. We voelen ons veilig achter het hek, helemaal als de olifanten de struiken en bomen direct achter het hek
toch wel erg lekker vinden. Even later melden de hyena´s zich ook weer.
Zondag 23 november 2014: Balule – Olifants camp (Kruger
National Park), afgelegd 75 km (24.00.19S 31.33.24E)
Het is een stukje omrijden naar Olifants camp. Zowel Balulue als Olifants camp
liggen aan de olifants rivier. Eén van de grote rivieren in Kruger National Park. Zowel in 2012 als in 2013 zijn er grote overstromingen
geweest, wat heel veel verwoest heeft. De brug over de rivier is ook verwoest, en daar zijn ze nog druk mee bezig om die te repareren.
Repareren en onderhoud is trouwens sowieso een bijzondere ervaring, de mannen werken aan bruggen of aan de weg, en daarnaast staat
een ranger met geweer die continue de omgeving in de gaten houdt. Ik geloof niet dat ik zo ontspannen aan het werk zou zijn!
Omdat
we gisteren een erg lange dag hebben gehad, hebben we geen puf in een vroege ochtend rit. We slapen uit, natuurlijk worden we op tijd
wakker en om zeven uur zitten we lekker buiten aan het ontbijt. Oppassen op je eten, want de blouapen rennen over het grasveld.
Rond
tienen vertrekken we, ik wil Titus even helpen door het hek zelf open te doen, &*^%$%$#!@# ik doe iets fout want even later krijg
ik een flinke schok! De spanning op het schrikdraad werkt goed!
We hebben weer een mooie route en genieten van al het wild om ons heen.
Zodra we camping verlaten hebben zien we de eerste beesten alweer. Dit keer zijn het giraffes die ons nieuwsgierig aan kijken, of
is het andersom?
Olifants camp ligt hoog en je kijkt uit over de olifantsrivier. De waterstand is erg laag, te laag. Er dreigt een
serieus te kort aan water. Het regenseizoen komt laat op gang. Het zou juist al vaak moeten regenen, maar elke dag is het droog en
erg heet. Om dieren te spotten zoeken we de laatste waterrijke poelen en plassen op, daar heb je de meeste kans om dieren te zien.
Zowel vroeg in de ochtend als later op de middag.
Vandaag boeken we een night drive, deze begint om acht uur ’s avonds. Zo laat mag
je zelf niet meer met je eigen auto rijden (het hek gaat om half zeven ’s avonds dicht), dus wil je in het donker rijden dan moet
je met een ranger mee. Het is een leuke ervaring. We hopen eigenlijk de nachtdieren te zien, met name de leeuwen en luipaarden. Dat
lukt helaas niet, maar we zien wel de verschillende hazen, antilopen en grazende hippo’s.
Maandag 24 november 2014: Olifants
camp – Shingwedzi Camp (Kruger National Park), afgelegd 155 km (pos 23.06.30S 31.23.57E)
De ochtend rit laten we aan ons voorbij gaan,
we rijden vandaag een lange stuk verder naar het noorden. Ondanks de hitte overdag zien we heel veel wild. Met name de olifanten doen
het goed. Heel veel jonge beesten. Er zijn ongeveer 15000 olifanten in het park. We nemen de route vlak langs de grens met Mozambique
door het wetland. Door zien we enorme kuddes buffels, wilde beesten, opnieuw olifanten, zebra’s en giraffes. Hoewel we al veel hebben
gezien, blijft het prachtig. We speuren intensief naar leeuwen, maar daar hebben we geen geluk mee.
Shingwedzi is in januari 2013 helemaal
verwoest door overstromingen, zowel toeristen als personeel moesten met helikopters gered worden. Bijna niet voor te stellen
als je ziet dat de 3 rivieren die bij elkaar komen bij Shingwedzi nu bijna helemaal droog staan.
Af en toe zijn er nog wat poelen water,
en hierin vinden we hippo’s en krokodillen. Op één plek blijven we een tijdje staan kijken. Er liggen krokodillen, en daartussen stapt
een ooievaar in het water rond. Druk op zoek naar vis, en af en toe een visje te verorberen. Het lijkt of hij de krokodil niet heeft
gezien. De krokodil verlegt koers, met zijn kop en bek richting ooievaar. Elk moment verwachten dat de krokodil de ooievaar verschanst,
maar dat gebeurt niet. Of de ooievaar heeft veel geluk gehad, of de krokodil heeft even geen trek.
Dinsdag 25 november 2014:
Shingwedzi Camp – Punda Maria Camp (Kruger National Park), afgelegd 180 km (22.41.34S 31.00.58E)
Half vijf, de wekker gaat. We staan
op, vandaag doen we een vroege ochtend rit. Op zoek naar wild, af en toe komen we andere toeristen tegen, en dan vraag je aan
elkaar “anything special?” Meestal is het antwoord nee. Iedereen speurt en zoekt naar leeuwen en luipaarden. Idioot eigenlijk, want
we zien zebra’s, giraffes, een kudde buffels waar we bijna in terecht komen, heel veel antilope-achtigen, hippo’s, krokodillen, baboons,
wildebeesten, en dan hebben we het nog niet eens over alle prachtige vogels die hier zijn. We raken verwend.
Vandaag is ons doel Punda
Maria, bijna helemaal in het noorden van het Kruger Park. Daar hebben we een safari-tent. Met eigen veranda en keuken en een prachtig
uitzicht. Het ‘out of Africa’ gevoel bekruipt ons.
Om vijf uur gaan we nog een rondje doen, 25 km. Zodra we het kamp uitzijn, zien we de beesten opnieuw. Dit keer giraffes en een grote kudden buffels. Later horen we van een ranger die vlak achter ons reed, dat een troep leeuwen een buffel-kalf te pakken nam. Net gemist! Omdat het hek om half zeven sluit, moeten we stevig doorrijden aan het eind. Daardoor missen we de luipaard, de auto die voor ons reed heeft de luipaard wel gezien! Jammer, jammer, jammer. Morgenochtend doen we hetzelfde rond nog een keer, misschien hebben we dan opnieuw geluk.
Woensdag 26 november 2014: Punda
Maria Camp, afgelegd 61 km
We hebben zo’n fijne en mooie plek dat we besluiten nog een dag te blijven in onze safari tent. Om even
na vieren gaat de wekker af en zodra de poort van het kamp open gaat, rijden wij naar buiten. We rijden dezelfde route als gisteravond
in de hoop nog een glimp op te vangen van de leeuwen van gisteren. De route is ongeveer 30 km, en we doen er meer dan drie uur
over. We rijden stapvoets. Maar helaas geen geluk, sterker nog we zijn heel weinig wild. Al zijn we wel erg verwend. Want weinig wild
houdt in dat we toch wel zebra’s, buffels, olifanten, antilopen en baboons zien. Hoezo weinig wild? In de avond schemering proberen
we het nog een keer. We zien weer een heleboel wild, dit keer olifanten en buffels, maar de leeuwen laten zich niet zien. Jammer.
Donderdag
27 november 2014: Punda Maria Camp – Thazeen, afgelegd 274 km
We nemen afscheid van het mooie Kruger Park. Zes dagen hebben we hier
rondgetoerd, en we zijn van het zuiden naar het noorden gereden. Een fantastische omgeving, een echte aanrader volgens ons. Maar we
hebben er dan ook alle tijd voor genomen.
Vandaag is ons doel de Venda regio. Venda is een stam en de mensen komen oorspronkelijk van
Mozambique. Toen zij hier in de Limpopo regio terecht kwamen noemden ze dit gebied Venda oftewel plezierig land. De Venda mensen
volgen hun eigen rituelen, zo hebben ze hun eigen regen koningin en de bekende snake-dance wanneer meisjes jonge vrouwen worden. We
willen wel eens iets meemaken van hun rituelen. We zetten koers naar Thohoyandou, het centrum van de venda regio. We komen terecht
bij een cultureel art centrum en raken aan de praat met een lokale kunstenaar. Hij leidt jonge kunstenaars op. Maar echt veel wijzer
worden we niet. Ook lukt het ons niet om echt bij een lokale stam terecht te komen. Er moet veel georganiseerd worden, en het schijnt
alleen te lukken met een lokale gids. We laten de Venda regio voor wat ze is en zetten een toeristische route verder uit naar het
zuiden.
Onderweg hebben we ons al een paar afgevraagd bij een kruispunt waarom er bij alle toegangswegen een stop bord staat. Erg verwarrend
vinden we. Wie heeft er nu voorrang? Bij navraag blijkt dat wie het eerst komt het eerst mag oversteken. Op je beurt wachten dus.
Je moet elkaar vooral aankijken en zo regelen wie wanneer oversteekt. Het systeem verloopt hier soepel, maar voor ons is het erg wennen.
Het verkeer is hier sowieso erg chaotisch en soms gevaarlijk. Het leven gebeurt letterlijk op straat. Waar je niet mag inhalen, wordt
ingehaald. De vluchtstrook geldt als extra rijstrook, fietser rijden op de weg maar dan tegen het verkeer in, en regelmatig stoppen
auto’s langs de kant om even iets te kopen bij een kraam dat in de berm staat ondanks de borden dat er geen handel gedreven mag worden
langs de weg. En wat overkomt mij? Ik krijg een bekeuring, omdat ik niet gestopt ben bij een stopboord. Geen verkeer te zien, maar
wel een politie auto keurig verstopt achter een dikke boom!%$##@@!
De verkeersagent bekijkt mijn rijbewijs. Tja wanneer we Afrika verlaten,
vraagt hij. Want de bekeuring moet betaald worden voor we Afrika verlaten. “I need to call my boss, and guide you to the nearest police
station to pay the fine”, zegt hij. Hij kijkt ons eens diep in de ogen. “What do I have to do with you”? verzucht hij. Het signal
is duidelijk, als we onderhands geld geven, is het problem opgelost. Met 200 rand (ongeveer 15 euro) is hij tevreden. En kunnen we
verder rijden. Voortaan stoppen we bij elk stop bord, verkeer of geen verkeer.
Vrijdag 28 november 2014: Thazeen – Vaalwater,
afgelegd 363 km (pos 24.18.025S 028.06.875E)
We willen nog één keer de dieren zien. We gaan Marakele National Park, maar we zijn iets
te optimistisch wat betreft de afstand. We halen het niet. Want natuurlijk nemen we een toeristische route. Eerst stoppen we bij Duivelskloof,
daar staat namelijk een 6000 jaar oude baobab boom, en die willen we toch wel even bekijken.
Uiteindelijk komen we vandaag terecht
in Vaalwater, een heel stuk naar het westen gelegen. Het landschap is veranderd, en we rijden nu door overwegend agrarisch gebied.
Vaalwater is klein, slechts 1100 inwoners. En we krijgen de indruk dat het overwegend een zwarte gemeenschap is. Ondanks dat de apartheid
afgeschaft is, merken we toch dat wit en zwart niet echt gemengd zien. Veel bedrijven zijn in handen van witten, veel ‘zwarten’ leven
in de townships, hutten van golfplaten, en soms ziet het er wel heel armoedig uit. Sommige Afrikaners hebben nog een erg hooghartige
koloniale houding tegenover de ‘zwarte’ negers, en zij gedragen zich meestal nogal onderdanig. Het is erg wennen voor ons. Gelijkheid
bestaat soms, maar meestal hier nog niet.
In Vaalwater overnachten we op een camping, omdat we erg gewaarschuwd worden voor criminaliteit
vragen we hoe het hier is. “No problem, you can walk easy at night throught the town”, zegt de (witte) camping manager. Nou we zijn
moe, en hebben daar geen puf meer voor, morgen maar.
Zaterdag 29 november 2014: Vaalwater – Marakele National Park, afgelegd
255 km (24.31.208S 027.29.542E)
“Heb jij de boodschappen al ingepakt?”, vraag ik aan Frans. “Nee’’ is het antwoord. Ik kijk nog
eens goed in de koelkast. Maar deze blijft echt leeg. Er is afgelopen nacht gewinkeld in onze koelkast. Iemand anders heeft kennelijk
onze vlees, bier, frisdrank, brood, enzo beter kunnen gebruiken. Het is wel een hele vreemde ervaring. We spreken de camping manager
van gisteren aan, maar zij begrijpt er ook niets van. Zo veilig is het kennelijk niet, Nou ja waarschijnlijk kan iemand anders het
beter gebruiken dan wij, zeg maar ontwikkelingshulp. En de camping manager vergoedt de schade, dus we schieter er niets bij één. We
moeten alleen opnieuw naar de supermarkt en boodschappen doen.
Na de boodschappen gaan we naar Marakale National Park, en korte rit.
Dat denken we tenminste. Maar we raken hopeloos de weg kwijt. De bewijzering is al niet zo goed, dus het is goed opletten geblazen.
Wegnummers veranderen, en plaatsen worden aangegeven en dan weer een hele tijd niet. Hoe we ook opletten, we rijden fout. Na wat vragen
komen we uiteindelijk op de goede weg terecht, maar al met al hebben we ruim 100 km om gereden. Niet getreurd, we komen op een prachtige
camping, in het park. Het park bestaat uit twee delen, het ene deel kent wilt zoals zebra’s, giraffes, neushoorn, wildebeesten en
antilopes. Hier staat onze camping, en deze is niet omheind. Het andere deel kent het gevaarlijke wild zoals leeuwen, en de andere
katachtigen. En deze kunnen niet bij de camping komen. Gelukkig maar, want neushoorns op de campings vind ik al opwinding genoeg.
We
zien wel neushoorn bij de drinkplaats, maar gelukkig laten ze de camping links liggen.
Zondag 30 november 2014: Marakele National
Park, afgelegd 55 km
Het heeft stevig geonweerd, en stevig geregend. Gaan we een keer kamperen, houden we het niet droog. Toch hebben
we heerlijk geslapen in onze geleende tent.
Vandaag zetten we koers naar het deel met de katachtigen. Onze buren, leraren uit Pretario
die het schooljaar sluiten met een weekend Marakele, vertellen ons dat het een tar-road is, dus geen gravel. De weg naar het uitkijkpunt
is goed te doen, wel smal. Goed we gaan dus naar de andere kant. Aan ‘onze ‘ kant zien we wanneer we vertrekken struisvogels, giraffe
en wilde beesten. Aan de andere kant, je moet met een druk op de knop het hek openen, genieten we van de prachtige natuur. Maar wild
zien we niet. Alleen een grote groep baboons. De weg naar boven, de berg is ruim 2200 meter hoog, is inderdaad voorzien van een laag
asfalt. En dat is maar goed ook, anders was deze voor ons niet te bereiden. De weg is smal en steil. In de eerste versnelling rijden
we omhoog. Heel af en toe komt er een tegenligger, en het is dan zoeken naar een plek om te passeren. Uiteindelijk wordt de weg zo
steil dat ik niet meer uit het raam durf te kijken. Er is geen enkele bescherming, en ik kijk zo honderden meters de diepte in. *&&^%$#
Gelukkig rijdt Frans. Boven worden we beloond met een prachtig uitzicht.
De weg terug verloopt voorspoedig, en met weer een druk op
de knop komen we weer in ‘ons’ deel van Marakele National Park. Dit keer zien we zebra’s bij de drinkplaats, de neushoorns laten zich
vandaag niet zien. En de onweersbui van gisteren komt vandaag gewoon weer terug.