(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand januari te openen)

 

Vrijdag 16 januari 2015: Richards Bay

Het is tien uur ’s ochtends, de wielen van het vliegtuig raken de grond. We landen in Durban. We zijn bijna 24 uur onderweg. Gisteren rond de middag zijn we vertrokken uit Sneek. Als we aankomen op Schiphol blijk dat we de portemonnee van Frans zijn vergeten. Deze ligt nog op het aanrecht in Sneek. Gelukkig hebben we alle passen dubbel, en is er geen man overboord. We redden ons wel. En de portemonnee is in goede bewaring. Het is een vermoeiende tocht, we doen niets maar toch, dat merken we elke keer, is het reizen vermoeiend. Nog even doorzetten. Onze huurauto staat al klaar op het vliegveld. We vullen de benodigde papieren in en even later rijden we weg. Hoe was het ook al weer? Ja ze rijden hier links daar zijn we ondertussen wel aangewend geraakt, maar welke weg moeten we ook alweer nemen naar Richards Bay? Zonder een wegenkaart is het even zoeken, we rijden een stukje om (onbedoeld) maar als voordeel missen we daardoor een tolpoort. Na een uurtje is het ons dan toch gelukt we rijden op de snelweg naar Richards Bay. Bijna 200 km noordelijker dan Durban.

Rond één uur komen we aan in Richards Bay, omdat de koelkasten leeg zijn stoppen we eerst even bij het ons vertrouwde winkelcentrum. Snel kopen we een paar verse spullen en eten een lekker vishapje. En dan op naar onze lady. Hoe zou ze erbij liggen?

Als we aankomen, ligt ze daar in al haar trots. Prima!

We stappen aan boord, alles is in orde. We zijn nu toch wel echt moe, eerst maar eens een klein slaapje doen. Om zeven uur komen we weer te voorschijn. De wind haalt aan. We hadden al gezien op de weerkaarten dat er een storm verwacht wordt. Jean onze buurman heeft ons ook al gewaarschuwd. “You are right in time for the African storm”, zegt-ie. Nou hij krijgt gelijk. De wind haalt aan en haalt aan. En natuurlijk het gaat niet goed met de steiger. De hoofdsteiger achter ons zinkt. En ligt herhaaldelijk op de bodem. Dan komt ze weer naar boven drijven, en bij de volgende windvlagen zinkt zij weer. De vingersteigers liggen in plaats van horizontaal verticaal. We hebben Jean ondertussen gewaarschuwd. Hij is ook maar teruggekomen aan boord. Ik kijk op de windmeter. 43 knopen wind! Windkracht 9. Ik hou op met kijken, ik wil het niet weten. De situatie is gespannen. Iemand heeft de national sea rescue gebeld. Zeg maar de vrijwilligers van de KNRM.

                  

We starten de motor….maar de motor wil niet starten. Hoe vaak we het ook proberen, geen enkele sjoege. We hebben nog even het idee om te gaan verkassen, maar met zoveel wind en zonder motor zijn we volledig afhankelijk van derden. We zien dat niet zitten. Met zoveel helpende handen, heeft iedereen een mening en wil iedereen wat doen. Iemand begint spontaan aan onze lijnen te scheuren en te rukken. Terwijl er nog een vingersteiger tussen zit. Frans schreeuwt boven de wind uit dat-ie moet stoppen.

Uiteindelijk besluiten we in overleg met de NSR om te lijnen naar de overkant te brengen en zo de zaak te stabiliseren. En met hun hulp en andere zeilers lukt het om twee lange lijnen (van 60 meter) naar de overkant te brengen en vast te maken. We zijn bang dat de hoofdpontoon het anders niet houdt. En zo gaan we de nacht in. Gelukkig neemt de wind af in de loop van de nacht. Later horen we dat het 55 knopen op zee gewaaid heeft.

Maar met zo’n gebeurtenis heb je wel iets te vertellen! We hebben de lokale krant gehaald. Op de voorpagina prijkt in grote letters “ship in trouble” en daaronder een foto van Dalwhinnie.

 

Zaterdag 17 januari 2015: Richards Bay

Eerst eens op zoek naar een nieuw startslot. Want dat is de reden dat motor niet wil starten. Uiteindelijk vinden we er een, maar zonder gloei mogelijkheden voor de dieselmotor. Dit kunnen we apart kopen en bevestigen.

Eenmaal terug aan boord, demonteert Frans de oude startslot. Deze blijkt gewoon zo vervuild te zijn, dat er daardoor geen contact gemaakt  kan worden. Frans maakt het oude startslot schoon, en de motor start weer als een zonnetje. Probleem opgelost.

We gaan verkassen. We liggen hier nu bijna drie maanden, en twee keer is het raak geweest met de steiger waaraan wij liggen. We zoeken een ander plekje op. Dichterbij de ingang, en langszij het hoofdpontoon. Als het hier gaat breken dan gaat de hele marina op drift, en dat zal toch wel niet gebeuren?!

Vandaag is het shop dag. Ik ga naar het winkelcentrum en doe de grote boodschappen. Het lijkt erop dat komende week een goed weergat ontstaan, en daar willen we gebruik van maken op richting Durban te hoppen, misschien nog wel iets verder. Ik moet zeggen ik zie best wel op tegen het stuk om de kaap te ronden. Alle verhalen over wat er fout kan gaan, grote golven, stormen enzo maken mij er niet geruster op. Maar ja hier liggen blijven is geen optie.

 

Zondag 18 januari 2015: Richards Bay

Het is een rommel en doe dag aan boord.  Het valt toch weer tegen wat we allemaal nog te doen hebben voordat we echt weg kunnen. De koffers moeten nog leeg, de kleding opruimen, watermaker moet operationeel,afsluiters open zetten, boodschappen inschrijven en opbergen,….kortom we zijn lekker druk vandaag.

 

 

Maandag 19 januari 2015: Richards Bay

De dag van de papierwerk, van de administratie. Dachten we dat Suriname er iets van kon, nou de Zuid Afrikaners weten ook wat administratie inhoudt. We krijgen een stapel papier van de marina. Ondertussen proberen we in contact te komen met Rob, de marina eigenaar. We hebben lakschade van het ‘akkefietje’ van afgelopen vrijdag. Natuurlijk staat in de kleine letters dat de marina nergens voor aansprakelijk is. Maar deze marina lijkt alleen geld te innen en niets aan onderhoud te doen. De meterkasten zijn volledig onder het water gekomen, dus nu is er nergens meer stroom in de gehele marina. Dat is nog steeds niet opgelost. Onderhoud lijkt op dit moment de meterkast opzetten en laten drogen! Onderhoud aan de steiger is gewoon de vingersteiger eraf slopen, die in een hoek neerleggen en te laten drijven en daarmee is de hoofdsteiger gerepareerd! Dit is ons te gortig. Na veel kunst- en vliegwerk krijgen we eindelijk Rob te pakken. Hij staat al met een half been in de auto om weer te vertrekken. En verwijst ons door naar de secretaresse.”No worries”, zegt hij, “het wordt opgelost”. Tja dat hebben we vaker gehoord.

De secretaresse kan niets van ons doen, ze verwijst naar de kleine letters. Maar ze is zo vriendelijk om een maand havengeld kwijt te schelden. Morrend gaan we daarmee akkoord. Want de marina moet op het vele papierwerk  een stempel zetten dat alle gelden zijn betaald. Dus we zitten in de tang.

Oké terug naar het papierwerk, ik vul alles braaf, vraag niet het hoe en waarom, maar voer gewoon het ritueel uit. Het vaarplan is het belangrijkste, en dat moet daar allerlei instanties gestempeld worden. Eerste stempel all duties paid wordt dus gezet door de marina. Eerst stop is immigratie. Gelukkig hebben we nog de auto, het is even zoeken maar uiteindelijk vinden we het immigratie kantoor. De dame neemt de papier door, vult zelf nog een papier in, dat uiteindelijk weer door customs ingenomen zal worden, volgens haar. Onze paspoorten worden niet gestempeld omdat we in Zuid Afrika blijven. Nou dat wisten wij ook al, het blijft ons onduidelijk waarom we bij immigratie langs moeten. Ze stempelt in ieder geval ons vaarplan. Tweede stempel is binnen, op naar de derde. Die halen we bij customs, natuurlijk in een ander gebouw op een andere lokatie. Onze huurauto brengt ons ook hier weer naar toe. De douane beambte heeft haast, kijkt nergens naar, neemt de papier in (ook die van immigratie) en ramt een stempel op ons vaarplan.  De derde stempel is binnen. En tot onze verbazing wordt in een ander vak een vierde stempel aangebracht door de douane. Terug naar de marina, want daar zit de politie. En ook zij moeten een plas over de administratie doen. We krijgen keurig de vijfde stempel. En dan de laatste die moeten we halen bij de andere marina hier, bij de  Zulu Yacht Club. Ook zie zetten een stempel, de zes en de laatste, all duties paid. Ziezo ons vaarplan is voorzien van alle stempels, ondertussen zijn we wel de hele dag zoet gehouden.

De laatste stap is het vaarplan faxen of e-mailen naar de havenautoriteiten. Volgens Zulu Yacht Club mogen zij dat alleen doen en niet de marina waar wij liggen. Al goed, we hebben geleerd om niet in discussie te gaan. Omdat je na het faxen 36 uur de tijd hebt om te vertrekken, en ons vertrek afhangt van het weergat, besluiten we om morgen terug te komen, en dan de laatste stap te zetten.

Voor vandaag zit de administratie handelingen er voorlopig op.

 

Dinsdag 20 januari 2015 – Vrijdag 23 januari 2015

Richards Bay - Port  Elizabeth (pos 33.58.020S 025.38.168E)

Afgelegd 475 mijl

Totaal 32.670 mijl

In alle vroegte starten we de motor, we gaan weer verkassen in de haven. Dit keer gaan we naar de international jetty. Een grote betonnen kade, waarlangs de auto’s kunnen parkeren. We hebben hier afgesproken om te tanken. Om negen uur komt de kleine truck met daarop een grote een tank vol met brandstof. We tanken 400 liter diesel. Als het moet kunnen we Capetown op de motor halen.

Hebron, onze hulp, komt nog even gezellig langs. Voor een bakkie koffie. En als Hebron eenmaal op zijn praatstoel zit, raakt-ie er ook niet meer van af. Na een uurtje nemen we toch echt afscheid, we moeten nog het een en ander doen. Met een ferme handdruk en een knuffel vertrekt Hebron. “ I’ll remember you”, zegt hij.

We moeten de rest van de administratie afhandelen. We gaan nog een keer naar de Zulu Yacht Club, daar wordt ons vaarplan gefaxt en ge-e-maild naar de haven autoriteiten. De 36 uur om te vertrekken gaan lopen. Dan door de naar het vliegveld, we moeten onze huurauto inleveren. Eenmaal terug in de haven maken we een rondje en nemen afscheid van vrienden in bekenden. Van Jean onze buurman, krijg ik een stevige omhelzing. Ik verdwijn helemaal in zijn armen.

En dan om vijf uur roep ik port control op. “Dalwhinnie asking permission to leave Richards Bay”, vraag ik. En die krijgen we. We vertrekken. Spannend. Eerste doel is Durban 90 mijl zuidelijker, eenmaal daar zien we wel hoe het gaat.

Het is even wennen, na zoveel weken op land, zijn de zeebenen er bij nog niet. Frans heeft helemaal geen last, en is gelijk ingeslingerd. Ik voel me zonder energie. De zee is knobbelig, het lijkt of de golven van alle kanten komen. Ze zijn kort en steil. Kortom een vervelende zee, zoals de zeilers zeggen. De wind is uit het oosten, en soms noord oosten. Een prima zeilwindje, wij moeten naar het zuid westen. Soms hebben we een stevige wind, soms is er weinig wind. Woensdagochtend vroeg zijn we bij Durban.

De zo bekende stroom, de Aghullas stroom, hebben we nog steeds niet opgepikt. We mopperen wat, waar blijft die stroom nu. Je moet de stroom opzoeken, maar we hebben deze nog niet gevonden. En dan opeens ja hoor, daar is ie. We gaan rap, uren achter elkaar varen we tussen de 8 en 9 knopen.  Het weergat blijft goed, we besluiten door te zeilen naar de volgende mogelijk stop, dat is East London, 250 mijl verder naar zuiden.

Dat doen we in een rap tempo. De zee blijft vervelend, maar gelukkig raak ik ook gewend en keert de energie terug. Voor dit soort gevallen heb ik het eten van te voren klaar gemaakt en dat komt nu goed van pas.

Tegen het eind van de donderdag komen we in de buurt van East London. Het weergat is nog steeds goed. De Aghullas stroom zijn we ondertussen weer kwijt geraakt. (Later horen we de wat op de 200 m diepte lijn hadden moeten varen). We besluiten om nog een halte verder te gaan, op naar Port Elizabeth, weer 125 mijl zuidelijker.

De wind is op, de zee wordt kalmer. Af en toe zijn we dolfijnen om ons heen. De nachten worden koeler, de lange broek, laarzen en dikke sokken en trui moeten aan. ’s Ochtends is het een stille wereld, er is een dikke mist om ons heen. De zon heeft uren nodig om daar doorheen te breken. We merken dat we een stuk zuidelijk zitten, ’s ochtends is het eerder licht, ’s avonds gaat de zon pas om half acht onder. De wind valt weg, de motor gaat aan.

We zitten net aan onze middag maal, en dan opeens wat horen we daar. Er zit een rare tik in de motor. Het lijkt uit het motor blok te komen, iets met de kleppen. Motor uit, zeilen op. We gaan langzaam, maar goed we komen vooruit. Het geeft Frans in ieder geval de tijd om te kijken wat er aan de hand is. Zo op het oog lijkt het allemaal goed. We moeten nog 50 mijl naar Port Elizabeth, we besluiten om door te zeilen tot de haven ingang en dan op het laatste moment de motor bij te zetten, zodat we deze zo kort mogelijk hoeven te gebruiken. De wind trekt ondertussen aan, windkracht 5 tot 6 uit het oosten, we stuiven erover.

Het is donker, 9 uur ’s avonds als we bij de haven aankomen. Ik roep port control op, en vraag toestemming om binnen te mogen komen. Die krijgen we. Op alleen de fok varen we de haven binnen. Dan gaat de motor aan, we draaien de fok weg. Voorzichtig manoeuvreren we door de grote commerciële haven. Helemaal achterin ligt de marina. We zoeken naar een vrije plek. Het is aardig vol, maar gelukkig vinden we nog een plekje. Het is tien uur, we zijn er. 475 mijl afgelegd, in 77 uur. Prima gedaan, vinden we zelf.

 

Zaterdag 24 januari 2015: Port Elizabeth

Zo we hebben lekker geslapen, een hele nacht lang. Geen slapen van drie uur en dan weer wacht lopen. Het is wel een gekraak en gepiep. Als we opstaan zien we de marina bij de daglicht. Wat een troep. Marinas bouwen kunnen ze hier absoluut niet, daar hebben ze geen kaas van gegeten. Dezelfde constructie als in Richards Bay is hier toegepast. Drijvende steigers, een lange hoofdsteiger, met daaraan boxen waar de boten in afgemeerd liggen. De steiger bestaat uit aan elkaar gekoppelde betonplaten. De schanierpunten zijn het zwakst. En overal zie je dat de oorspronkelijk constructie alweer is vervangen door een andere constructie. Metalen stangen door de ogen, met afsluiten stevige moeren. Het ziet er allemaal een beetje gammel uit.  De steiger is verankerd, met zware kettingen en ankers. Tenminste dat hopen we maar. Er drijft een grote slang (stofzuigerslang maar dan heel erg groot) voor de haven die de ergste swell tegen moet houden. Nou precies dat doet-ie, maar meer ook niet. De hele haven, en alle boten dus, deinen op en neer en heen en weer. Alle boten liggen te schudden en te trekken aan hun lijnen. En dan te bedenken dat het nu nog niet eens zo heel hard waait.

In 2009 is de marina verwoest bij een ‘breeze’ van 80 knopen. En daarna weer opgebouwd. Dus de marina is eigenlijk redelijk nieuw! We hebben onze lady zo goed als het gaat vastgemaakt maar echt fijn ligt het hier niet.

We gaan ons maar eens melden bij de Yacht club. Het is in het weekend, dus lekker druk. Veel gezinnen met jonge kinderen, er wordt gezeild in optimisten. Het kantoor is echter dicht. Gelukkig helpt David ons aan een sleutel zodat we wel de steiger op- en af kunnen. Maandag melden we ons wel.

Frans stort zich op de motor, alle kleppen wordt gecontroleerd, opnieuw afgesteld, veren worden gecheckt. Maar eigenlijk is er niets bijzonders te zien. Alles lijkt goed. Dat is natuurlijk wel fijn, maar toch niet echt bevredigend. Als de motor weer gestart wordt, draait ie als vanouds. Geen ratelend geluid. Het tikken is weg. Maar of het nu weg blijft en wat de oorzaak is geweest? We besluiten het voorlopig zo er maar bij te laten, en te zien hoe het gaat tijdens de komende etappe. En anders moet er weer gesleuteld worden. Zoals het er nu uitziet lijkt er komende dinsdag weer een klein weergat te ontstaan, voldoende om Mosselbaai te bereiken, 200 mijl zuidwestelijker. Afwachten maar, of we dinsdag ook daadwerkelijk vertrekken.

 

 

 

 

Zondag 25 januari 2015: Port Elizabeth

Het wordt tijd om Port Elizabeth eens te verkennen. Het centrum is op loop afstand, dus we gaan met de benenwagen. Port Elizabeth is vernoemd naar Elizabeth Donkin, de vrouw van de britse gouverneur sir Rufane Donkin, gouverneur van de kaap provincie in de tijd dat de Engelsen hier de baas waren. Je ziet dan ook veel mooi oude historische gebouwen in het centrum in victoriaanse stijl. Hoogtepunt van het Britse ideaalbeeld dat de britten hadden (of hebben)  van zichzelf is dat de gevel van de public libary gebouwd is in Engeland, vervolgens in delen getransporteerd is naar hier en ter plekke weer in elkaar gezet is. Helaas is het zondag, de binnenstad is uitgestorven, alle winkels, restaurants, en pubs zijn dicht. Het doet een beetje saai en doods aan. Jammer. Port Elizabeth is een grote industriestad, met ongeveer een half miljoen inwoners. Wij merken goed dat het een industriestad is, wij liggen in de industrie haven, en hier worden de kolen aangevoerd met de trein, de grote vrachtschepen worden vervolgens gevuld. En onder de rook van dit alles ligt de marina. Een dag hier in de haven, en alles is bedekt met een laag gruis. 

 

Maandag 26 januari 2015: Port Elizabeth

Vandaag doen we niet zo veel, we bekijken de weerberichten en besluiten dat morgen nog steeds een goede dag is om te vertrekken. Het weergat is niet zo groot om in één keer Kaapstad te bereiken, maar Mosselbaai 200 mijl verderop moeten we kunnen halen. We doen boodschappen, maken een maaltijd klaar voor de lange trip. We gaan vroeg naar bed, want om drie uur gaat de wekker af.

 

Dinsdag 27 januari 2015 – Woensdag 28 januari 2015

Port  Elizabeth - Mosselbaai (pos 34.10.700S 022.08.840E)

Afgelegd 203 mijl

Totaal 32.873

Het is nog donker als we opstaan. We maken de lijnen los en in alle rust varen we de haven uit. Nog in de beschutting van de haven bergen we de lijnen en stootwillen op. Zodra we buitengaats komen gaat het grootzeil op. Maar de motor moet bij. Het eerste stuk hebben we nog tegen de wind in, het zuid westen wind. Maar de voorspellingen zijn dat rond de middag de wind naar het zuiden draait en dan zelfs door naar het oosten. Maar alles wat er gebeurt, de wind draait niet. De wind blijft de hele dag in het zuidwesten zitten. En er staat ook meer wind dan verwacht. Jammer de motor blijft draaien. Gelukkig is de motor weer helemaal in orde, geen vervelende tik in het motorblok. Pas tegen de avond draait de wind naar het zuiden en dan kunnen we eindelijk zeilen. En dan is de wind helemaal op @#$% Tja het leven van een zeiler valt soms niet mee.

In de vroege ochtend is het dan eindelijk zo ver. De wind zit in de juiste hoek en waait aardig. Alle zeilen gaan op en de motor gaat uit.Het is heerlijk zeilweer. De wind neemt toe en toe. Ook dat is niet volgens de voorspelling. En al gauw blaast het tussen de 25 en 30 knopen, zeg maar windkracht 6 tot 7. De zee bouwt op, er staan flinke golven. Een meter of 4 schatten we in. We rollen en stampen, vervelend, maar het gaat wel lekker snel.

Aan het begin van de middag krijgen we Mosselbaai in zicht. We roepen de havenautoriteiten op, we mogen binnenkomen, maar de marina is vol. Het is een hele kleine marina, en dezelfde constructie als in Port Elizabeth. De haven is groot, met veel grote trawlers. Lady Amber, een witte schoener, heeft meegeluisterd op de VHF. Peter, een Ier, nodigt uit om langszij te komen liggen. Even later neemt Peter onze lijnen aan. We liggen langszij en vast. Het is 36 uur later en we zijn 203 mijl verder.

 

Donderdag 29 januari 2015: Mosselbaai

Mosselbaai is een leuke plaats. Het is ontstaan omdat de VOC hier een post had. En zo ontstaat er een kleine nederzetting, die zich verder ontwikkelt. Bartolomeus Dias landde als eerste Europeaan op de Zuid-Afrikaanse kust in Mosselbaai, om precies te zijn op 3 februari 1488. Het is het begin van de tuinroute, een prachtige streeks in Zuid Afrika. Daar zullen we nu helaas weinig  van zien, maar dat maken we goed wanneer we vanuit Kaapstad weer een rondreis gaan maken. We zijn nog 400 km van Kaapstad verwijderd. Maar goed, terug naar Mosselbaai.  Er is een replica gemaakt van de boot van Bartolomeus Dias in Portugal, die is hier naartoe gezeild, en vervolgens in een museum geplaatst. Het Bartolomeus Dias musem. En dat gaan wij natuurlijk bezoeken. Elk jaar rond 3 februari is hier het Bartolomeus Dias festival, en dit jaar begint het vandaag. We vallen met de neus in de boter. 's Avonds is er een kultureel concert in het museum. We verwachten muziek, maar het is erg divers. Van duitse hoempapa muziek tot een voorstelling van de Khoisan, de eerste lokale bewoners van dit gebied. Een beetje gemengde gevoelens. Het publiek is blank, met een grote hang naar nostalgie en vroeger. Met een beetje fantasie zitten we tussen de kolonisten van vroeger. Voor mijn gevoel is apartheid nog niet ver weg. Het geeft me een beklemmend gevoel.

 

Vrijdag 30 januari 2015: Mosselbaai

Vandaag staat een bezoek aan de vuurtoren op ons toeritisch programma. We gaan aan de wandel, en zijn een andere kant van Mosselbaai. De plaats is een stuk groter dan dat we in eerste instantie denken. Het doet gezellig aan, veel winkels en lokale kunstnijverheid. Het is een hele klim naar de vuurtoren, en als we daar aankomen zien we dat alles gesloten is. We kunnen er niet op. Er is wel een kantoor maar ook dat is dicht. Jammer, we hebben wel een mooi uitzicht over zee. Er staan behoorlijk wat golven. Ongelooflijk dat we daar over dat grote blauwe water zijn komen zeilen. We zijn best wel trots op onszelf dat we tot zover zijn gekomen.

Op de rotsen worden we verwelkomd door de dassies. Grote marmotten, overal staan borden 'do not feed the animal' maar de beesten zijn verwend en gewend aan mensen. Wanneer we een plek zoeken om ons brood op te eten, worden we belaagd door de dassies. We slaan op de vlucht en zoeken een ander rustiger plek op.

's Avonds storten we ons opnieuw in het feestgedruis. We lopen naar het feestterrein, het is gezellig druk. Een continu muziek, een stroom aan artiesten komt voorbij. Voor de mensen hier bekenden, voor ons nieuw. Als er een bekend en populair stuk wordt gespeeld en gezongen danst en swingt de mensenmassa mee. Heerlijk om de afrikanen te zien swingen, hun hele lijf vol met ritme. Wat voelen wij ons daar een houten klaas bij.

 

Zaterdag 31 januari 2015: Mosselbaai

Het Dias festival gaat gewoon door. Elke dag zijn er luchtshows te zijn. Halsbrekende acrobatische toeren worden uitgehaald. Wij kunnen het prima zien vanuit de kuip. Vandaag is een regenachtige dag, we hebben geen zin om aan de wandel te gaan en blijven lekker aan boord.

We halen weerkaarten binnen, waarschijnlijk vertrekken we morgen aan het einde van de dag. De wind zit dan weer in de juiste hoek.

 

info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.
world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -