(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand februari te openen)

 

Zondag 1 februari 2015: Mosselbaai

Vandaag is het de laatste dag van het Dias festival, we krijgen nog een keer een spectaculaire luchtshow te zien. Het feestterrein laten we voor wat het is. We zijn druk bezig met de voorbereidingen voor vertrek. Ik kook een extra maaltijd. We vertrokken morgenochtend om drie uur. Volgende halte is Simon's Town.

                   

Maandag 2 februari 2015 - dinsdag 3 februari 2014

Mosselbaai - Simon's Town (pos 34.11.47S 18.25.95E) 

Afgelegd 215 mijl

Totaal 33.088 mijl

Het is nog donker wanneer we opstaan. De wekker gaat af om twee uur, er staat geen wind. Wat een verschil met toen we aankwamen varen. Zachtjes, om Peter onze buur van de lady Amber niet wakker te maken, maken we los. We laten ons wegdrijven, en kunnen zo rustig alle lijnen en stootwillen opbergen. Dan vaart Frans de haven uit. Buiten staat er nog wel een behoorlijke deining. We gaan op weg naar Simon's Town.

Na een paar uur motoren, pikt de wind op en kunnen we zeilen. Het is prachtig weer, strakke blauwe lucht, wind van achteren, windkracht 4 tot 5, het mooiste zeilweer dat je kunt wensen. We gaan snel, en halen met gemak 6 mijl per uur. We hebben het juiste weergat te pakken. Maar hoe anders kan het hier zijn, veel wind en ruige golven.

Overdag de zon, maar 's avonds koelt het behoorlijk af. 18 graden, lange broeken en truien moeten aan. De wind is koel, duidelijk een zuidelijke wind die hier waait. En het water is ook een stuk kouder dan we gewend zijn, een graad of 15, niets een temperatuur waar je in wilt zwemmen. We zien veel zeerobben om ons heen, we hopen een orka te zien maar dat geluk hebben we niet.

Bij volle maan paseren we Cape Agulhas. Het meeste zuidelijke puntje van Zuid Afrika. We varen op 35 graden zuiderbreedte. Hier ontmoeten komen de Indische en de Atlantische oceaan elkaar. We zijn weer terug op de Atlantische Oceaan.

Het is nog 100 mijl naar Simon's Town van Cape Agulhas.

Om vijf uren varen we yacht club van Simon's Town binnen. Simon's Town is vernoemd naar de Nederlander Simon van der Stel, de vroegere gouverneur van de Kaap. We hebben een mijlpaal bereikt, het meest zuidelijke stukje van Zuid Afrika zijn we gepasseerd, vanaf nu gaat het noordwaarts!

 

Woensdag 4 februari 2015: Simon's Town

Vandaag gaan we op bezoek bij de Afrikaanse pinguïns. Boulder beach is op loopafstand van de marina en daar leeft een grote kolonie Afrikaanse pinguïns. Ze zijn verwant aan de pinguïns op Galapagos. Even groot of even klein het is maar hoe je het bekijkt. We kunnen heel dichtbij komen, zo dichtbij dat 'men' waarschuwt dat ondanks dat ze zo leuk lijken je moet oppassen voor hun scherpe snavels. Het broedseizoen is begonnen, we zijn veel pinguïns op nesten op hun ei broeden. De eerste eieren zijn al uitgekomen, en jonge baby blues waggelen rond, bedelend om voedsel bij hun ouders.

 

                                

Donderdag 5 februari 2015: Simon's Town

Vandaag gaat het met de trein naar Kaapstad. Om acht uur stappen we op de trein, even na negen stappen we uit midden in het centrum van Kaapstad. We hebben afgesproken met Etienne en Denise van de La Luna. We gaan gezellig een dagje op stap. De La Luna vertrekt komende week naar St. Helena, wij zullen een paar maand later volgen, dus voorlopg is dit ons laatste uitstapje samen. Het is een gezellig weerzien.

We gaan naar het kasteel de Goede Hoop, een fort gebouwd door de Nederlanders in 1666 om de kaapkolonie te verdedigen. Het fort is nooit aangevallen en onder andere daardoor in zeer goede staat gebleven. Het is het oudste koloniale gebouw in Zuid Afrika.

Daarna gaan we naar museum District Six. In de zestiger jaren, toen de apartheid op zijn ergst was, is het beleid ingevoerd dat de blanken in een blanke wijk moesten wonen, de kleurlingen bij elkaar in de gekleurde wijken. Deze gebieden werden bepaald door de overheid. En dit gebeurde niet alleen in Capetown, maar in heel Zuid Afrika. De kleurlingen werden gedwongen hun huis en haard te verlaten, waar ze jaren hadden gewoond en waar hun werk en sociale leven was. District six was zo'n gebied dat aangewezen werd als blank woongebied. De kleurlingen moesten vertrekken en de bulldozer werd op district six losgelaten. We lopen verdwaasd door het museum dat deze tijd doet herleven. Het is of we terug zijn in de tijd van de tweede wereldoorlog, van het nazisme en de jodenhaat. En dan te bedenken dat apartheid pas in de 80-jaren werd afgeschaft.

 

Vrijdag 6 februari 2015: Simon's Town

Een dag aan boord is het vandaag. We klussen wat, Frans is bezig met het startrelais, we proberen informatie in te winnen over waar we goed teakonderhoud kunnen laten doen, ook moeten we waarschijnlijk nieuwe accu's, dus ook daar gaan we eens naar op zoek.

In de middag vinden we het wel goed. Het is tijd om aan de wandel te gaan. Dit keer is ons doel de heuvels rondom Simon's Town, op naar het graf van Just Nuisance. Het verhaal van Just Nuisance:

In 1939 kreeg de marine van Engeland - dat toen nog over Zuid-Afrika regeerde – er een wel heel eigenaardig nieuw lid bij. Dit lid heette Just, en er was iets vreemds met hem aan de hand. Zijn taakomschrijving was bijvoorbeeld ‘Bone Crusher’, en zijn religie bedelaar…
Het nieuwe lid van de marine droeg de achternaam Nuisance, wat net zoveel als ‘overlast’ betekent. Een beetje vreemd allemaal. Maar niet zo vreemd als je bedenkt dat Just Nuisance de eerste (en enige) hond was die ooit bij de Royal Navy heeft gezeten. De Deense dog had een voorliefde voor de zeelui en bleef overal aan hun zijde. Samen met de mariniers ging hij de stad in, ze beschermend en gezelschap houdend. Just Nuisance werd een lokale held. Toen hij overleed werd hij vereerd op volledige militaire manier bij het Klaver Camp, bovenop Red Hill. De geliefde hond kreeg zelfs een plechtige ceremonie met geweerschoten.

 

Zaterdag 7 februari 2015: Simon's Town

Vandaag blijven we aan boord, het is klusdag. Ik heb al roestplekken 'gespaard' en het wordt tijd deze aan te vallen. Eigenlijk willen we het teakdek flink onder handen nemen, en dat hopen we hier te kunnen doen. De meeste roestplekken zijn namelijk ontstaan op de grens tussen het teak en het dek. We winnen informatie in en maken een praatje met Graham. Maar Graham adviseert ons het hier niet te doen in Zuid Afrika. Expertise is er niet echt, en het is hier moelijk om aan teak te komen. En halverwege de klus vertrekken is geen optie. Dus we besluiten om de grote herstelactie voorlopig maar even voor ons uit te schuiven, dat wordt waarschijnlijk een klus voor de Carieb. We gaan zelf eerst aan de slag met de roestplekken. Een mooi tijdrovend klusje.

Frans stort zich op de dynamo. Deze blijkt opeens niet meer te laden, en dat moet uitgezocht worden. En zo komen we de dag wel door.

Eigenlijk waren we van plan om heel vroeg op te staan en om acht uur al bij de kabelbaan te zijn voor de Tafelberg. Maar dan blijkt dat we de trein van half zeven moeten hebben, en dat vinden we toch iets te vroeg. Deze leuke toeristische attractie doen we wel wanneer we echt met de boot in Kaapstad liggen, daar moeten we uiteindelijk toch naar toe om uit te klaren.

 

Zondag 8 februari 2015: Simon's Town

Ik klaag al een hele tijd over de wasmachine, dus de wasmachine is aan een onderhoudsbeurt te doen. Het is altijd een hele klus om de wasmachine uit de kast te tillen. Je kunt er niet goed bij, en de wasmachine is zwaar. Met veel gepuf en gekreun lukt het ons om de wasmachine uit de kast te halen. Frans neemt eens een kijkje, wat blijkt de thermostaat is kapot. Dus daar moet een nieuwe voor komen. Vandaag is het weekend, dus morgen maar eens op zoek gaan naar een vervangende thermostaat.

Ik ben mijn tijd wel zoet met mijn geliefde roestplekken.

 

Maandag 9 februari 2015: Simon's Town

De buren, de Finse boot Kastel Helmi, hebben een auto en gaan richting Kaapstad. Frans krijgt een lift naar Fishoek, de volgende grotere plaats. Daar is een goede mogelijkheid om een vervangende thermostaat te vinden voor de wasmachine. Om tien uur vertrekt Frans. Pas tegen zes uur is Frans weer terug aan boord. De hele dag, met de trein, met de bus, van winkel naar winkel, van dorp naar dorp. Iedereen is heel vriendelijk, maar een vervangende thermostaat lukt niet. Uiteindelijk zijn we nu wel heel bekend met het openbaar vervoer.

Ondertussen heb ik niet stil gezeten, mijn maandag is gevuld met schuren, plamuren, schuren en plamuren. De opbouwfase van de roestplekken. Halverwege de middag komt David langs. David is de zeilmaker van North Sails. De tophoek van onze halfwinder is eraf gescheurd en omdat we verwachten tijdens de oversteek naar Sint Helena toch veel licht weer te treffen, willen we de halfwinder laten repareren.

 

Dinsdag 10 februari 2015: Simon's Town

Met wat kunst- en vliegwerk is het ons gelukt twee dagen terug een auto te huren. En vandaag kunnen we onze bolide ophalen. Om even na acht uur zitten we in de trein, op weg naar Rondenbosch een buitenwijk van Kaapstad. In Rondenbosch staat onze huurauto klaar. Dit keer hebben we een saaie grijze hyundai i10. Het is een prima karretje, nog erg nieuw en rijdt prima.

We gaan vandaag ons eerste uitstapje maken. Kaap de Goede Hoop staat op ons programma. Kaap de Goede Hoop ligt op het schiereiland, niet zo ver bij onze haven vandaag. Het gebieden is uitgeroepen tot een nationaal park. Met de auto is het maar een klein stukje. De omgeving is prachtig, een prachtige kustweg, kliffen, woeste zee en wolken, fraaie vergezichten. We zien de eerste wilde dieren weer, zebra's, struisvogels en bokken.

En dan komen we bij Cape Point, natuurlijk moeten we deze bklimmen. De oude vuurtoren is in 1911 gesloopt. EInd 1800 was-ie gereed maar er is een foutje gemaakt. De toren was zo hoog geplaatst, dat of het licht was in mist gehuld of in laaghangende bewolking. Geen nut dus voor de scheepvaart. Er is een nieuwe vuurtoren gebouwd, een stuk lager, maar nog steeds 88 meter boven zeeniveau. Deze vuurtoren staat er nog steeds en doet nog steeds dienst.

Na Cape Point is het de beurt aan de andere bekende kaap, Kaap de Goede Hoop, deze is een stuk minder hoog dan Cape Point maar niet minder indrukwekkend. Even later staan we op het meest zuidwestelijke puntje van Afrika. Vandaag waait het hard op de Kaap, de wind waait ons bijna van de rosten. Het is een indrukwekkend stukje historie en geschiedenis waar we nu staan, als deze rots eens kon vertellen...

 

                               

Woensdag 11 februari 2015: Simon's Town

Opnieuw schoolreis! We gaan naar Stellenbosch. Net als Simon's Town is ook Stellenbosch vernoemd naar Simon van der Stel de Nederlandse gouverneur van de kaap kolonie. Stellenbosch ligt in een prachtige vruchtbare streek op ongeveer 30 km van Kaapstad. Toen Simon van der Stel dit stuk land bezocht was hij van mening dat de grond is zo vruchtbaar was dat het geschikt was voor de wijnbouw. En hij kreeg gelijk uit deze omgeving komt nu de lekkerste en bekendste wijnen van Zuid Afrika. Tijdens onze rit naar Stellenbosch komen we de ene na de andere wijnboerderij tegen. Het is oogsttijd, we zijn tractoren vol met druiven rijden. Eigenlijk willen we een fabriek bezoeken om het produktie proces te kunnen zien. Maar dat lukt niet, op de meeste wijnboerderijen kun je de wijnkelders bezoeken, wijnen proeven en kopen en lekker eten. 

Stellenbosch is een mooie stad, met heel veel mooie gebouwen in oud-hollandse stijl. De stad ademt rijkdom en welvaart uit. We zien heel veel blanke mensen, in grote duren auto's en duur gekleed. Midden in de stad zijn in vier oude gebouwen, de oudste is nog een oorspronkelijke boerderij uit 1786 van de Duitser Schroeder, staat het Stellenbosch museum. Een museum dat vertelt over het ontstaan en de ontwikkeling van Stellenbosch. We zijn van plan er maar even te blijven, maar het museum boeit ons zo dat we er uren door brengen. Dan wordt het tijd om weer terug te gaan. Via Franshoek, ook een wijnstreek maar dan gesticht door de Franse hugenoten, rijden we terug naar onze lady.

 

Donderdag 12 februari 2015: Simon's Town - Struisbaai, afgelegd 306 km (pos 34.79.80S 20.04.63E)

We gaan een paar dagen toeren. Het is nog even wat stressen om weg te komen, maar uiteindelijk is alles gepakt en rijden we om half tien weg. We gaan eerst naar Kaapstad, daar ontmoeten we Robert Cook, Hij is van C-dynamics, een mastervolt dealer. Bij hem bestellen we nieuwe accu's. Robert belooft over zes weken onze nieuwe accu's te hebben. Hopelijk komt hij zijn belofte na want daarna loopt ons visum hier af.

Het is al twaalf uur wanneer we Kaapstad verlaten. We willen naar Cape Agulhas. Ruim 200 kilometer rijden. Cape Agulhas is het meest zuidelijke punt van Afrika, hier ontmoeten de indische en atlantische oceaan elkaar. Ruim een week geleden zijn we dit gepasseerd met de boot en nu willen we het wel eens vanaf land zien.

De vuurtoren bij Cape Agulhas is de één na oudste in Zuid Afrika, hij is gebouwd in 1849. Ondanks dat zijn er toch veel schepen verloren gegaan hier voor de kust, er liggen ongeveer 120 wrakken op de zeebodem, ongeveer 1 wrak per kilometer. Wanneer we naar de vuurtoren rijden en het meest zuidelijke punt passeren zien we de Elsho Maru liggen, deze is in 1982 gezonken. Dichterbij, in Struisbaai, ligt de Sunday Star, een zeiljacht van 42 foot op het strand, deze is met motorpech gestrand, slechts twee weken geleden. Een gevaarlijk stukje kust dus.

 

Vrijdag 13 februari 2015: Struisbaai - Oudtshoorn, afgelegd 325 km (pos 33.59.7S 22.20.62E)

We willen zo snel mogelijk naar Addo National Park, dat is een eind rijden, Addo ligt vlakbij Port Elizabeth. We kiezen ervoor om de komende twee dagen kilometers te vreten.  Onze stop vandaag is Oudtshoorn. Eerst houden we stop in Bredasdorp, wij maar denken dat dit te maken heeft met Breda in Nederland maar niets is minder waar. Michael van Breda is de stichter van het dorp, hij was de eerste burgemeester dus dat verklaart de naam Bredasdorp. In Bredasdorp is het wrakkenmuseum en na alle verhalen over wrakken en de vuurtoren van Cape Agulhas is een bezoek aan het wrakkenmuseum beslist de moeite waard. En daarna gaat het via de mooie route 62 naar Oudtshoorn. Route 62 doet een beetje denken aan route 66 in de verenigde staten. We gaan via mooie bergpassen, door kleine dorpen en langs wijnboerderijen. Uiteindelijk komen we in het land van de struisvogel. Ooit was de struisvogel belangrijk, elke dame van stad moest een hoed met struisvogelveren. De struisvogel heeft Oudtshoorn rijk en welvarend gemaakt en dat is te zien aan de huizen, We vinden onderdak bij Karoo Soul backpackers. Hier blijven we een nachtje overnachten voordat we morgen weer kilometers maken op weg naar Addo.

 

Zaterdag 14 februari 2015: Oudtshoorn - Addo, afgelegd 432 km (pos 33.32.50S 25.41.47E)

Het is vandaag nog een lange reisdag, we nemen de N2, de tuinroute. Een bekende en mooie toeristische route door het zuiden van Zuid Afrika, langs de kust. Als je wilt kun je hier rustig twee weken doorbrengen, genoeg te zien en te doen. We stoppen onderweg in Knysna, een prachtig beschermde lagune met een opening naar zee. Het is even oppassen bij het naar binnen en naar buiten varen. De opening is smal, maar ben je eenmaal binnen dan lig je heerlijk beschut. Een mooie koffiestop voor ons. En dan gaat het weer verder, richting Port Elizabeth. Na Port Elizabeth verlaten we de kust en gaan we richting het binnenland. Het landschap wordt droger. In het gehucht Addo, dat helemaal leeft van de toeristen die naar het nationaal park gaan, proberen we een overnachting te zoeken. En dat valt nog niet mee. Alle accomodatie in het park is volgeboekt en de Aardvark backpackers waar we willen overnachten is ook vol. Daniel belt zijn vriend Keith, een boerderij en daar vinden we nog een plaats in de herberg. Morgen en overmorgen verkassen we weer terug naar de Aardvark.

We moeten nog steeds wennen aan de elektriciteit hier in Afrika. Er is nog steeds een schema van wanneer wel en wanneer geen stroom. Dit omdat domweg de vraag groter is dan het aanbod. Natuurlijk net al je wilt koken, valt de stroom uit. Gelukkig wordt er op gas gekookt, en met kaarslicht lukt het toch om een maaltijd te bereiden.

 

Zondag 15 februari 2015: Addo, afgelegd 76 km

Nadeel als je niet in het park kunt overnachten, het Addo Nationaal Park was helaas volgeboekt, is dat je er ook niet heel vroeg naar binnen mag. De poort gaat om zeven uur open voor dag-bezoekers. Overnacht je in het park dan kun je al vanaf 5 uur gaan toeren. Dus de kans om kat-achtigen te zien wordt zo wel heel klein.

We gaan dan ook na het ontbijt en de koffie op pad. Volgens Keith komen de olifanten pas in de loop van de ochtend bijeen op de waterplekken. Dus geen zin om vroeg te gaan. De leeuwen liggen met deze temperaturen toch meestal lui in het gras onder de boom in de schaduw, dus moeilijk te spotten. In het park leven alleen de dieren die hier oorspronkelijk ooit voorkwamen. Dus geen giraffes en geen wilde beesten.

Zodra we het park binnen komen worden we al verrast door olifanten. Grote kuddes, grote olifanten zien we.

We staan op de weg stil, een kudde olifanten loopt naar ons toe. Ik knijp hem, ze zijn wel heel erg groot. "Niets doen, rustig blijven zitten",  zegt Frans en hij gaat gewoon door met filmen. Ondertussen lopen de olifanten langs onze auto op een paar meter afstand. Als ik mijn hand zou uitsteken dan kan ik ze aanraken. Van pure opwinding druk ik per ongeluk op de claxon. Toet!@#$% Gelukkig schrik ik meer dan de olifanten, en rustig wandelen deze grote beesten verder.

We vermaken ons prima in het park, vandaag doen we het noordelijk deel. We zien een hoop wild, olifanten, kudu's, zebra's, verschillende soorten bokken, jackhals, struisvogels, buffels, schildpadden en prachtige vogels.

 

Maandag 16 februari 2015: Addo, afgelegd 146 km

Vandaag genieten we nog een dag van Addo Nationaal Park. Dit keer doen we het zuidelijk deel, en ook hier zien we weer een hoop wild. Hoogtepunt blijven toch wel de olifanten. Als we aan het eind van de middag het park verlaten worden we getrakteerd op honderden olifanten en een grote kudde buffels. Een stukje achtergrond over Addo uit onze reisgids:

Ondoordrinbaag struikgewas en een hel voor jagers, zo beschrijven de eerste wetenschappers en spoortzoekers de natuur aan de kust van Eastern Cape. Op oude kaarten staat vermeld dat het hier wemelde van de olifanten. Een deel van het dal werd Addo Bush genoemd, waarschijnljk door het San-woord !Ga-dao, dat 'rivier met giftige struiken' betekent. Toen de kolonisten zich hier vestigen werd er zoveel gejaagd op de ge gevarieerde wildstand dat veel diersoorten bijna volledig uitstierven. Vooral olifanten moesten het ontgelden.In 1837 meldde de Kaap-Almanak dat 7,6 ton ivoor naar Port Elizabeth was getransporteerd. In 1849 werd de laatste leeuw in deze omgeving gedood, en in 1853 de laatste neushoorn. In 1870 waren er nog 300 olifanten over. In 1931 waren dater nog 11. Er kwam protest uit de bevolking. Het Addo Elephant National Park werd opgericht. Het is het derde grootste natuurpark van Zuid Afrika na Kruger en Kalahari. Tegenwoordig leven er weer meer dan 500 olifanten in het park en is de leeuw en neushoorn ook weer geïntroduceerd in het park.

 

Dinsdag 17 februari 2015: Addo - Cradock, afgelegd 205 km (pos 32.10.19S 25.37.12E)

We reizen verder. Langzaam rijden we weer terug richting Kaapstad. We zijn terecht gekomen in de Greater Karoo, een brergachtig halfwoestijnlandschap. In deze eindloze leegte liggen her en der verspreid eenzamen boerderijen als symbolen van een overlevingsstrijd met een natuur, die zich in dit gebied niet zelden van haar meest onherberzame kant laat zien. Het is een streek die veel vehralen in zich bergt.

Als we door de streek rijden genieten van prachtige vergezichten, maar alles is droog en dor. Af en toe afgewisseld met hier en door een boom, en heel veel acacia bomen vol met gemene doorns. Je vraagt je af waarom mensen besloten hebben zich hier te vestigen. Het leven moet een grote strijd geweest zijn.

Frans rijdt, ik zit er ontspannen naast en lees voor uit de reisboeken. En dan wat voel ik daar toch aan mijn grote teen? Het kriebelt, een reisfolder? Ik schud met mijn voet heen en weer, maar het blijft kriebelen. Ik werp een blik naar beneden, en kijk recht in de ogen van een kleine kikker. Hoe komt deze nou in auto terecht? Regelmatig moeten we stoppen voor wegwerkzaamheden, en dan gaan we even uit de auto, de benen strekken. Waarschijnlijk in een onbewaakt ogenblik is Kermit aan boord gewipt. Kermit is een beetje in paniek en hupt door de hele auto. Het wordt tijd om te stoppen en Kermit uit te laten.

Halverwege de middag komen we aan in Cradock, ooit gesticht als militaire buitenpost in 1813 om de Xhosa tegen te houden. Er ontstond een levendige agrarische boerengemeenschap. Martkstraat was de straat waar de handelaren woonden en hun winkels hadden, denk aan smederijen, timmerlui enzo). De ossenkarren passeerden Cradock via de marktstraat. De huizen zijn bewaard gebleven en gerestaureerd. Ze heten nu de tuinhuise. Elk huisje is ander ingericht en je kunt er overnachten. En in één van de huisjes vinden wij onderdak voor de komende twee nachten. 

Ondanks dat de reisgidsen Cradock aanprijzen als een mooie oude stad, vinden wij het er saai. Tegen een uur of zes lijkt de stad helemaal uitgestorven. Wij overnachten hier omdat het Mount Zebra National Park vlakbij is, en dat willen wij met een bezoekje vereren.

 

Woensdag 18 februari 2015: Cradock, afgelegd 116 km

We zijn eigenlijk van plan om een vroege ochtend safari te doen, deze begint om vijf uur, en dan heb je de grootste kans om de leeuwen en cheetah's te zien. Maar je kunt alleen meedoen aan deze safari als je overnacht in het park, en helaas alle accomodatie is volgeboekt en daarom overnachten wij in Cradock. We doen dus een dagtrip naar het park.

Dit reservaat is in 1937 opgericht om de met uitsterven bedreigde bergzebra te redden. Halverwege de jaren dertig waren er minder dan 100 exemplaren in deh ele wereld. Zes daarvan, een oude merrie en vijf hengsten, leefden op de farm Babylon's Toren, die later tot nationaal park zou worden uitgeroepen. De merrie stierf in 1938, na de geboorte van een veulen. Toen ook de hengsten waren overleden, schonk een naburige farmer in 1950 elf op zijn land levende inheemse bergzebra's. In 1964 telde het park al 25 dieren. In dat jaar werd het reservaat  verder uitgebreid. Er kwamen nog eens 30 dieren bij van naburige farms. In 1980 leefden er meer dan 200 zebra's in het park en begon het uitzetten vna dieren in andere reservaten in Zuid Afrika. Tegenwoorden leven er meer dan 750 bergzebra's in het park. Ook de zwarte neushoorn, de buffel, de cheetah, hyena en de leeuw zijn opnieuw geintroduceerd in het park.

De bergzebra ziet er iets anders uit, nooit geweten dat er meerdere zebra soorten bestonden. Deze is te herkennen aan zijn brede zwarte zijn strepen (ik vind het meer een zwarte paard met kleine witte strepen), de strepen lopen helemaal door tot aan de hoeven, en de bergzebra heeft een huidflap onder aan zijn kin hangen. We kijken eens goed, en ja hoor we zien inderdaad de kenmerken. Het zijn leuke beesten om te zien. We merken dat dit park veel minder bezoekers trekt, de dieren (we zien veel dieren op de rooivlakte, grote kuddes wildebeesten, elanden, springbokken, buffels en zebra's) zijn schuwer. Als we in de buurt komen met de auto rennen de meesten weg.

De natuur is hier overweldigend, grote droge vlakten, vergezichten en prachtige bergen. Met daarboven een strakke blauwe lucht. Out of Africa!

Iets heel anders, af en toe hebben we contact met Rob en Josien van de Inish, zij liggen in Simon's Town en houden een oogje op de Dalwhinnie. Deze week is het plan om de Kaap te ronden en te zeilen naar Kaapstad, en daarvandaan richting Namibië te vertrekken. Eens horen hoe het hun vergaat en of ze al vertrokken zijn. En tot onze grote schrik krijgen we een bericht terug dat ze dinsdag bij het ronden van de Kaap hun mast hebben verloren. De nachtmerrie van elke zeiler. Door corrosie in één van de puttings is een deel van de verstaging gebroken en de mast overboord gegaan. Met behulp van de reddingsdienst in Simon's Town hebben ze de mast laten afzinken, die hopen ze later te kunnen bergen. Op eigen (motor)kracht zijn ze terug gevaren naar Simon's Town. We kunnen er niet van slapen en regelmatig spookt hun verhaal door onze gedachten.

 

Donderdag 19 februari 2015: Cradock - Graaff-Reinet, afgelegd 170 km (pos 32.15.14S 24.32.22E)

Het is een reisdag vandaag, we gaan weer een stukje verder richting Kaapstad. Dit keer is ons einddoel Graaf-Reinett. Na Kaapstad, Stellenbosch en Stellendam de oudste stad in Zuid Afrika. We rijden weer door het mooie Karoo landschap. We maken een kleine omweg via Nieu Bethesda. Over een onverharde weg (35 km lang) rijden we naar Nieu Bethesda. We trekken een enorme stofwolk, je kunt ons van verre aan zien komen. Ongelooflijk dat er mensen zijn die hier willen wonen in de grote leegte.

Nieue Bethesda is op de kaart gekomen door Helen Martins bekend. Het plaatsje werd in 1875 gesticht in een vallei tot de Sneeuwbergen. Vandaag is het verzengend heet, 35 graden! Het is een gehucht met ongeveer 1000 inwoners.

Helen Martins (1897 - 1976) was een vrouw met veel fantasie, ze was lerares, getrouwd en later weer gescheiden. Ze is teruggekeerd naar Nieu Bethesda om voor haar zieke moder te verzorgen. Haar moeder overleed in 1941, haar vader (een humeurige man) overleed 5 jaar later. Helen was de jongste van zes kinderen en bleef achter in het ouderlijk huis. Op een nacht, ziek in bed, drong het tot haar door hoe saai en grijs haar bestaan was geworden. Ze besloot licht en kleus in haar leven te brengen. Het eenvoudige besluit om haar omgeving te verfraaien grooide uit tot een obsessief verlangen haar diepste gevoelens, haar dromen en wensen uit te drukken. Muren, plafonds, deuren, hele kamers, worden met kunstzinnig aangebrachte patronen van gemalen glas bedekt, ze vormen de lichtgevende achtergrond voor zonnegezichten, uilen en andere afbeeldingen. Daarna richt zij zich op de tuin. Samen met Koos Malagas, schiep zij honderden aan hun fantasie ontsproten beelden en relièfs, die de Camel Yard bevolkten en de buitenmuren van het huis bedekten. Er wordt gebruik gemaakt van cement, ijzerdraad en glas. Uilen en kamelen zijn de lievelingsfiguren. Maar er staan ook veel andere fantasie figuren, geinspireerd door vooral bijbelteksten. En zo ontstaat het uilenhuis.

Helen vervreemd van de buitenwereld, en op 78/jarige leeftijd pleegt zij zelfmoord door natronloog te slikken.

Wij brengen een bezoek aan het Uilenhuis. Ondanks de vele kleuren, glas en allerlei verzamelingen, vind ik het huis somber er ademt een naargeestige sfeer. Het hele dorp lift mee op het succes van Helen. Overal kun je beelden (nagemaakt) kopen, er zijn eethuisjes, en er is voldoende plek om te overnachten. Nieuw Bethesda is echter ver weg van alles.

We reizen verder door het mooie Karoo landschap. Op weg naar Graaf-Reinett, we hebben even was moeite om een overnachtingsplek te vinden, of het is volgeboekt of we vinden het te prijzig. Uiteindelijk vinden we een plekje in de Obesa lodge. Een mooie uitvalsplek om morgen Camdeboo Nationaal Park te bezoeken.

 

Vrijdag 20 februari 2015: Graaff-Reinet, afgelegd 76 km

We staan vroeg op, zes uur, en rijden naar het Camdeboo Nationaal Park. Camdeboo staat niet bekend om zijn wild, meer om zijn prachtige rotsformaties, maar er is ook een gedeelte met wild. Buffels, wilde beesten, en heel veel verschillende soorten bokken. Het is een mooie vlakke en open omgeving, rondom een groot meer. We vermaken ons prima, we hebben ons ontbijt meegenomen, op een mooie plek langs het meer ontbijten we terwijl genieten van de natuurschoon om ons heen.

Rond tienen gaan we terug naar Graaff-Reinet. We luieren wat, verkennen het dorp, om halverwege de middag weer naar het park te gaan. Dit keer gaan we naar Valley of Desolation. Een vallei hoog in de bergen, met dolomieten en kolommen en enorme rotspartijen. En op de achtergrond heb je de weidse vlakte of de woestijnachtige en lege Karoo. Het is eigenlijk niet te beschrijven, bekijk de foto´s maar om een indruk te krijgen. We vonden het in ieder geval overweldigend. Eén van de mooiste plekken die we tot nu toe gezien hebben. De weg naar het uitkijkpunt is prachtig, maar best wel eng met een enorme diepe afgrond gapend langs de weg. Met de blik strak vooruit rij ik naar boven, het uitzicht boven over de vallei is de stress beslist waard.

 

Zaterdag 21 februari 2015: Beaufort-West, afgelegd 291 km (pos 32.20.41S 22.34.55E)

We reizen verder, dit keer gaat de reis naar Beaufort-West in het hart van de Karoo. Omdat we over de grote weg rijden kunnen we snelheid maken. Het is één lange kaarsrechte weg, je kunt in een eindeloze leegte. We komen een padstal tegen onderweg, een padstal is een boerenwinkel die hoort bij een boerderij. De produkten van de boerderij worden daar verkocht. En vaak ook koffie en thee. De boerderij is meestal niet te zien, die ligt ver afgelegen in het weidse land. Voor ons is de padstal een leuke koffiestop. We maken kennis met Johan, een boer die aan het rentenieren is. We keuvelen half in het Nederlands, half in het Afrikaans en half in het Engels. Als er dan ook nog Duitsers aanschuiven, wordt het een gezellige mengelmoes van talen.

Rond de middag komen we aan in Beaufort-West. Een stadje iets groter dan Graaff-Reinet, maar veel morderner. De sfeer van de oud koloniale bouwstijl ontbreekt.

Omdat we zo lekker vroeg zijn, gaan we gelijk door naar Karoo NP. dat eigenlijk naast Beaufort-West ligt. Het is een behoorlijk recent park. Het is droog, dor, groot met enorm veel rotsen. Grote delen zijn voor ons niet toegankelijk, daar kun je slechts met een 4x4 auto komen. En dat lukt dus niet met onze kleine hyundai i 10. In 2010 zijn hier leeuwen uitgezet, op dit moment zijn er 11. Maar leeuwen zien we niet, wel gemsbokken en dat is voor ons de eerste keer dat we gemsbokken zien. Prachtige beesten, met een mooie getekende kop.

 

info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.
world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -
Lees verder