Woensdag 1 april 2015: Cape Town
April begint met de installatie
van de nieuwe accu’s. Toen we deze accu’s kochten en installeerden in 2006 dacht we daar komen we de wereld wel mee rond. Maar of
de wereld is groter dan we dachten of de accu’s zijn van mindere kwaliteit. Volgens ons is het het eerste, we zijn al weer zeven jaar
onderweg.
Donderdag 2 april 2015: Cape Town
Vandaag is boodschappen dag, eerst gaan we met de bus naar de C-Dynamics, het bedrijf
dat ons de accu’s leverde. Er moet nog betaald worden.
Op de terugweg, stapt Frans uit en ga ik door naar de supermarkt. Ik laadt
mijn wagen helemaal vol. Met een overvolle kar kom ik bij de kassa. De dame kijkt verbaasd “do you really need so much?” vraagt ze.
Ik leg uit dat we op een zeilboot wonen en gaan oversteken richting Brazilië. Ze knikt begrijpend, maar aan haar ogen zie ik dat ze
het niet begrijpt. “For how many people is it ? ” vraagt ze. Als ik antwoord dat het slechts voor twee personen is, begrijpt ze het
helemaal niet meer.
Berustend haalt ze haar schouders op, en slaat de kassa aan. En tweede dame is zo vriendelijk en helpt met het
inpakken. Een paar uur later kom ik moe maar voldaan terug aan boord. En nu kijk ik bedenkelijk, waar in hemelsnaam laat ik dit allemaal
aan boord….
Vrijdag 3 april 2015: Cape Town
Een rommeldag aan boord. Frans is bezig met een laatste check van alle belangrijke
dingen, de AIS, de meters, de watermaker, de generator, de motor. Alles is prima in orde.
En ik, ik geef boot een sopbeurt aan de
binnenkant.
Zaterdag 4 april 2015: Cape Town
We nemen de bus naar de stad. We hebben een nieuwe waterstofzuiger en een goede schuurmachine
nodig, wanneer we straks aan de slag gaan met het teakdek. En omdat hier het gereedschap op 220 volt draait, en in Trinidad alles
gericht is op Amerika en dus 110 volt netspanning, besluiten we hier de spullen te kopen.
Helaas de doe-het-zelver is gesloten, maar
Game (zeg maar een grote blokker) is open. En daar vinden we de waterstofzuiger. Actie, deels geslaagd.
Zondag 5 april 2015:
Cape Town
Eens vragen hoe het staat met het uitklaren hier. De receptie (marina) is vanochtend geopend en morgen gesloten. We willen
dinsdag of woensdag vertrekken.
Er moet een hoop papieren ingevuld worden. Diane, geeft de tip, om morgen uit te klaren want dan zit
port control in hetzelfde gebouwd als customs en immigratie, vanwege de feestdagen. En anders moeten we een eind verder lopen. In
dit gebied komen geen bussen, het is of lopen (40 minuten) of met de taxi. Ik denk dat we haar tip maar opvolgen.
Maandag 6 april
2015: Cape Town
Het lijkt of er nooit een einde komt aan het boodschappen doen. Vandaag gaan we naar de Makro, om de schuurmachine
te kopen. Niet echt in de buurt, we zijn ruim een uur onderweg met de bus en dan is het nog een stuk lopen. Maar de actie slaagt.
En
’s middags staat het uitklaren op ons to-do-lijstje. Port Control gaat gemakkelijk, maar bij Immigratie maken we de fout om te zeggen
dat we morgen nog de laatste verse boodschappen gaan doen. Fout, fout, fout… Onze paspoorten worden pas na het boodschappen gestempeld
en uitgeklaard. We besluiten om dan maar gelijk boodschappen te doen. Een uurtje later staan we weer aan de balie bij immigratie,
en nu krijgen we wel het stempeltje in onze paspoorten.
Customs gaat ook gemakkelijk, alleen het terugvragen van de BTW gaat iets moeilijker.
We vullen alle papieren in, maar customs wil de producten zien. Ze beloven morgen ochtend om tien uur bij ons aan boord te komen,
voor de inspectie en de aanvraag te stempelen. Maar eens kijken wat de belofte waard is.
Dinsdag 7 april 2015: Cape Town
Het is nu één uur, ondanks een telefoontje nog geen customs gezien. Dat wordt waarschijnlijk weer een wandeling naar het kantoor.Verder zijn wij zijn er klaar voor. Eten is gereed, de laatste was gedaan, volle watertank, volle dieseltank, morgenochtend vertrekken we naar Namibië.
Woensdag 8 april 2015 - woensdag 15 april 2015: Oversteek Cape Town naar Namibië, Walvisbaai (pos 22.56.81S 14.28.61E)
Afgelegd 785 mijl
Totaal 33.926 mijil
Het is negen uur, de landvasten gaan los. We zijn klaar om te vertrekken naar Namibië, ons doel is walvisbaai, ruim 700 mijl noordelijker. We vertrekken samen met twee Franse boten, de Yovo en de Alibi. Samen hebben we een radio netje, wel zo gezellig om onderweg af en toe contact te hebben. Voor ons zal het contact alleen met de Yovo zijn, zij spreken Engels, de Alibi spreekt alleen Frans en wij (helaas) niet. De eerste paar dagen staat er erg weinig wind. We proberen het aantal motor uren te beperken en zoveel mogelijk te zeilen. Snel gaat het niet. De laatste twee dagen staat er een behoorlijke wind, en helaas een hoge zeegang. Na 6 dagen en 15 uur en 785 mijl komen we rond middernacht aan in Walvisbaai. Wil je weten hoe de oversteek was, kijk dan in ons oceaanlogboek.
Donderdag
16 april 2015: Walvisbaai
Vandaag gaan we naar de kant. Het is lang geleden dat we achter ons eigen anker lagen, vorig jaar oktober
om precies te zijn, in Mozambique. We hebben dus ook al lang onze aanhangmotor niet gebruikt, maar tot onze verbazing lukt het Frans
vrij eenvoudig om de motor weer aan de praat te krijgen. De bijboot gaat in het water, aanhangmotor de achter, hup wij erin, en daar
tuffen we naar de kant. Deze baai hier is vrij groot, maar tot nu toe liggen we prima.
Als we uit de bijboot stappen en het laatste
stuk door het water de bijboot de kant op trekken, trekken we onze wenkbrauwen op. Oef, wat is het water hier koud. Dat waren we niet
gewend, hier stroomt de koude Benguela stroom, en dat koelt het zeewater af. We hadden nog het warme water van de Indische oceaan
in onze gedachten.
We gaan naar de jachtclub, de eigenaar van het restaurant is zo vriendelijk om ons een lift te geven naar het stadje.
Walvisbaai is de tweede grootste stad van Namibië, na Windhoek de hoofdstad. Er wonen hier 54.000 mensen. De stad is saai, het lijkt
wel een schaakbord. Met weinig fantasie zijn de straten aangelegd in rechte blokken. Zoals altijd zijn de eerste handelingen inklaren.
Immigratie en de douane. We krijgen op onze kop dat we niet gelijk na aankomst naar immigratie zijn gegaan. We doen een beetje verbaasd
en halen onze schouders op, zonder problemen krijgen we een visum voor 90 dagen. Bij de douane gaat het nog gemakkelijker. Ze zijn
niet geïnteresseerd in de papieren van de boot, wij vullen hun papieren in. De stempels worden gezet, en ook de boot is ingeklaard.
Ze
zijn hier gek op stempels. Overal waar je komt, in elk overheidsgebouw, hoor je het getik van stempelen op allerlei papieren. Kasten
kennen ze hier niet, en overal zie je stapels documenten in dozen. En zo ziet het archief eruit.
Vrijdag 17 april 2015: Walvisbaai
Vandaag blijven we aan boord, we hebben wat klusjes
te doen. Eén ervan is de generator, ons zorgenkindje aan boord. Toen we nog in Zuid Afrika in de marina’s lagen, hebben we regelmatig
de generator laten lopen, zonder problemen. En nu, nu we de generator weer echt nodig hebben, doet-ie het niet. %$##@@!
Frans besluit
om de uitlaat te verwijderen, dat is nog een behoorlijke klus. De uitlaat moet aangepast worden en groter gemaakt worden. Dus morgen
maar eens op zoek naar een bedrijf dat kan lassen.
Zaterdag 18 april 2015: Walvisbaai
We kijken op het internet naar een bedrijf
dat kan lassen. Hier in Walvisbaai is een grote off-shore industrie, dus bedrijven genoeg te vinden. Je moet alleen even weten waar.
De jachtclub helpt met zoeken, maar het is zaterdag en de meeste bedrijven zijn gesloten op zaterdag. Maandag maar eens terugkomen,
wordt ons aangeraden.
We gaan naar de stad, boodschapjes doen, een bakje troost halen met een lekker gebakje. Als we in de loop van
de middag terugkomen bij de jachtclub is het druk, er staan veel auto’s geparkeerd. En één van de auto’s heeft reclame op de zijkant,
stainless steel construction and welding. Precies wat we zoeken. We zoeken de eigenaar van de auto op, en krijgen zo een telefoonnummer
en adres waar we zeker geholpen kunnen worden. Omdat het later in de middag is, lukt het vandaag niet meer. Dus stellen we dit uit
tot maandag ochtend.
Zondag 19 april 2015: Walvisbaai
We liggen in een baai voor de jachtclub. De baai valt verderop droog, het
is een lagune. Hier naast ons liggen veel catamarans, waar je dagtrippen mee kunt maken naar de lagune. De zandbank hier heet pelican
point, en dat is waar de dagtrippen naar toe gaan. We zien veel pelikanen (en die zijn heel erg groot), veel flamingo’s en zeerobben.
Wij bedenken dat we de trip zelf best kunnen maken met onze eigen bijboot. En dat gaan we vandaag doen. Met laag water tuffen we naar
de zandbank. De pelikanen zijn groot en brutaal en onbevreesd. Zij blijven dan ook zitten op het strand als voorzichtig aan komen
varen. De flamingo’s zijn een stuk voorzichtiger en angstiger. Hoe voorzichtig we ook aankomen, als we in de buurt komen vliegen ze
allemaal op en gaan een behoorlijk stuk verder staan in het ondiepe water. Het is een prachtig gezicht, grote groepen zachtroze vogels.
Ze zijn slank en elegant, lange poten, een lange nek en een dik lijfje.
We proberen weer dichterbij te komen, maar dan raken we zelf
een beetje verstrikt in het ondiepe water. De stroom zet ons op de zandbank, het is hier lekker een blubberpoel, maar uiteindelijk
lukt het toch om weer uit de blubber te komen. We geven de flamingo’s maar weer alle rust en ruimte, en gaan terug naar de boot. Tijd
voor een lekker bakkie koffie, om weer op te warmen, door de koude wind (met mist) hier is het toch behoorlijk fris.
Maandag
20 april 2015: Walvisbaai
Eerst eens een belletje plegen met Cash van Stainless Engineering. Eens kijken of hij tijd heeft om ons te
helpen. “We’ll make time”, zegt Cash. De mensen hier zijn heel erg aardig. Een uurtje later staan we bij hem aan het bureau. Frans
legt uit wat de bedoeling is, en een uur later is de uitlaat aangepast zoals wij het willen.
Na de lunch tuffen we weer terug naar
de boot. Het is een behoorlijke klus om de bijboot weer in het water te schuiven, het verschil tussen hoog en laag water is toch bij
1,5 meter, en daardoor verschijnt er een groot stuk strand waar we de bijboot over heen moeten slepen. ’s Ochtends zijn er nog een
paar sterke mannen die meehelpen sjouwen, ’s middags moeten we het zelf doen. Maar goed dat lukt ook altijd weer.
Frans gaat aan het
sleutelen, en tegen de avond snort de generator weer als vanouds. Wat zou het prettig zijn als ons zorgenkindje ons voorlopig geen
zorgen brengt.
Dinsdag 21 april 2015: Walvisbaai
Denk je aan Namibië dan denk je aan duinen. En dat is wat we vandaag gaan doen.
We gaan naar de woestijn, naar Namib Naukluft park. Even na acht uur, Herman pikt ons op. “Herman, een Nederlandse naam?”, vraag
ik. En ja hoor, Herman heeft Nederlandse roots. Hij is geboren en getogen hier in Namibië, maar van vaderszijde kwamen zijn voorouders
met de VOC mee, van moeders zijde zit er Frans bloed in de familie, de hugenoten. We zijn verbaasd dat hier Afrikaans, gesproken wordt,
er wordt hier veel Afrikaans gesproken. In tegenstelling tot Zuid Afrika vindt de zwarte bevolking het een taal van de apartheid,
van de overheersers en onderdrukkers, hier in Namibië. Hier beschouwen ze het als hun eigen taal, zwart en wit spreken dan ook Afrikaans.
En voor ons is het gemakkelijk. Ons kan baie lekker Afrikaans praat.
Namibië is nog maar 25 jaar onafhankelijk, en Walvisbaai, dat
eerst de Engelsen en later door Zuid Afrika is bezet is sinds 1994 onafhankelijk. De rest van Namibië stond voorheen bekend als Zuid
West Afrika en was een Duitse kolonie. Als we naar Namib Naulkuft park (één van de oudste en droogste woestijnen in de wereld) rijden,
passeren we een rij palen met prikkeldraad. Herman geeft aan dat dit voorheen de grens was tussen Engels en Duits grond gebied.
We
rijden over het strand, links van ons de woestijn met de indrukwekkende duinen en rechts de Atlantische oceaan. Het is fenomenaal.
We rijden door tot Sandwich harbour, en daar beklimmen we de duinen. En dat valt nog niet mee. Ze zijn een meter of 80 hoog, een stap
voorwaarts en je glijdt een halve meter weer terug in het zand. Na veel geploeter komen we toch boven aan, we worden beloond
met een prachtig uitzicht. Het is verbazingwekkend hoeveel leven er hier in de woestijn is. Herman graaft een kleine hagedis uit, de hagedis is doorschijnend en ziet er prachtig uit. Overdag zit de hagedis in het zand en ’s nachts komt-ie tevoorschijn. We zien
heel veel sporen, maar verder weinig dieren. We komen een eenzame springbok tegen en een paar struisvogels. Maar aan de sporen te
zien moeten hier veel meer dieren leven. Herman scheurt in de 4x4 landrover door en over de duinen. Ik vind het leuk spannend hoor,
af en toe lijkt het of we loodrecht naar beneden storten. We surfen door het zand. Maar ik ben blij dat Herman rijdt en niet ik.
Rond
de middag zien we weer terug in Walvisbaai, we hebben een heel ander stuk gezien van Namibië, een prachtig stuk woestijn, dat we nog
lang in onze herinneringen zal blijven.
Woensdag 22 april 2015: Walvisbaai
Vandaag blijven we een dagje aan boord, we regelen
een auto voor morgen want dan willen we een tripje maken, en voor de rest is het lekker luieren.
Donderdag 23 april 2015: Walvisbaai
Ook
hier in Namibië neemt men het niet zo nauw met de tijd. We hebben om half negen afgesproken bij de jachtclub, maar pas rond negen
uur wordt de auto gebracht. Freddy brengt de auto, we nemen alles door en even later zijn we voor een dag de eigenaar van een witte
volkswagen polo.
We toeren naar Swakopmund. Volgens de meesten een mooi plaatsje, en het ademt inderdaad veel sfeer uit dan Walvisbaai.
Hier zijn nog veel Duitse invloeden merkbaar. Er wordt veel Duits gesproken, kaffee und kuchen is overal verkrijgbaar en radio Namibia
is volledig in het Duits.
We halen een vergunning op bij namibia national park, want we willen de self-drive van Welwitischia doen.
We hebben geen flauw idee wat een Welwitschia is, de dame legt het ons uit. Het is een grote bloeiende woestijnplant. De oudste,
aan het eind van de rit, is 1500 jaar oud! Verder komt je door een prachtig natuurgebied, zand en veel grillige rotsformaties ontstaan
door erosie. En daar tussen door slingert de droge rivier Swakopmund.
Als we in Swakopmund zien is het nog koud, alles is omgeven door
een dichte mist. Jas en een lange broek is geen overbodige luxe. Maar zou gauw we vanaf de kust richting binnenland rijden, breekt
de zon door. Het wordt warm, heet zelfs. De airco in de auto gaat aan. De temperatuur schiet omhoog. De rit is erg mooi, de folders
hebben niet overdreven. Het landschap doet heet moonlandscape en we kunnen ons prima voorstellen dat de maan er zo uit moet zien.
Zand, zand en nog eens zand. Hier kun je niet overleven volgens ons. Toch moeten hier dieren leven. We zien een eenzame springbok,
en even later komen we een grote familie stokstaartjes tegen, die verschikt wegrennen als ze ons in de gaten krijgen. Halverwege de
middag toeren we weer naar Walvisbaai, we rijden nog even langs de grote zandduinen omdat die er zo prachtig uitzien.
Vervolgens halen
we de laatste verse spullen, groente en fruit, op. Laden onze bijboot vol, en brengen alles aan boord. We zijn bijna klaar voor de
volgende etappe. Nog diesel tanken en uitklaren bij de douane en immigratie en dan kunnen we vertrekken. Dat wordt waarschijnlijk
ergens in het weekend.
Vrijdag 24 april 2015: Walvisbaai
We zijn alweer meer dan een week hier in Walvisbaai en kennen ondertussen
de weg hier. Zo hebben we kennis gemaakt met Noël, hij kent hier de adresjes, en regelt voor ons de diesel. Hij maakt een afspraak
in de small craft harbour, en dan tanken we ruim 300 liter diesel. We zijn een ochtendje bezig, anker op, varen naar de haven, tanken,
afrekenen (en dat duurt heel lang, waarom is ons volledig onduidelijk) en weer terug naar de ankerplaats. Maar goed de dieseltank
zit dan ook weer nokkie vol.
Zaterdag 25 april 2015: Walvisbaai
Het zit erop, we gaan naar immigratie en klaren uit, bij customs
halen we een clearance voor de boot, en dan gaan we nog een keer naar het café, waar ze heerlijke koffie en lekkere gebakjes hebben.
We verbrassen onze laatste Namibische dollars. Morgen gaat het anker op en vertrekken we naar Sint Helena, de weerberichten zien er
goed uit.
Zondag 26 april 2015 - woensdag 6 mei 2015: Namibië naar Sint Helena, Jamestown (pos 15.55.49S 05.43.50W)
Afgelegd 1236 mijl
Totaal 35.162 mijil
Half elf, we halen het anker op. We zijn klaar om te vertrekken naar Sint Helena, een zeer afgelegen eiland in de zuidelijke atlantische oceaan. Je kunt het alleen per boot bereiken. We vertrekken met een lekker windje, en maken ruim 150 mijl per dag. De laatste dagen is er zeer weinig wind en zeilen we uren achtereen met de halfwinder op.
Het is een bijzondere oversteek, Frans viert zijn verjaardag op zee, we keren weer terug op het westelijk halfrond en we voltooien onze wereld navigatie. En we zijn precies zeven jaar onderweg. Nogal wat mijlpalen bereikt dus. Na negen dagen en 14 uur arriveren we vlak na middernacht op Sint Helena. Wil je weten hoe onze oversteek was, kijk dan in het oceaanlogboek.