(Klik op de foto's om het fotoalbum van de maand april te openen)

 

Woensdag 30 maart 2016 – maandag 4 april 2016

Jost van Dyke, Britse Maagden Eilanden – Puerto de Vita, Cuba (pos 21.04.30N 75.57.46W)

Afgelegd 668 mijl

Totaal 40.809 mijl

We gaan naar de kant, uitklaren bij de douane. Nog even kijken of we toch niet internet kunnen vinden, en dat lukt bij een café. Gisteren niet, vandaag wel. Even kijken hoe het weer eruit ziet voor de komende dag, halverwege volgende week blijkt er een zogenaamde nordeley te komen, dus we besluiten om vanmiddag gelijk te vertrekken in plaats van morgen. Voordat het front aankomt, willen we arriveren in Cuba. Drie uur gaat het los en beginnen we aan de ruim 600 mijl naar Puerto de Vita. Kijk op het oceaan logboek om te lezen hoe de trip is gegaan.

 

Dinsdag 5 april 2016: Puerto de Vita, Cuba

Een prima marina hier. Het is een kleine marina, ruimte voor 38 boten, en het lijkt ons veilig genoeg om de boot hier achter te laten en Cuba te gaan verkennen per bus. De marina past zich snel aan, het is in handen van een groot consortium, dat ook eigenaar is van de mega-resort hier aan de strand. Je kunt een all-inn vakantie hier boeken. Waren de prijzen vorig jaar nog 25 dollar cent per foot, nu is het 75 cent per foot, voor ons betekent dat 30 dollar per dag. Prijzig dus! En dat terwijl de lokale bevolking hier echt arm is. De dame die hier de boel een beetje organiseert heet Jani en zij vertelt ons dat ze 10 CUC en 250 pesos per maand verdient. Met een zesdaagse werkweek. Dat is omgerekend ongeveer 20 dollar per maand. En als je dan bedenkt dat wij alleen aan liggeld 30 dollar per dag besteden….we vragen ons meermalen af wat er door de hoofden gaat van Jani en anderen!

Dat is ook zo iets, al jaren is hier het geldsysteem van convertible pesos en cuban pesos. Een convertible peso is ongeveer gelijk aan een dollar, en er gaan 25 cuban pesos in één convertible pesos. Voor brood en vlees betaal je met cuban pesos, maar voor de bus betalen wij als toeristen in convertibles.  Een brood kost hier 4 cuban pesos.

Er bestaat ook een bussysteem voor de cubanen, maar daarmee mogen wij toeristen niet reizen. Het is niet altijd even duidelijk, we gaan het allemaal meemaken. Maar met de convertibles is in ieder geval veel meer te koop. Hoewel, de winkels vaak staatswinkels zijn, en die zijn veelal leeg. De luxe die wij kennen met we kopen wat we willen, dat is hier niet. Het is meestal vers wat hier gegeten wordt, vrijdag avond wordt het varken en de geit geslacht en zaterdag ochtend koop je een stuk vlees op de markt. En neem wel je eigen zakje mee, want je krijgt gewoon het stuk vlees aangereikt zonder verpakking. Invriezen dat kennen ze niet. Dus vers vlees gelijk bereiden.

Voorlopig hebben we nog geen pesos in onze persoon. Jani regelt een taxi voor ons. We rijden met Victor naar het plaatsje Guardalavaca en daar gaan we naar de bank. Om geld te halen. De bewaker laat ons binnen. We nemen plaats op de bank. Oeps, we zitten gelijk op de vloer, want de bankzitting is kapot en vervangen door een stuk spaanplaat dat allang gebroken is. 

Even later mogen we naar de balie. We bedrijven ons uit de bank en gaan naar de dame achter het loket. Of we geld kunnen wisselen? Komt de bewaker opnieuw naar ons toe, er mag slechts één persoon naar het loket, of één van ons tweeën maar wil plaats nemen op de bank.

Oké we doen braaf wat ons gevraagd wordt, in discussie gaan wordt hier niet op prijs gesteld.

Even later komen we met een handvol convertibles weer naar buiten. Om een klein deel om te wisselen naar cuban pesos, dat lukt daarvoor moeten we naar een wisselkantoor. Victor rijdt ons daar naar toe. Ook hier steeds een bewaker voor de deur. Buiten staat een wachtrij. Aansluiten dus en op je beurt wachten. De bewaker laat iemand naar buiten gaan, en vervolgens mag de volgende naar binnen. In een piepklein kantoortje wisselt Frans convertibles voor pesos. 20 convertibles voor bijna 500 pesos. Je mag wel een rugzak meenemen.

Dan via de bakker brood halen en een laatste stop bij Etecsa, de lokale telecomoperator. We kopen hier ons kaartje om voor twee dollar een uur op het internet mogen surfen. Meestal is er geen wifi en moet je gebruik maken van de lokale  computer. Maar goed we zijn allang blij dat we op het internet kunnen.

Victor zet ons weer keurig af bij de boot. De korte rit door het platteland laat je Cuba zien zoals je dat kent van de plaatjes en reisgidsen. Overal op de weg karren met ezels of ossen, kleine huisjes en oude oldtimers. Fantastisch. We hebben zin in onze rondreis, vrijdag willen we vertrekken.

 

Woensdag 6 april 2016: Puerto de Vita, Cuba

In Cuba gaat het toch altijd net even iets anders. De busmaatschappij voor de lange afstandsbussen heet Viazul, en zij hebben een website waarop je je plaatsen kunt reserveren. Nou dat lukt dus even niet. Dan maar Jani inschakelen. We moeten opstappen in Holguin, de hoofdstad van deze provincie. Zij pleegt een belletje, en de andere kant van de telefoonlijn zegt “no problema”. Volgens mij is hier op elke vraag “no problema”, maar we gokken het er maar op. We gaan vrijdag op de bonnefooi naar Holguin staan een uur voor vertrek aan het loket en hopen dat nog twee zitplaatsen te bemachtigen in de bus. Jani zegt “easy”. En glimlacht.

Jani regelt voor ons een accommodatie bij een casa particular, oftewel een soort bed&breakfast. Hostel Ramero, en Ramero staat ons op te wachten wanneer we uit de bus stappen. Zou het allemaal uitkomen?

We maken kennis met Pieter, Pieter zeilt als jaren rond en is blijven hangen op Cuba, hij heeft zich hier gevestigd, heeft een huisje en is getrouwd met een Cubaanse en woont nu al 7 jaar op Cuba. Een gezellige Brabander, die zich in Cuba nergens mee over verbaast. Hij drinkt gezellig een kopje koffie bij ons aan boord.

Elke middag is aan de straat om vier uur de panadería geopend, de bakker dus. Vandaag gaan we eens aan de wandel een broodje kopen. “4 cuban pesos”, vraagt de bakker. We geven een briefje van vijf, “ik heb geen wisselgeld”, zegt de bakker. De oudste truc die we al heel vaak gehoord hebben, maar ja 1 cuban peso is 4 cent. We glimlachen vriendelijk, “no problema”, hij tevreden wij tevreden.

We wandelen eens verder, overal paarden te zien, overal paard en wagentjes, iglesia evangelica pentacosta staat erop een bouwvallig huisje. Een kerk dus. Eens kijken, we gluren door de ramen met houten lamellen, en…… ik kijk recht in de ogen van een klein jongetje. Hij lacht verlegen en roept gauw zijn moeder. Deze komt naar de deur en nodigt ons vriendelijk naar binnen. Het is de vrouw van de pastoor, en het huisje is deels kerk en deels een pastoriewoning. In de woning woont het gezin van de pastoor, alleen zolang de kerk het goed vindt en ze moeten we elke keer opnieuw gekozen worden als pastoor. Gelukkig is dat voor haar al 17 jaar het geval.

Even verder op komen we in een soort winkel van de staat.  Nieuwsgierig gaan we naar binnen. Een grote lange balie, daarachter de winkel bediende en daarachter een muur met planken waarop de produkten staan uitgestald. De winkelbediende vraagt wat we willen hebben, “just looking”, zeggen we. “I have a lot”, zegt-ie. Glimlachend bekijken we eens de voornamelijke lege schappen. We wandelen een zijstraatje in. Iedereen zit buiten, is vriendelijk, roept “Ola”, en zwaait. En voordat we het weten zitten we bij twee (schoon)zusjes in een huisje, vader en moeder, dochtertje en grote zoon. Of we koffie lusten? “Ja lekker”,  antwoorden we. En al gauw zitten we buiten op een bankje met een kopje mierzoete espresso. Er wordt niet gebedeld, maar allerlei vormen van diensten aangeboden. Van wasvrouw tot kapper. En voordat ik het weet zit ik op de stoel en wordt mijn haar geknipt! En de prijs, “whatever you like” .Uiteindelijk blijkt dat ze liever kleren hebben dan geld. Ik beloof morgenochtend terug te komen met een paar t-shirts.

 

Donderdag 7 april 2016: Puerto de  Vita

Een rommeldag vandaag aan boord. Ik ga eerst naar "mijn" kapper en breng haar drie t-shirts en wat chocolade voor  haar dochtertje van 20 maanden. De chocolade wordt gelijk opgegeten. Smullen dus. 

Dan is het terug naar de boot. We hebben onze buurtjes, Bill en Barbara, uitgenodigd op de koffie. Bill en Barbara, een Canadees stel van de Suncast, zijn al voor de vijfde keer in Cuba en hebben heel wat tips voor ons.

Na de koffie moeten we toch echt iets nuttigs gaan doen, het wordt hoog tij om alle zout eens van de lady af te spoelen. Zo gezegd zo gedaan. Koffer inpakken, we zijn klaar om te vertrekken. 

  

Vrijdag 8 april Havana

Het is 5 uur, de wekker gaat, buiten is het nog donker. Wij eten een ontbijt, en dan gaat het voorzichtig de loopplank af. We staan veilig en droog op de kant, een korte wandeling naar de uitgang en daar staat Victor op ons te wachten.Maar eerst moet de douane onze tas controleren. Dit is tenslotte Cuba.

Victor brengt ons naar Holguin, ongeveer 45 minuten rijden. Het is donker op de weg, geen verlichting. De voetgangers, fietsers, paard en wagens, je ziet ze pas op het laatste moment. Gevaarlijk hoor.

Tegen de tijd dat wij bij het busstation zijn is het licht geworden. Zodra we uit de auto stappen worden we besprongen.  Iedereen wil en moet iets van ons. Nee hoor we gaan gewoon met de bus naar Havana. We kopen een buskaartje,  voor 44 dollar wordt je naar Havana gebracht, bijna 800 kilometer en 14 uur rijden.

Rondom het busstation zijn allerlei stalletjes, we kopen wat drinken en een pasteitje voor onderweg. En dan is het kwart voor acht,  het is zover de bus vertrekt. Een prima bus, we genieten en laten het landschap aan ons voorbij gaan. Cuba is overwegend vlak met hier en daar wat heuvels, tenminste wat wij zien. Kleine armoedige dorpen met schamele huizen (sommige zijn echt niet  meer dan krotten ) wisselen af met landbouwgrond en grotere steden. Het valt ons op dat er zo weinig verbouwd wordt, soms wat bananen, soms wat maïs maar nooit enorme velden vol.

Het is lang licht en wanneer wel Havana binnen rijden tegen half acht, is het nog licht.

We stappen uit bij het busstation, ook hier worden we besprongen Door jan-en-alleman. Taxi, casa particulara, taxi, casa particulara, .....klinkt het volop. Gelukkig staat de eigenaar van casa particulara Romero ons op te wachten. Hij spreekt geen Engels maar heeft zijn kleinzoon  Miguel meegenomen en deze spreekt wel een handjevol Engels, en wij een handjevol Spaans, zo redden wij het prima. Even later zitten we aan een lekkere kop koffie. Welkom in Havana! 

 

Om een idee te krijgen van onze rondreis, de stippen geven de plaatsen die we bezoeken en het anker geeft aan waar de boot ligt, vlnr viñales (2), havana (1), cienfuegos (3) ,santa clara (5), trinidad (4), camagüey (6), bayamo (7) en santiago de cuba (8), de nummers geven de volgorde van onze reis weer. Cuba meet ongeveer 1200 km van west naar oost.

 

                   

 

Zaterdag 9 april Havana

Onze kamer is zonder ontbijt. Dus onze eerste wandeling is in de omgeving op zoek naar een ontbijt. We komen uiteindelijk terecht bij een lokaal café, de conversatie gaat alleen in het Spaans maar we redden ons prima. Het ontbijt bestaat uit een worstenbroodje en een glas sap. Even verderop om de hoek komen we bij een ander kraampje en hier kunnen we koffie krijgen. De koffie hier in Cuba is altijd gezet met suiker en staat klaar in een thermoskan. In piepkleine kopjes, één slok en het is op, krijg je mierzoete koffie voor één cuban pesos, ongeveer 3 eurocent. Nou moet je niet denken dat Cuba goedkoop is, nee het tegendeel. Er zijn twee soorten geld, de cuban pesos (CUP) en de cuban convertible ook wel CUC genoemd. De laatste is ongeveer gelijk aan een dollar en er gaan 25 cuban pesos in 1 convertible. De prijzen in Cuba zijn het laatste jaar enorm gestegen, in de marina betalen we nu 75 CUC cent per foto  vorig jaar waas dat nog 25 CUC cent. Zo is ook de prijs van het visum verdubbeld. De toeristen betalen met CUC, de lokale bevolking gebruikt CUP.

Maar goed terug naar Havana.  We wandelen terug naar onze kamer, we worden aangesproken door een meneer "where  are you from? ". We raken aan de praat, hij is so happy want hij is net vader geworden van een dochter en is op weg naar zijn vrouw en pasgeboren kind. En dan komt het zielige verhaal, zijn vrouw heeft astma en hij heeft geen geld voor nieuwe medicijnen. Kortom hij wil geld van ons. Als we weigeren grist hij de krant en brochure , die we 5 minuten eerder als present hadden gekregen, uit onze handen. En weg is de niet-meer-so-happy meneer. ??

We pakken onze spullen, het js tijd om de stad te bezoeken. We zitten een behoorlijk eind van het oude centrum 5 kilometer, maar we besluiten toch te gaan wandelen. Onderweg komen we de toeristische stads bus tegen, hop-on  hop-off. We stappen op en blijven de hele rit zitten en vanaf het open dak bewonderen we de stad. Er is veel oud en vervallen, sommige gevels staan echt op instorten. Alleen in de oude stad is er al  veel opgeknapt. En natuurlijk denk je aan Cuba, dan denk je aan oude Amerikaanse auto's. De meest prachtige oude exemplaren zien we in zuurstokroze , groen en rood. Prachtig. In veel gevallen is de motor niet meer origineel maar vervangen door Japanse motoren. En vaak hangen de oude brikjes  van zilver papier en plamuur aan elkaar. Starten en een dikke zwarte vette rookwolk komt te voorschijn. En regelmatig zien we eentje tot stilstand komen met pech, er wordt flink wat gesleuteld aan de oude glorie. 

Halverwege de middag stappen we uit op het centrale plein, en slenteren door de oude wijk. Even later zit Frans bij de kapper, er wordt niet gevraagd hoe je het wilt hebben, nee hoor de kapper begint gewoon met de tondeuse  en schaar. Met een kort koppie stappen we weer naar buiten. We zijn moe tijd om terug te gaan naar onze casa particulares.

 

Zondag 10 april Havana

Denk je aan Cuba dan denk je aan muziek, de salsa, de rumba. Er is in Havana elke zondag in Callejon de Hamel een inloop vanaf een uur of twaalf. Afro-cubaanse muziek en dans. Het is er gezellig druk en levendig. Een vrouwenband, dames opde bongo's en andere zelfgemaakte drum instrumenten, en een  dikke negerin als leadzanger. Na ruim een uur van muziek en dans wandelen we verder. We willen naar de overkant van de baai, een taxi, zo'n oude bak uit 1955, brengt ons. Aan de andere kant van de baai staat het Fortaleza de San Carlos de la Cabaña. Een oud verdedigingswerk dat de stad moest beschermen tegen aanvallers. Dat is niet helemaal gelukt want de Engelsen hebben de stad veroverd door over land aan te vallen. De Engelsen hebben later Havana weer geruild voor Florida en toen was Cuba weer in bezit van de Spanjaarden. Volgens het reisboekje is het fort de moeite waard maar wij vinden het een beetje tegenvallen. Elke avond wordt het kanon ceremonieel afgevuurd om negen uur. Ooit was dit het teken om de stadspoorten te sluiten, en 's ochtends werd er ook een kanon afgevuurd het teken om de poorten te openen, maar deze traditie is er niet meer. We nemen wederom een taxi, dit keer een oude chevrolet uit 1957.

 

Maandag 11 april Havana 

Het wordt tuin om de reis naar Viñales te organiseren, onze volgende bestemming. We willen eigenlijk weer met de Viazul6 bus maar het busstation ligt niet echt dichtbij. Onze gastheer wel ons wel even brengen maar die wel voor alles geld hebben. Se hebben het een beetje gehad met onze gastheer. Conectando, een andere busmaatschappij brengt uitkomst. En de kaartjes kunnen se kopen bij het hotel vlak om de hoek. 

Om "het andere hoekje" vinden we een lokaal koffiehuis, we drinken een piepklein mierzoet bakkie en nemen broodmes me terug naar ons appartement. Want we willen wat later naar de oude stad, omdat we daar de avond door willen brengen bij de gezellige muziek. La Habana Vieja, de oude stad zoals de Cubanen haar noemen, is het oudste deel van Havana. Oude smalle steegjes, kris kras door elkaar. Auto's kunnen er niet komen, wel de fietsers, voetgangers en rijtuigen. De gebouwen in de oude stad zijn behoorlijk opgeknapt,sommige gebouwen dateren nog uit de 16de of 17de eeuw, er zijn met dan 900 historische gebouwen. Kerken, forten, kathedraal, palacio,....Een juweeltje dus dit deel van de stad.

In la lluvia de oro, de gouden sleutel, laten we onze vermoeide voeten tot rust komen, en genieten van een hapje en een drankje en van de lokale muziek.

 

Dinsdag 12 april Havana

Vandaag staat een bezoek aan de sigaren fabriek en National Capitol op ons programma. De laatste lijkt erg op het Capitol in Washington hoewel de Cubanen daar met geen woord over reppen. Een bijzondere wereld is het hier. Het twee-systemen geld heb je hier, het Internet wordt behoorlijk gecensureerd, voor alles moet je lang in de rij staan, even een boompje opzetten over de politiek vergeet het maar, veel lege winkels, staatswinkels, slecht vervoer,  een gebrek aan heel veel basis goederen, dat zo van die dingen die we merken van het communisme. Het blijft bijzonder. En elke Cubaan probeert zijn graantje mee te pikken van de toerist. We merken wel dat het hier in het westen van Cuba en dus ook Havana een stuk rijker is. 

Maar goed, we nemen een taxi,  weer zo'n oude slee, en laten ons afzetten bij de sigarenfabriek.  Denk je aan Cuba, dan denk je aan zo'n dikke Cubaanse sigaar. Helaas de fabriek is gesloten voor restauratie, maar er is wel een andere fabriek die we kunnen bezoeken, morgen. Dat gaat niet meer lukken, morgen vertrekken we.nou ja in een andere stad zal het nog wel lukken. Iets voor later dus. De winkel is wel open, dus daar dolen we eens rustig rond. Sigaren in allerlei soorten en maten en van verschillende kwaliteit. Het ruikt er heerlijk in de oude donkere stoffige sigaren winkel.

Dan is het nu tijd voor het National Capitol, maar helaas ook dit gebouw is dicht vanwege restauratie werkzaamheden. Hammer, maar het is goed om te zien dat er flink aan onderhoud gedaan wordt. We besluiten om via de Chinese wijk naar de Malecon te wandelen en vandaar een lange wandeling terug naar ons appartement. Malecon is en grote lange boulevard aan zee, de Cubanen flaneren er graag een zien er 's avonds met een Cuba Libre.

 

Woensdag 13 april Viñales

De wekker staat om half zeven. Vandaag is onze reisdag naar Viñales. Eerst halen we een ontbijt bij het ons ondertussen bekende eethuis om de hoek. Het is eigenlijk meer een woning. Achter de voordeur is een soort balie gebouwd, waar je je bestelling kunt plaatsen. In de keuken worden dan de drankjes en het eten gemaakt. Een tortilla blijkt een broodje te zijn, een zacht wit bolletje. Al het brood is hier trouwens witbrood. We bestellen een broodje ei voor ontbijt en als lunch voor onderweg.

Om acht uur staan we bij hotel Rivièra. Hier pikt de bus ons op even na acht uur. Het wordt half negen, geen bus. Kwart voor negen geen bus, negen uur nog steeds geen bus. Toch maar eens vragen waar de bus blijft. Nee ze zijn ons niet vergeten, het is gewoon druk. Half tien is het wanneer we uiteindelijk in de bus stappen. 

De stadse omgeving verandert al gauw in een mooie plattelandse en landelijke omgeving. Boeren zijn met een tweespan ossen het land aan het ploegen. De tijd lijkt hier stil te hebben gestaan. Viñales staat bekend om zijn mogotes, oftewel ronde bergen. Ooit was het landschap hier vlak, maar door erosie van water en lucht is er een bergachtig landschap ontstaan met grotten en prachtige valleien. De beste tabak van Cuba wordt hier verbouwd. 

Vlak na de middag arriveren we in Viñales, eerst maar eens een plek zoeken om te overnachten. In Cuba is de beste manier om te overnachten in een casa particular. Sinds nog niet zo lang is het huiseigenaren toegestaan om kamers te verhuren, en om iets bij te verdienen doet eigenlijk iedereen dat. Bijna elke woning heeft wel één of twee kamers met eigen badkamer te huur. Wij komen terecht bij casa Felix. Felix spreekt geen woord Engels, maar kent wel iemand die een beetje Engels kent. En wij kennen een beetje Spaans, dus dat lukt prima. De kamer ziet er prima uit, Felix blijkt barman te zijn, dus de Cuba libre smaakt prima. Dit wordt ons thuis voor de komende twee dagen. 

 

Donderdag 14 april Viñales 

De ochtend gebruiken we om het dorpje een beetje te verkennen, rond te lummelen en geld te halen. En dat laatste duurt lang. De Cubanen staan overal voor in de rij, zonder te mopperen, lange rijen en lange wachttijden. Ultimo este? Wie is de laatste? wordt altijd gevraagd.  Je kunt niet zomaar een bank,  of een ander overheidsgebouw naar binnen. Er staat altijd een bewaker bij de deur en die laat de mensen één voor één naar binnen. Gaat er iemand uit dan mag er een nieuwe klant naar binnen. Ik geloof trouwens niet dat ze je als klant zien. Gewoon de volgende persoon in de lange wachtrij die naar binnen gaat. Na bijna een uur lukt het ons dan toch om met Cubaans geld naar buiten te komen. 

Viñales groeit enorm in rijkdom, overal zie je dat er gebouwd wordt, een nieuw huis, of een extra verdieping op een bestaand huis. Restaurantjes rijzen als paddestoelen uit de grond. 

Voor de middag hebben we een excursie georganiseerd bij (Engels sprekende) Alfredo. Alfredo laat ons de omgeving zien, te paard. Een bezoek aan een grot, tabaks plantage en een koffie plantage staat op het programma. 

Maar zo als altijd in Cuba wordt het toch net iets anders dan je hebt afgesproken. Het wordt niet Alfredo maar zijn vader Miguel, die onze gids wordt. En Miguel spreekt geen woord Engels. Maar goed we komen er uit, en hebben een prachtige bijna 4 uur durende tocht in de omgeving. En zowat aan het eind van de rit begint Mojito, mijn paard, ook te luisteren naar mijn commando's. Ik heb het gevoel dat Mojito niet langer de baas is. Maar wat een spierpijn zullen we morgen hebben. 

 

Vrijdag 15 april Cienfuegos

Een reisdag vandaag. Vanaf nu ziet ons programma eruit van één dag reizen, één dag in een stad en daar weer een reisdag. Dus vandaag reizen we naar Cienfuegos. De bus vertrekt om zeven uur, we ontbijten vroeg. En we zijn opgenomen in het circuit van casa particulares. Zelf zoeken naar een onderkomen is niet meer nodig, dat wordt voor ons geregeld. Iedereen heeft wel een vriendje of een familielid in een andere stad. Zo ook Felix, Felix belt met Olga, en Olga staat op ons te wachten bij de bushalte. Ten minste dat denken we. Als we aankomen zien we geen dame met een bordje waarop Lucia staat. We blijven dus maar zitten. De bus rijdt verder maar nu zijn weer toch wel erg ver uit het centrum. En taxi  dan maar en die brengt ons rechtstreeks naar Olga's huis. Als Olga de deur open doet herkennen we elkaar, ze stond toch bij de halte in het centrum. Maar de politie is erg streng en treedt hard op tegen ronselaars die de toeristen van alles proberen aan te bieden en wijs te maken, dus Olga was bang en hield geen naambordje omhoog. Afijn, het komt allemaal goed. 

Hoe de verschillende netwerken van de casa particulares ontstaat dat begrijpen we nog niet helemaal, want hoewel Felix ons doorverwijst naar Olga kennen ze elkaar niet. En je komt rustig vanuit een mooi huis in een slechte kamer terecht of omgekeerd. 

 

Zaterdag 16 april Cienfuegos 

Cienfuegos is een mooie stad aan de zuidkust van Cuba, halverwege het land.  Een grote stad met bijna 200.000 inwoners. De bekendste inwoner van Cienfuegos was ooit Benny  Moré, een groot muzikant en zanger. 

Wij willen vandaag met de veerboot over de baai en Castiilo de Jagua bezoeken. Eén van de verdedigingswerken uit de Spaanse tijd. Het gaat ons om de vaart met de veerboot. Een uur varen. Het is een  klein veerbootje, maar het is verbazingwekkend hoeveel mensen daarop passen. Ruim 150 personen tellen, elke keer wanneer er weer iemand opstapt schuift de rest een eindje in. En zo kan er altijd nog wel iemand bij. Kippen, fietsen, taarten, als gaat mee. Als er geen plaats meer is op de voorpunt gaat de fiets op het dak. Elk lokaal vervoermiddel puilt hier uit van de mensen. De bus, elk gaatje wordt benut, de laatste persoon perst zich naar binnen en staat op de onderste traptrede voor de deur. Iets langere afstanden gaat met een vrachtwagen of truck. Als geluk hebt heb je frisse lucht, maar de meeste vrachtwagens lijken op boevenwagens, met weinig frisse lucht. Cuba het land blijft ons verbazen. 

 

Zondag 17 april Trinidad

We nemen afscheid van Olga. Frans houdt een paard en wagen aan, hup de koffer in de wagen, daarna wij erbij en zo gaat het naar het busstation. We zijn op weg naar Rosa, onze volgende casa particular, in Trinidad. Het is een korte rit en halverwege de middag stappen we uit in het mooie Trinidad. In de oude binnenstad lopen de straatjes, en de nauwe hobbelige steegjes kris kras door elkaar, niets geen vierkant straatpatroon zoals in Cienfuegos. De bestrating is van kinderkopjes, en de oude binnenstad is auto-vrij. De man van Rosa, haalt ons op met een fiets-taxi en brengt ons naar casa Rosi. Rosi blijkt Melba te heten, dus of we wel op het juiste adres zijn terecht genomen.... Maar de kamer ziet er goed uit,  dus we besluiten te blijven.

Naast Melba, zit het reisbureau Cubatur, en daar kopen we de treinkaartjes, want morgen gaan we een treinritje maken. 

Nadat we ons geïnstalleerd hebben is het tijd om de oude binnenstad te verkennen. Op het moment dat wij de voordeur open doen begint het te regenen, en dat doet het voor de rest van de avond. Eerst schuilen wij nog, maar het blijft regenen. Dus dat wordt een café. En na het café zoeken we een restaurant op. De Cubaanse keuken stelt niet veel voor, meestal is het kip met rijst en bonen, en behoorlijk flauw. Kruidig is het eten hier zeker niet. Maar restaurant La Guitarra verrast ons aangenaam. 

Het is ondertussen droog geworden, en na het eten wandelen we door de oude binnenstad. De stad is tot leven gekomen, en overal klinkt muziek. Gezellig. De sfeer, de oude stad uit begin 1500, het doet ons een beetje aan onze Praagse tijd herinneren. 

 

Maandag 18 april Trinidad

Trinidad was ooit één van de welvarendste steden van Cuba. Met name door de suikerriet. De suikerhausse zorgde ervoor dat er duizenden Afrikaanse slaven naar Trinidad gebracht werden. Rondom Trinidad in de vruchtbare valleien ontstonden meer dan 100 tabaksplantages en boerderijen, en tientallen suikerplantages en raffinaderijen. Door onder andere de opkomst van de suikerbiet in Europa stortte de suikerriet handel in.

In de valle de los ingenios is er nog iets te zien van de oude glorie. En naar deze vallei gaat een mooie treinrit. Ooit was de rit nog met de oude stoomlocomotief, deze staat nu werkloos, oud en krakkemikkig op het spoor. Er rijdt nu een ander boemeltje. Half tien zou de trein moeten vertrekken, maar zoals het meeste hier in Cuba zijn de tijden meer een indicatie dan actuele tijden. Geen probleem, we hebben alle tijd om te genieten van het dorpse leven dat aan ons voorbij trekt. Heel veel paard en wagens, fietsers, handelaren, ....een grote oude band van een vrachtwagen wordt omgebouwd tot een kruiwagen.....wat ons betreft staan we nog even op het perron. 

Om tien uur vertrekken we dan toch echt. Één machinist? Nee er zijn er drie nodig. Eén doet het werk, de andere stapt af en toe uit om een wissel om te zetten, de derde. ...geen idee waar die voor is. Dan loopt er nog iemand rond in een witte jas en hij controleert de kaartjes. En er loopt nog een ober rondt. Werkeloosheid kennen ze hier dus niet. 

Na ruim een uur rijden door het mooie landschap stoppen we in Manaca-Iznaga, een oud koloniaal plantage dorp. De haciënda is nu een restaurant geworden. Maar wat een toeristische attractie, overal kraampjes met dezelfde aangeboden prullaria, we schrikken ons rot. Dit hebben we gauw gezien. Maar eens kijken wat er is aan de andere kant van het spoor. En daar komen we terecht in het dagelijkse leven. We bezoeken de staatswinkel. Je kunt er als buitenlandse bezoeker niets kopen. De Cubanen hebben een soort bonnenboekje waarmee ze de schaarse levensmiddelen kunnen kopen. Buiten staat de melkboer, een dame. In een grote ijzeren ketel zit melk. De ketel is wel koel. Met een grote soeplepel wordt de melk in plastic flessen of jerrycans geschept. Je moet zelf wel je plastic fles of jerrycan meenemen. Dan komen we bij de slager, het varken is net geslacht. Je wijst een stuk vlees aan, dat wordt er afgehakt of gesneden, pets nu ligt het open en bloot op de toonbank, je betaalt en neemt het mee. Zelf wel voor de verpakking zorgen! Hoeveel stukken vlees zouden er al op de toonbank gelegen hebben? 

We laten het vlees maar voor wat het is, eerst maar eens een kop koffie, zo'n ondertussen bekende één-slok-mierzoete-kop koffie.

Halverwege de middag zijn we terug in het mooie Trinidad. Tijd om de oude binnenstad te verkennen en het vervoer te regelen naar Santa Clara onze volgende bestemming. Met een fiets taxi gaat het naar het busstation. Onze fietser heeft geen wisselgeld, we komen terecht bij een winkeltje waar we wat geld kunnen wisselen. De oude bekende truc wordt uitgehaald, in plaats van 1 convertible peso muntstuk krijgen we een 3 cubaans nationaal peso muntstuk. Deze lijken erg op elkaar, en we hebben het niet in de gaten. De fietser krijgt zijn muntstuk maar hij ziet het direct een protesteert heftig, jammer voor de winkelierster die ons wilde bedonderen want alles gebeurt voor haar winkel. Wij krijgen nu wel het juiste wisselgeld, en de fietser krijgt zijn taxirit betaald. Maar ik heb een vieze smaak in mijn mond.  

Op het busstation aangekomen, blijkt helaas dat de Viazul bus waar we meestal mee reizen al vol is. Hoe nu? En collectivo biedt uitkomst. Dat is een taxi die je met meerdere personen deelt. Met Carlos maken we de afspraak dat hij ons de volgende morgen om half tien ophaalt. Wat voor bijzonders zal de dag van morgen ons brengen? 

 

 

info@fransenlucia.nl
Alle rechten voorbehouden.
world.gif
Frans Thiecke en Lucia Messchendorp
|
FOTOALBUM
HUIDIGE POSITIE
GASTENBOEK
OUDE WEBSITE
HOME
WIE ZIJN WIJ?
ONZE BOOT
ROUTE
TECHNIEK
OCEAAN LOGBOEK
CONTACT
FILMALBUM
ACTUEEL LOGBOEK
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Logboek 2008
Logboek 2009
Logboek 2010
Logboek 2011
Logboek 2012
Logboek 2013
Logboek 2014
Logboek 2015
Logboek 2016
LOGBOEK
Welkom op de website van Frans en Lucia
- lees mee met onze avonturen op de Dalwhinnie -
Lees verder